A05. Ja maar

De 'Ja Maar' Valstrik:
In communicatie vormt het gebruik van 'ja maar' vaak een struikelblok. Door 'ja maar' te zeggen, zeg je eigenlijk 'nee'. Je geeft op een net wat aardigere manier aan het niet eens te zijn met de ander. In een gesprek met herhaaldelijk gebruik van "ja maar", ligt de nadruk meer op zelfverdediging dan op begrip. Beiden zijn bezig met een eigen boodschap en luisteren selectief naar de ander (welk argument ontkracht zijn standpunt). Hoe langer het gesprek op dit onderdeel des te groter de kans dat de standpunten steeds verder tegenover elkaar komen te staan.

Ingraven en "de wet der argumenten":
Bij een woordenstrijd waarbij beide partijen zich ingraven in hun eigen standpunten, kan een strijd ontstaan waarbij er wordt gekeken wie de meeste argumenten kan verzinnen. Het idee dat degene met de meeste argumenten gelijk heeft, is een misvatting. In het gesprek kan het voelen dat je 'verloren' hebt als je minder argumenten hebt, maar blijf onthouden kwaliteit overtreft kwantiteit. En het gaat ook niet over het laatste wat gezegd is.

Transformeer naar 'Ja En':
Een 'ja maar'-gesprek kan evolueren naar een constructievere 'ja en'-benadering. Hierbij worden verschillende perspectieven gecombineerd tot een gezamenlijk begrip. Zelfs als jouw idee niet de leidraad wordt, blijft er ruimte voor constructieve bijdragen. Door aspecten waar mogelijk samen te voegen kunnen beiden het succes van het idee ervaren.

(iets) anders benadert:

  • Werk het idee uit: Om uit de 'ja maar'-val te komen, kan het nuttig zijn het gesprek te pauzeren en af te spreken dat ideeën eerst verder worden uitgewerkt voordat het gesprek wordt hervat.
  • Surfen: Als je merkt dat het idee nog niet aanslaat kan je kijken hoe jij kan bijdragen wat men nu aan het bereiken is en als dat afgelopen is daarna jou idee te opperen.
  • Idee planten: Als je niet tegenover elkaar komt te staan in de standpunten heb je ook geen 'strijd'. Opper je idee, als er een 'ja maar' komt laat je het los. Het idee is verteld, mogelijk komt deze vanuit de ander vanzelf terug als de uitwerking die nu gekozen wordt niet voldoende oplossing biedt.
  • Win-Win: Hoe groter de discussie wordt des te belangrijker het is om de win-win gedachte te blijven onthouden. Als er iemand de strijd gaat verliezen kan dat op latere tijd op een totaal andere manier toch een verlies gaan betekenen. Dit is niet nodig en zelfs risicovol.

Naar: Persoonlijk
Naar: Team

Gedachte experiment:

  • Hoe vaak zeg je 'ja maar' en waarom zeg je dat?
  • Is het mogelijk om vaker 'ja en' te zeggen en wat is het risico als je dat doet?
  • Wat zijn jouw strategieën om vastzittende gesprekken te doorbreken en constructieve dialogen te stimuleren?

A05. Ja maar

De 'Ja Maar' Valstrik:
In communicatie vormt het gebruik van 'ja maar' vaak een struikelblok. Door 'ja maar' te zeggen, zeg je eigenlijk 'nee'. Je geeft op een net wat aardigere manier aan het niet eens te zijn met de ander. In een gesprek met herhaaldelijk gebruik van "ja maar", ligt de nadruk meer op zelfverdediging dan op begrip. Beiden zijn bezig met een eigen boodschap en luisteren selectief naar de ander (welk argument ontkracht zijn standpunt). Hoe langer het gesprek op dit onderdeel des te groter de kans dat de standpunten steeds verder tegenover elkaar komen te staan.

Ingraven en "de wet der argumenten":
Bij een woordenstrijd waarbij beide partijen zich ingraven in hun eigen standpunten, kan een strijd ontstaan waarbij er wordt gekeken wie de meeste argumenten kan verzinnen. Het idee dat degene met de meeste argumenten gelijk heeft, is een misvatting. In het gesprek kan het voelen dat je 'verloren' hebt als je minder argumenten hebt, maar blijf onthouden kwaliteit overtreft kwantiteit. En het gaat ook niet over het laatste wat gezegd is.

Transformeer naar 'Ja En':
Een 'ja maar'-gesprek kan evolueren naar een constructievere 'ja en'-benadering. Hierbij worden verschillende perspectieven gecombineerd tot een gezamenlijk begrip. Zelfs als jouw idee niet de leidraad wordt, blijft er ruimte voor constructieve bijdragen. Door aspecten waar mogelijk samen te voegen kunnen beiden het succes van het idee ervaren.

(iets) anders benadert:

  • Werk het idee uit: Om uit de 'ja maar'-val te komen, kan het nuttig zijn het gesprek te pauzeren en af te spreken dat ideeën eerst verder worden uitgewerkt voordat het gesprek wordt hervat.
  • Surfen: Als je merkt dat het idee nog niet aanslaat kan je kijken hoe jij kan bijdragen wat men nu aan het bereiken is en als dat afgelopen is daarna jou idee te opperen.
  • Idee planten: Als je niet tegenover elkaar komt te staan in de standpunten heb je ook geen 'strijd'. Opper je idee, als er een 'ja maar' komt laat je het los. Het idee is verteld, mogelijk komt deze vanuit de ander vanzelf terug als de uitwerking die nu gekozen wordt niet voldoende oplossing biedt.
  • Win-Win: Hoe groter de discussie wordt des te belangrijker het is om de win-win gedachte te blijven onthouden. Als er iemand de strijd gaat verliezen kan dat op latere tijd op een totaal andere manier toch een verlies gaan betekenen. Dit is niet nodig en zelfs risicovol.

Naar: Persoonlijk
Naar: Team

Gedachte experiment:

  • Hoe vaak zeg je 'ja maar' en waarom zeg je dat?
  • Is het mogelijk om vaker 'ja en' te zeggen en wat is het risico als je dat doet?
  • Wat zijn jouw strategieën om vastzittende gesprekken te doorbreken en constructieve dialogen te stimuleren?