Welke personen zijn het moeilijkst te spotten als je een idee aan het pitchen bent?
De personen die tegen zijn maar niets zeggen en liefst neutraal blijven in hun reacties, zijn het moeilijkst te herkennen. Het lastige hierbij is dat wanneer je zelf aan het woord bent, het nog moeilijker is om non-verbaal gedrag te lezen. Bij het uitdragen van jouw idee, wil je wel graag weten hoe dit door eenieder ontvangen wordt.
Onuitgesproken tegenstanders
Als de oplossing is verzonnen en uitgedacht, is het belangrijk om te polsen hoe eenieder hier tegenover staat. Tijdens overleggen waarbij deze ruwe uitwerking van de oplossing wordt voorgedragen, is het handig om met een Roos van Leary-blik door de ruimte te (laten) kijken. Hoe wordt het ontvangen, wat zijn de voors, wat zijn de tegens. Let op dat je niet in een 'ja, maar'-gesprek belandt; je bent informatie aan het verzamelen en aan het kijken naar de (on)mogelijkheden. Het besluit wordt later pas genomen als de uitwerking helemaal klaar is en een en ander verder afgewogen is, bijvoorbeeld in een scenario-uitwerking. Mocht er veel informatie te halen zijn n.a.v. de pitch, dan kunnen bilaterale vervolggesprekken helpen. In deze situatie is het juist fijn als het idee nog niet 100% doordacht is. Hoe meer effort er in de oplossing zit, des te groter de kans dat de behoefte ontstaat deze te verdedigen en alle aanvallen op het idee te pareren. Aangezien het gaat om het oplossen van een probleem, kunnen aanvullende inzichten juist helpen.
In deze groepsgesprekken is het interessant om de minder uitgesproken personen te polsen (niet uitgesproken = onder in de Roos van Leary). Vooral degenen die tegen zijn maar nog niets hebben gezegd, zijn heel belangrijk. Wat zijn de redenen waarom er niets gezegd wordt, wat zit daarachter? Soms is het niet handig deze mensen in de groep te benaderen (bijvoorbeeld, men vindt het juist onprettig om in een groep te praten). Je kunt deze personen ook buiten een overleg aanspreken. Zorg dat je de puzzelstukjes blijft verzamelen. Als ook deze personen gehoord zijn en hun info in de uitwerking kan worden meegenomen, dan is het plan wederom kansrijker dan voorheen. Luisteren betekent niet per definitie dat er met alles ook echt iets mee gedaan dient te worden. Belangrijkste hierbij is mijns inziens het expliciet kiezen. Informeer de anderen wel waarom je bepaalde input wel en bepaalde input niet in de uitwerking hebt verwerkt; je hebt niet voor niets aan deze personen hun mening gevraagd. Een goede afhandeling van de terugkoppeling is wel zo netjes.
Naar: Persoonlijke groei
Naar: Team groei
Naar: Implementatiefase 1
Gedachte experiment:
Welke personen zijn het moeilijkst te spotten als je een idee aan het pitchen bent?
De personen die tegen zijn maar niets zeggen en liefst neutraal blijven in hun reacties, zijn het moeilijkst te herkennen. Het lastige hierbij is dat wanneer je zelf aan het woord bent, het nog moeilijker is om non-verbaal gedrag te lezen. Bij het uitdragen van jouw idee, wil je wel graag weten hoe dit door eenieder ontvangen wordt.
Onuitgesproken tegenstanders
Als de oplossing is verzonnen en uitgedacht, is het belangrijk om te polsen hoe eenieder hier tegenover staat. Tijdens overleggen waarbij deze ruwe uitwerking van de oplossing wordt voorgedragen, is het handig om met een Roos van Leary-blik door de ruimte te (laten) kijken. Hoe wordt het ontvangen, wat zijn de voors, wat zijn de tegens. Let op dat je niet in een 'ja, maar'-gesprek belandt; je bent informatie aan het verzamelen en aan het kijken naar de (on)mogelijkheden. Het besluit wordt later pas genomen als de uitwerking helemaal klaar is en een en ander verder afgewogen is, bijvoorbeeld in een scenario-uitwerking. Mocht er veel informatie te halen zijn n.a.v. de pitch, dan kunnen bilaterale vervolggesprekken helpen. In deze situatie is het juist fijn als het idee nog niet 100% doordacht is. Hoe meer effort er in de oplossing zit, des te groter de kans dat de behoefte ontstaat deze te verdedigen en alle aanvallen op het idee te pareren. Aangezien het gaat om het oplossen van een probleem, kunnen aanvullende inzichten juist helpen.
In deze groepsgesprekken is het interessant om de minder uitgesproken personen te polsen (niet uitgesproken = onder in de Roos van Leary). Vooral degenen die tegen zijn maar nog niets hebben gezegd, zijn heel belangrijk. Wat zijn de redenen waarom er niets gezegd wordt, wat zit daarachter? Soms is het niet handig deze mensen in de groep te benaderen (bijvoorbeeld, men vindt het juist onprettig om in een groep te praten). Je kunt deze personen ook buiten een overleg aanspreken. Zorg dat je de puzzelstukjes blijft verzamelen. Als ook deze personen gehoord zijn en hun info in de uitwerking kan worden meegenomen, dan is het plan wederom kansrijker dan voorheen. Luisteren betekent niet per definitie dat er met alles ook echt iets mee gedaan dient te worden. Belangrijkste hierbij is mijns inziens het expliciet kiezen. Informeer de anderen wel waarom je bepaalde input wel en bepaalde input niet in de uitwerking hebt verwerkt; je hebt niet voor niets aan deze personen hun mening gevraagd. Een goede afhandeling van de terugkoppeling is wel zo netjes.
Naar: Persoonlijke groei
Naar: Team groei
Naar: Implementatiefase 1
Gedachte experiment: