A32. Overbodige baan

Heb ik een overbodige baan? ‍
Als de productieketen niet wordt onderbroken van begin tot eindproduct zonder jouw inzet, dan heb je mogelijk een overbodige baan. In dat geval is je baan waarschijnlijk meer gericht op randvoorwaarden zoals kostenbesparing, snelheid of hogere kwaliteit, wat zeker ook belangrijk kan zijn.

Componenten van overbodige banen zijn onder andere:

  • Overleggen zonder zichtbare/ duidelijke toevoeging aan het eindproduct
  • Uitvoeren van controles
  • Stellen van vragen via e-mail
  • Opstellen van uitwerkingen waar nooit vragen op volgen
  • Het niet ontvangen van hulpvragen
  • Het inzetten van veto's op onderdelen die niet tot je eigen functie behoren
  • Vertragingen in systemen/ het niet creëren/ werken met linkjes/ sneltoetsen e.d.
  • Het overtikken van geprinte data

De (minder) overbodige baan: ‍
Er lijken steeds meer schakels in de keten van grondstof tot eindproduct te ontstaan, waaronder afdelingen, bedrijven, disciplineteams en lijnmanagement, waar jij ook deel van uitmaakt. Banen worden gecreëerd die gekoppeld zijn aan controles, management en specialisaties. Maar deze schakels in de keten kosten tijd, geld en leveren ook werk op voor anderen binnen de processen. Kortom: wat zou er gebeuren als mijn baan er niet zou zijn? Wat is mijn invloed in de keten en hoe kan ik nog meer bijdragen aan dit proces van begin tot eind? Dit kan betekenen dat er minder vragen door jou, maar ook door anderen, gesteld hoeven te worden. Wanneer heb je voor het laatst in de groep hierover gesproken? Hoe wordt bij jullie bewaakt dat processen kort worden gehouden en dat de benodigde kwaliteit wordt gehaald?"

Het idee dat banen, processen of activiteiten binnen een organisatie dienen bij te dragen aan toegevoegde waarde en efficiëntie is geworteld in verschillende management- en organisatietheorieën. Hier zijn enkele theorieën en concepten die relevant kunnen zijn:

  1. Lean Manufacturing/Lean Management: Deze benadering richt zich op het elimineren van verspillingen in het productieproces. Activiteiten die geen waarde toevoegen voor de klant worden als verspilling beschouwd en moeten worden verminderd of geëlimineerd.
  2. Toegevoegde Waarde Theorie: Deze theorie stelt dat organisaties waarde moeten toevoegen aan hun producten of diensten gedurende het productieproces. Activiteiten die geen waarde toevoegen, moeten worden heroverwogen.
  3. Business Process Reengineering (BPR): BPR houdt in dat organisaties hun processen opnieuw ontwerpen om efficiënter te worden. Overbodige stappen en activiteiten worden geëlimineerd om de algehele prestaties te verbeteren.
  4. Theory of Constraints (TOC): Deze theorie benadrukt het identificeren en beheren van beperkingen binnen een systeem om de algehele efficiëntie te verbeteren. Activiteiten die niet bijdragen aan het overwinnen van beperkingen worden in twijfel getrokken.
  5. Agile Management: In een agile benadering van management ligt de nadruk op adaptiviteit, samenwerking en continue verbetering. Overleggen, controles en andere activiteiten worden regelmatig beoordeeld op hun waarde.
  6. Total Quality Management (TQM): TQM richt zich op het verbeteren van de kwaliteit van processen en producten. Overbodige activiteiten die geen bijdrage leveren aan kwaliteitsverbetering worden geïdentificeerd en aangepakt.
  7. Kaizen: Dit is een Japanse filosofie van continue verbetering. Het moedigt werknemers aan om voortdurend te streven naar kleine, incrementele verbeteringen in processen.

De genoemde concepten variëren in hun benaderingen, maar ze delen het idee dat organisaties streven naar optimalisatie, efficiëntie en het toevoegen van waarde. Het bewustzijn van de eigen rol in de organisatorische keten en het kritisch kijken naar activiteiten die niet bijdragen aan de algehele doelstellingen zijn sleutelprincipes in deze theorieën.

Door gebruik te maken van het MEC concept tijdens overleggen, kunnen doorstroomtijden worden verkort.

Naar: A. Persoonlijk
Naar: B. Team

Gedachte experiment:

  • Wat is jouw aandeel in de keten, wat gebeurt er als jouw rol wegvalt?
  • Hoe kan jij er voor zorgen dat jouw aandeel in de keten groeit?
  • Hoe ver in de keten heb jij contacten/ verbindingen met anderen (waarom wel of niet)?
  • Is het mogelijk om over de grenzen heen werk met anderen in de keten efficiënter te maken?

A32. Overbodige baan

Heb ik een overbodige baan? ‍
Als de productieketen niet wordt onderbroken van begin tot eindproduct zonder jouw inzet, dan heb je mogelijk een overbodige baan. In dat geval is je baan waarschijnlijk meer gericht op randvoorwaarden zoals kostenbesparing, snelheid of hogere kwaliteit, wat zeker ook belangrijk kan zijn.

Componenten van overbodige banen zijn onder andere:

  • Overleggen zonder zichtbare/ duidelijke toevoeging aan het eindproduct
  • Uitvoeren van controles
  • Stellen van vragen via e-mail
  • Opstellen van uitwerkingen waar nooit vragen op volgen
  • Het niet ontvangen van hulpvragen
  • Het inzetten van veto's op onderdelen die niet tot je eigen functie behoren
  • Vertragingen in systemen/ het niet creëren/ werken met linkjes/ sneltoetsen e.d.
  • Het overtikken van geprinte data

De (minder) overbodige baan: ‍
Er lijken steeds meer schakels in de keten van grondstof tot eindproduct te ontstaan, waaronder afdelingen, bedrijven, disciplineteams en lijnmanagement, waar jij ook deel van uitmaakt. Banen worden gecreëerd die gekoppeld zijn aan controles, management en specialisaties. Maar deze schakels in de keten kosten tijd, geld en leveren ook werk op voor anderen binnen de processen. Kortom: wat zou er gebeuren als mijn baan er niet zou zijn? Wat is mijn invloed in de keten en hoe kan ik nog meer bijdragen aan dit proces van begin tot eind? Dit kan betekenen dat er minder vragen door jou, maar ook door anderen, gesteld hoeven te worden. Wanneer heb je voor het laatst in de groep hierover gesproken? Hoe wordt bij jullie bewaakt dat processen kort worden gehouden en dat de benodigde kwaliteit wordt gehaald?"

Het idee dat banen, processen of activiteiten binnen een organisatie dienen bij te dragen aan toegevoegde waarde en efficiëntie is geworteld in verschillende management- en organisatietheorieën. Hier zijn enkele theorieën en concepten die relevant kunnen zijn:

  1. Lean Manufacturing/Lean Management: Deze benadering richt zich op het elimineren van verspillingen in het productieproces. Activiteiten die geen waarde toevoegen voor de klant worden als verspilling beschouwd en moeten worden verminderd of geëlimineerd.
  2. Toegevoegde Waarde Theorie: Deze theorie stelt dat organisaties waarde moeten toevoegen aan hun producten of diensten gedurende het productieproces. Activiteiten die geen waarde toevoegen, moeten worden heroverwogen.
  3. Business Process Reengineering (BPR): BPR houdt in dat organisaties hun processen opnieuw ontwerpen om efficiënter te worden. Overbodige stappen en activiteiten worden geëlimineerd om de algehele prestaties te verbeteren.
  4. Theory of Constraints (TOC): Deze theorie benadrukt het identificeren en beheren van beperkingen binnen een systeem om de algehele efficiëntie te verbeteren. Activiteiten die niet bijdragen aan het overwinnen van beperkingen worden in twijfel getrokken.
  5. Agile Management: In een agile benadering van management ligt de nadruk op adaptiviteit, samenwerking en continue verbetering. Overleggen, controles en andere activiteiten worden regelmatig beoordeeld op hun waarde.
  6. Total Quality Management (TQM): TQM richt zich op het verbeteren van de kwaliteit van processen en producten. Overbodige activiteiten die geen bijdrage leveren aan kwaliteitsverbetering worden geïdentificeerd en aangepakt.
  7. Kaizen: Dit is een Japanse filosofie van continue verbetering. Het moedigt werknemers aan om voortdurend te streven naar kleine, incrementele verbeteringen in processen.

De genoemde concepten variëren in hun benaderingen, maar ze delen het idee dat organisaties streven naar optimalisatie, efficiëntie en het toevoegen van waarde. Het bewustzijn van de eigen rol in de organisatorische keten en het kritisch kijken naar activiteiten die niet bijdragen aan de algehele doelstellingen zijn sleutelprincipes in deze theorieën.

Door gebruik te maken van het MEC concept tijdens overleggen, kunnen doorstroomtijden worden verkort.

Naar: A. Persoonlijk
Naar: B. Team

Gedachte experiment:

  • Wat is jouw aandeel in de keten, wat gebeurt er als jouw rol wegvalt?
  • Hoe kan jij er voor zorgen dat jouw aandeel in de keten groeit?
  • Hoe ver in de keten heb jij contacten/ verbindingen met anderen (waarom wel of niet)?
  • Is het mogelijk om over de grenzen heen werk met anderen in de keten efficiënter te maken?