A05. Ja maar

A06. Groei

A08. Liever teveel

A09. Gezonde fouten

A11. Een gave

A13. Verantwoord opdrachtnemer

A14. Vertrouwensbreuk

A15. jij of ik

A16. Mail misinterpretatie

A19. Jip en Janneke

A22 1 persoon zegt wat 10 anderen denken

A23. Verwachtingen

A25. Onderschatten en overdrijven

A26. De manager groeifases

A31 Snoeppot mentaliteit

A32. Overbodige baan

A34. Charismatisch

A35 Loyaliteit

B03. Loslaten

B04. Ben de manager

B06. Back-up in the lead

B07. Wandelgang informatie

B09. Overlappen

B10. Krachtgebruik

B11. Verantwoord opdrachtgever

B12. Non-verbaal lezen

B13. Omdenkers

B14. Generatie mix

B15 Complimenten

Vertrekkende medewerker B17

B18 De sturingsdobbelsteen

B19 Dezelfde uitkomst

2f. Raak je werk aan

2g. Gegevens of informatie

3f. Proces of inhoud

3g. Scenario analyse

3i. Triggerwoorden

4f. Beslisgroep

4g. Sessie of bilat

5g. Verslag, acties en besluiten

D03. Vrije gedachte ruimte

D04. Thermometer/ Barometer

E11. Johari vensters

E13. Piramide van Maslow

E15. Management drives

E16. Roos van Leary

E17. 7 verspillingen

De 'Ja Maar' Valstrik:
In communicatie vormt het gebruik van 'ja maar' vaak een struikelblok. Door 'ja maar' te zeggen, zeg je eigenlijk 'nee'. Je geeft op een net wat aardigere manier aan het niet eens te zijn met de ander. In een gesprek met herhaaldelijk gebruik van "ja maar", ligt de nadruk meer op zelfverdediging dan op begrip. Beiden zijn bezig met een eigen boodschap en luisteren selectief naar de ander (welk argument ontkracht zijn standpunt). Hoe langer het gesprek op dit onderdeel des te groter de kans dat de standpunten steeds verder tegenover elkaar komen te staan.

Ingraven en "de wet der argumenten":
Bij een woordenstrijd waarbij beide partijen zich ingraven in hun eigen standpunten, kan een strijd ontstaan waarbij er wordt gekeken wie de meeste argumenten kan verzinnen. Het idee dat degene met de meeste argumenten gelijk heeft, is een misvatting. In het gesprek kan het voelen dat je 'verloren' hebt als je minder argumenten hebt, maar blijf onthouden kwaliteit overtreft kwantiteit. En het gaat ook niet over het laatste wat gezegd is.

Transformeer naar 'Ja En':
Een 'ja maar'-gesprek kan evolueren naar een constructievere 'ja en'-benadering. Hierbij worden verschillende perspectieven gecombineerd tot een gezamenlijk begrip. Zelfs als jouw idee niet de leidraad wordt, blijft er ruimte voor constructieve bijdragen. Door aspecten waar mogelijk samen te voegen kunnen beiden het succes van het idee ervaren.

(iets) anders benadert:

  • Werk het idee uit: Om uit de 'ja maar'-val te komen, kan het nuttig zijn het gesprek te pauzeren en af te spreken dat ideeën eerst verder worden uitgewerkt voordat het gesprek wordt hervat.
  • Surfen: Als je merkt dat het idee nog niet aanslaat kan je kijken hoe jij kan bijdragen wat men nu aan het bereiken is en als dat afgelopen is daarna jou idee te opperen.
  • Idee planten: Als je niet tegenover elkaar komt te staan in de standpunten heb je ook geen 'strijd'. Opper je idee, als er een 'ja maar' komt laat je het los. Het idee is verteld, mogelijk komt deze vanuit de ander vanzelf terug als de uitwerking die nu gekozen wordt niet voldoende oplossing biedt.
  • Win-Win: Hoe groter de discussie wordt des te belangrijker het is om de win-win gedachte te blijven onthouden. Als er iemand de strijd gaat verliezen kan dat op latere tijd op een totaal andere manier toch een verlies gaan betekenen. Dit is niet nodig en zelfs risicovol.

Naar: Persoonlijk
Naar: Team

Gedachte experiment:

  • Hoe vaak zeg je 'ja maar' en waarom zeg je dat?
  • Is het mogelijk om vaker 'ja en' te zeggen en wat is het risico als je dat doet?
  • Wat zijn jouw strategieën om vastzittende gesprekken te doorbreken en constructieve dialogen te stimuleren?

Hoe kan het beter?
Door mogelijkheden aan te pakken. Blijf jezelf ontwikkelen. Je bent nooit uitgeleerd. Maak gezonde fouten. Verdiep je expertise. Verbind de raakvlakken. Leer meer over hoe we onderling communiceren.

Groei:
Persoonlijke groei is ook team groei. Als jij er voor zorgt dat het werk net iets makkelijker gaat in het team, krijgen anderen in het team ook weer iets meer ademruimte. En je kan je nieuwe kennis delen met de teamleden, zodat die ook hier een voordeel in kunnen krijgen. Daarnaast is het goed voor de teamspirit. Door jezelf te ontwikkelen doe je kennis op, waardoor het in de toekomst in je (nieuwe) werkomgeving het weer net een stukje makkelijker gaat dan voorheen. Werk aan jezelf, dan werk je ook aan je sterke team. Het geeft meerdere voordelen:

  1. Je kan je eigen werk in de toekomst makkelijker uitvoeren.
  2. Je kan makkelijker verbanden leggen en doordat je iets meer tijd over houdt kan je anderen helpen.
  3. De persoonlijke groei levert zo ook team groei op (iedereen kan het voordeel hiervan plukken).
  4. Groei levert ervaring en positiviteit op wat leidt tot betere samenwerking. Alles gaat net weer even iets makkelijker.
  5. Aangezien het leren ook kan leiden tot zoeken van nieuwe uitdagingen kan je daarmee uiteindelijk ook het team gaan ontgroeien.
  6. Als er gezamenlijke positiviteit uit kan worden gehaald neem je deze ervaring ook mee naar de nieuwe toekomstige werkplekken.  

Blijf naar jezelf kijken => Hoe en waar kan en wil je groeien en wie kan je hierbij helpen. Kijk ook naar de werkzaamheden (net) buiten je eigen huidige vakgebied. Wellicht zijn er back-up mogelijkheden in een ander vakgebied, om zo je expertise te verbreden. Jij als persoon bent en blijft het belangrijkste, werk is een activiteit waar je altijd zelf voor kiest om dat te doen (met sterk gemotiveerde redenen).

Naar: A. Persoonlijk
Naar: B. Team

Gedachte experiment:

  • Hoe zorg jij er voor dat groei voor anderen mogelijk is?
  • Is groei nog mogelijk?
  • Is er in de organisatie tijd voor groei, is dit onderdeel van de managementgedachten waarmee gestuurd wordt?

Hoe weet je wat het minst leuk is aan je werk + hoe kom je er vanaf?
Door te zorgen dat je teveel werk hebt. verzamel meer verschillende soorten werk. Het werk wat je het leukste vindt/ je het makkelijkste af gaat ga je waarschijnlijk als eerste doen. Het minder leuke werk blijft liggen.

Te veel werk (1)
Als je teveel werk hebt focus dan de werkzaamheden die je het meeste liggen. Je vind deze werkzaamheden leuk en door er veel aan te werken wordt je hier ook beter in. Het werk wat je minder leuk vind of je minder makkelijk af gaat blijft liggen/ hou je over. Bepaal of je dat werk wel echt leuk vind + wil je dat blijven doen? Kijk om je heen naar de teamleden die je kunnen helpen met het resterende voor jou minder leuke deel van je werk. Wellicht willen anderen deze werkzaamheden zelfs overnemen omdat het werk wel aansluit op wat zij leuk vinden. Kijk of je werk kan ruilen. Er zijn vaak veel raakvlakken binnen het werk. Het werk begint en eindigt vaak niet bij 1 persoon maar betreft een samenwerking van meerdere personen. Blijf samen in gesprek. Samen kijk je hoe het totaal met zo weinig mogelijk energie verspilling gerealiseerd kan worden.

Te veel werk (2)
Je hebt gekeken of je werkzaamheden kunt overdragen naar andere teamleden, maar dat is niet het geval. Het is gewoon teveel werk. Praat er over met het team of met je manager. Welke werkzaamheden kunnen worden overgedragen? Het werk is continu in ontwikkeling. Iets wat een maand geleden binnen 5 minuten geregeld was kan nu goed uren duren. Deze ontwikkelingen hangen van veel verschillende factoren samen. Daarnaast kan ook bij jou er ontwikkeling zijn in je werk/ privé balans. Wellicht zijn er ontwikkelingen die jou bezig blijven houden, waardoor je minder gedaan krijgt. De boog kan niet altijd gespannen blijven staan, hoe langer de spanning aanhoud des te minder de flexibiliteit zal worden. Ook een belangrijke taak voor de manager en het team om deze signalen te blijven opzoeken en zo de medewerker te blijven beschermen en helpen.

Te veel werk (3)
Het kan zijn dat je ook na afstemmingen met het team en je manager je het werk toch niet kan overdragen. Blijf voor zover dat kan baas over je eigen leven. Kies zelf wat je nog wel en wat je niet meer gaat doen. Geef aan dat bepaalde werkzaamheden niet meer gedaan gaan worden. De andere oplossing, negeren van het probleem op korte termijn en uiteindelijk overspannen/ met een burn-out thuis zitten is voor niemand een goede oplossing. Blijf zelf in control, kijk naar loyaliteiten en IBO. Zorg voor mensen om je heen waar je over dit probleem kan blijven praten, dat kan ook privé een vriend of vriendin zijn. Deze werkplek is uiteindelijk maar een werkplek, nooit een goede reden om zelf er aan onder door te gaan, blijf altijd voor jezelf kiezen.

Te veel werk (4)
Als laatste kan het zijn dat je denkt, klinkt allemaal leuk maar ik ga mijn baan niet opzeggen, ik krijg geen gehoor het is allemaal teveel, dan ga ik er maar aan onderdoor (of positief geformuleerd, morgen zal het vast allemaal wel beter zijn). In dat geval is er nog een ander redmiddel. Waar heb je het meeste last van als het blijft liggen, focus op dat deel van het werk. Als de rest blijft liggen, dan blijft het liggen. De organisatie is groter dan jou. Jouw problemen kunnen ook zomaar de problemen zijn van anderen. Niet alle werkzaamheden zijn even belangrijk. Als er werk blijft liggen wil niet zeggen dat alles daarna fout gaat. Soms is de organisatie er nog niet aan toe te veranderen. Kijk hoe jij je trouw gekoppeld hebt aan de organisatie en is het mogelijk om ook los te laten, zodat je jezelf kan beschermen. Mocht jouw werk blijven liggen en dit de aanpak van de organisatie zijn, dan kan het zomaar zo zijn dat bij anderen ook werk blijft liggen, dit kan zomaar onderdeel van de norm zijn.

Te weinig werk
Als er teamleden zijn die de tijd hebben om alles in de puntjes uit te werken of te controleren dan kan het zijn dat deze persoon te weinig werk heeft. Is het wenselijk/ noodzakelijk dat alles echt helemaal uitgeplozen wordt, helpt dat voor het eindproduct? Zo ja blijven doen, zo nee wellicht een goed moment om het werk te herverdelen. Niet iedereen heeft het geluk tijd beschikbaar te hebben voor alle details. Bij een scheve werkverdeling kan dat (wederzijdse) irritatie in de hand werkt. Door het werk te herverdelen kan er voor gezorgd worden dat de totale werktijd van het team beter wordt benut en tijd voor detaillering gelijkmatiger verdeeld is.

10.000 uur:
De theorie van de 10.000-uur regel, voorgesteld door Anders Ericsson, stelt dat het ongeveer 10.000 uur gerichte oefening kost om een ​​expert te worden in een bepaald vakgebied. Deze regel is gebaseerd op het idee dat excellentie in welk domein dan ook voornamelijk het resultaat is van langdurige en doelgerichte oefening, in plaats van louter aangeboren talent.

Anders Ericsson, een Zweedse psycholoog, onderzocht jarenlang de bronnen van expertise en de ontwikkeling van uitzonderlijke prestaties. Hij ontdekte dat mensen die opmerkelijke vaardigheden bereikten, zoals professionele musici, atleten, wetenschappers en anderen, vaak duizenden uren hadden besteed aan intensieve, gefocuste training en oefening.

De 10.000-uur regel impliceert dat het niet alleen gaat om de hoeveelheid tijd die wordt besteed aan oefenen, maar ook om de kwaliteit van die oefening. Gerichte, doelbewuste oefening, waarbij iemand zich richt op specifieke aspecten van verbetering en voortdurende feedback ontvangt, is essentieel voor het ontwikkelen van expertise.

Het is belangrijk op te merken dat de 10.000-uur regel geen absolute regel is, maar eerder een algemeen richtsnoer. De hoeveelheid tijd die nodig is om een ​​expert te worden kan variëren afhankelijk van factoren zoals individuele verschillen in talent, motivatie, de aard van het vakgebied en de kwaliteit van de training. Sommige mensen kunnen expertise bereiken met minder uren oefening, terwijl anderen mogelijk meer tijd nodig hebben.

Desalniettemin benadrukt de 10.000-uur regel het belang van consistentie, toewijding en doelgerichte oefening als fundamentele ingrediënten voor het bereiken van uitmuntendheid en expertise in welk vakgebied dan ook.

Naar: Persoonlijk‍
Naar: Team

Gedachte experiment:

  • Heb jij werktijd over of juist werktijd te kort?
  • Zijn er personen om jou heen die het tegenovergestelde hebben en kunnen jullie het herverdelen?
  • Wat houdt jou of de ander tegen om daar het gesprek over aan te gaan, kan er iemand hierbij helpen?

Het is goed om fouten te maken
Het betekent dat je een minder conventioneel pad bewandelt, een pad dat rijk is aan mogelijkheden voor persoonlijke groei. Net zoals op school, waar oefeningen en fouten helpen om nieuwe inzichten te verkrijgen, zijn fouten essentieel voor groei. Toch is dit pad ook gevaarlijk, omdat fouten vaak gepaard gaan met straf. In dergelijke gevallen is het belangrijk om de steun te hebben van je manager of andere teamleden.

Gezonde fouten:
Het is gezond om fouten te maken, omdat ze ons in staat stellen te begrijpen wat wel en niet werkt, en waarom. De grens tussen goed en fout is voortdurend in beweging door veranderingen in normen, waarden, productietechnieken en teamdynamiek. Als we te voorzichtig zijn, blijft veel potentieel onbenut. Het is cruciaal om deze fouten te herkennen, zodat ze niet worden geïntegreerd in standaard processen. Blijf kritisch. Waarom doen we de dingen die we doen.  Onbedoelde fouten kunnen gemakkelijk in het proces sluipen. Het is niet handig om vast te houden aan de opmerking "wij doen dit altijd zo". Bovendien kunnen doorlooptijden worden verkort als we fouten durven te maken en niet streven naar perfectie. Het vroegtijdig delen van concepten biedt anderen de kans om hun eigen inbreng te leveren, wat uiteindelijk kan resulteren in een meer gedragen product of concept.

Tips:

  1. Accepteer en omarm fouten: Zie fouten als natuurlijke en waardevolle onderdelen van het leerproces. Moedig een cultuur aan waarin het maken van fouten wordt gezien als een kans om te leren en te groeien.
  2. Reflecteer en analyseer: Neem de tijd om fouten te analyseren en te begrijpen wat er is misgegaan en waarom. Dit kan helpen om patronen te identificeren en toekomstige fouten te voorkomen.
  3. Communiceer openlijk: Moedig open communicatie aan binnen het team, waarin fouten zonder angst kunnen worden besproken. Dit helpt om eventuele problemen snel aan te pakken en te corrigeren.
  4. Leer van anderen: Deel verhalen over fouten en lessen die zijn geleerd met anderen binnen de organisatie. Dit kan een waardevolle bron van kennis en inspiratie zijn voor iedereen om van te profiteren.
  5. Blijf flexibel en veerkrachtig: Wees bereid om aanpassingen te maken en nieuwe benaderingen te proberen als reactie op fouten. Flexibiliteit en veerkracht zijn essentieel voor het omgaan met veranderingen en uitdagingen.

Ongezonde fouten:
Niet alle fouten zijn wenselijk. Als een fout bijvoorbeeld leidt tot faillissement, letsel of het falen van een team, dan zijn deze fouten ongewenst. Persoonlijke ontwikkeling mag niet ten koste gaan van alles.

Foutloos:
Heb je deze week al een fout gemaakt? Zo ja, goed zo! Je bent bezig met ontwikkeling en houdt jezelf scherp. Anderen zien dat je een mens bent en geen robot. Je bent een voorbeeld voor anderen! Zo niet, dan liggen er nog volop kansen voor groei deze week.

Naar: Persoonlijk
Naar: Team

Gedachte experiment:

  • Mogen er fouten gemaakt worden in de organisatie?
  • Is het duidelijk wat gezonde fouten zijn en ongezonde fouten, zijn deze in de organisatie herkenbaar?
  • Hoe wordt er gestuurd op de fouten die gemaakt worden? 
  • Hoe ga jij in de praktijk om met fouten die door anderen of jezelf gemaakt worden?

Iedereen is uniek
Dit betekent dat iedere persoon een eigen set normen en waarden, specifieke gaven en kwaliteiten, levenservaringen en valkuilen heeft. Deze diversiteit brengt zowel enorme potentie als potentiële uitdagingen met zich mee. Als willekeurige individuen samenkomen, kan dit leiden tot mooie samenwerkingen, maar het kan ook minder vruchtbaar zijn.

Samenwerking hangt vaak af van de noodzaak
Als er zich een probleem voordoet en anderen in de omgeving dat ook ervaren, kan er een natuurlijke neiging ontstaan om samen te werken aan het oplossen van dat probleem. Hierbij maken mensen automatisch gebruik van de unieke kwaliteiten die elk individu in de groep te bieden heeft. Sommige mensen zullen misschien prominenter aanwezig zijn dan anderen. Normen en waarden worden tijdens dit groepsproces vaak impliciet vergeleken, en de effectiviteit van de samenwerking wordt beoordeeld. Meestal gebeurt dit onopvallend, tenzij expliciet besproken, zoals tijdens teambuildingsdagen. De uitkomst van deze samenwerking kan succesvol zijn, minder succesvol, of zelfs uit de hand lopen, afhankelijk van de dynamiek binnen de groep.

Team kwaliteiten
Binnen een team worden de kwaliteiten van elk individu gebruikt op basis van wat al bekend is of wat nodig is voor de taak. Als er al eerder is samengewerkt, kan het zijn dat men weet welke specifieke talenten iemand heeft, wat de samenwerking efficiënter maakt. Echter, het team is mogelijk niet op de hoogte van alle kwaliteiten die beschikbaar zijn, en soms kan iemand anders in de groep beter geschikt zijn voor een bepaalde taak. Dit kan gebeuren als de persoon die het eigenlijk beter kan, dit nog niet heeft getoond, bijvoorbeeld omdat hij nieuw is in de groep of aarzelt om zijn vaardigheden te tonen, wat vaak samenhangt met normen en waarden en wat we wel en niet denken te weten.

Individueel heeft iedereen een eigen set kwaliteiten. Wanneer ze deel uitmaken van een team, bepalen ze bewust of onbewust welke van deze kwaliteiten ze willen laten zien. Urgentie speelt hierbij een belangrijke rol, evenals de bereidheid om van de groep een sterk team te maken. Als iemand iets als belangrijker beschouwt dan anderen, zal diegene eerder actie ondernemen in die richting. Dit kan vergelijkbaar zijn met een thuissituatie waarin de ene persoon het eerder vies of niet opgeruimd vindt dan de ander, wat tot onbedoelde frustraties leidt bij de ander. Het niet tonen van jouw kwaliteiten omdat voor jou de noodzaak nog niet hoog genoeg is, betekend niet dat jij hier dan minder goed in bent dan een ander. De kunst wordt om in dat geval dan toch als groep er gebruik van te gaan maken. Dat kan voornamelijk als men op de hoogte is van wat je kan (het ooit eerder getoond hebt).

Als je jezelf wilt ontwikkelen is het raadzaam om je te richten op het ontwikkelen van je gaven, omdat dit meestal je persoonlijke groei het meest stimuleert. Hetgeen waar je van nature goed in bent, interesseert je, en daar wil je graag in groeien. Toch moeten valkuilen niet genegeerd worden. Het is belangrijk om je bewust te zijn van je zwakke punten en te voorkomen dat je erin vervalt. Vraag je omgeving om je te helpen deze valkuilen te vermijden. Wat voor jou een valkuil is, kan voor een ander een kans zijn. Zo kan samenwerking tussen individuen met verschillende kwaliteiten en valkuilen leiden tot een mooie samenwerking. Je kunt in de loop van de tijd ook tips en trucs aanleren om met je valkuilen om te gaan, waardoor ze steeds minder impact hebben dan in het verleden.

Tips voor Effectieve Samenwerking:

  1. Waardeer diversiteit: Erken en waardeer de unieke kwaliteiten en bijdragen van elk teamlid. Zie diversiteit als een bron van kracht en mogelijkheid, en moedig een inclusieve cultuur aan waarin alle stemmen worden gehoord.
  2. Open communicatie: Stimuleer open communicatie en dialoog binnen het team. Moedig teamleden aan om hun perspectieven te delen en respectvol naar elkaar te luisteren. Dit helpt misverstanden te voorkomen en bevordert een cultuur van begrip en samenwerking.
  3. Bewustwording van sterke punten en valkuilen: Help teamleden zich bewust te worden van hun sterke punten en valkuilen. Moedig hen aan om te focussen op hun gaven en talenten, terwijl ze ook werken aan het vermijden of beheren van hun zwakkere gebieden.
  4. Gezamenlijke doelen: Werk samen aan gemeenschappelijke doelen en visies. Zorg ervoor dat alle teamleden zich betrokken voelen bij het bereiken van deze doelen en dat ze zich inzetten voor het succes van het team als geheel.

Door de kracht van diversiteit te omarmen en effectieve samenwerkingspraktijken toe te passen, kunnen organisaties gedijen in een steeds veranderende en veeleisende wereld. Het erkennen en benutten van de unieke bijdragen van elk individu draagt ​​bij aan een inclusieve en succesvolle organisatiecultuur.

Naar: A. Persoonlijk
Naar: B. Team

Gedachte experiment:

  • Wat zijn jouw ervaringen met het benutten van bekende kwaliteiten in een groep?
  • Hoe bewust ben jij van je eigen normen en waarden in een teamcontext?
  • Op welke manieren kun je anderen helpen bij hun valkuilen?
  • Hoe vraag jij hulp bij jouw valkuilen?

Verantwoordelijke opdrachtnemer:
Een opdrachtnemer is meer dan een partij of persoon die iets levert met een bepaald kwaliteitsniveau. Als opdrachtnemer, of je nu in loondienst bent of niet, dien je te zorgen voor voldoende transparantie, kwaliteit en inzet. Hoe laat jij zien dat je een integraal onderdeel bent van het team, de groep of de organisatie? Een opdrachtnemer is iemand die werkt voor een opdrachtgever, of dat nu in loondienst is, als inhuurkracht of als onderdeel van een uitbesteding.

Als opdrachtnemer geniet je het vertrouwen van de opdrachtgever binnen een veilige omgeving. Het misbruiken van dit vertrouwen zou verleidelijk kunnen zijn als dat jouw werkwijze is. Als jou iets wordt aangedaan, hoe reageer je dan (bevriezen, vechten, vluchten)? Jouw reactie weerspiegelt jouw karakter (en daar is geen fout in, je bent wie je bent). Dit zal ook door anderen worden onthouden voor de toekomst. Houd je aan afspraken, sta voor kwaliteit, streef ernaar om deel uit te maken van de groep, inspireer anderen, bewaak je eigen territorium, zet de extra stap zonder dat het gevraagd wordt, reflecteer regelmatig en geef ongevraagd advies.

De opdrachtgever:
Als je je dienstbaar opstelt voor de organisatie, mag je ook goed opdrachtgeverschap verwachten. Laat je niet misbruiken, en als dat toch gebeurt, laat het dan altijd jouw eigen keuze zijn met het oog op de lange termijn. Je kunt altijd een nieuwe uitdaging aangaan bij een opdrachtgever die zijn macht niet misbruikt. Iedereen verdient een goede opdrachtgever.

Naar: A. Persoonlijk
Naar: B. Team

Gedachte experiment:

  • In welke mate zorg jij dat het vertrouwen dat in jou gegeven wordt niet misbruikt wordt?
  • Wat maakt jou een goed opdrachtnemer?

Samenwerken: vertrouwensbreuk en Backstabbing:
De samenwerking kan helaas geconfronteerd worden met ernstige en soms ook onoverkomelijke uitdagingen die het fundament van de samenwerking ondermijnen. De Wax is te laat of kan helaas niet helpen. Hoe kan je hiermee omgaan?

Backstabbing:
Het idee achter backstabbing is dat de persoon die zich schuldig maakt aan dit gedrag zich voordoet als een medestander of vriend, terwijl hij in werkelijkheid intenties heeft die schadelijk zijn voor anderen. Het kan zich manifesteren in verschillende vormen, zoals roddels verzinnen, het verspreiden van negatieve informatie, het ondermijnen van de inspanningen van anderen, of actief werken tegen het succes van collega's. Dit gedrag komt vaak voor in competitieve omgevingen, waar individuen strijden om beperkte middelen, erkenning of promoties. Het kan ernstige gevolgen hebben voor de samenwerking en de algehele sfeer. Het vertrouwen wordt geschaad en de teamcohesie wordt ondermijnd. Backstabbing kan ontstaan vanuit:

  • Eerdere win-verlies situaties
  • Grote onderlinge verschillen in normen en waarden
  • Negatieve oude ervaringen uit het verleden die worden vertaald naar nieuwe mensen.
  • Prestige-ambities
  • Het beperkt aanwezig zijn van bepaalde middelen of erkenning.
  • Het ontbreken van empathie (onbewust)

In de meeste van situaties is de welwillendheid empathisch te zijn lager. Ga met elkaar het gesprek aan, maak dingen expliciet. Kijk of het mogelijk is te gaan werken aan gezamenlijke ambities en gezamenlijke successen. Maak het onderling menselijk, zoek elkaar meer op. Mail minder. Het gezamenlijk ervaren van succes, hoe klein ook, is een groot middel tot groei en het voorkomen van toekomstige negativiteit. Kijk of het mogelijk is om de samenwerking in het team samen te verbeteren. Het kan ook zijn dat je meer energie kan vinden in een andere werkomgeving.

Schelden:
Mensen schelden om verschillende redenen, en het gedrag kan voortkomen uit verschillende emoties, situaties of persoonlijke eigenschappen. Vaak zit hier het onvermogen achter dat je iets probeert duidelijk te maken, wat bij de ander (bewust of onbewust niet wil aankomen. Hier zit emotie aan gekoppeld omdat het wel belangrijk is om je punt te brengen. Het niet uit je woorden kunnen komen kan de start van het schelden zijn. Hier zijn enkele mogelijke redenen waarom mensen schelden:

  • Frustratie en woede
  • Gebrek aan communicatievaardigheden
  • Gewoonte
  • Groepsdruk
  • Uitlokking of verdediging
  • Emotionele pijn
  • Cultuur en opvoeding

Het is belangrijk op te merken dat schelden vaak niet constructief is en kan leiden tot conflicten en negatieve gevolgen in persoonlijke en professionele relaties. Het ontwikkelen van effectievere communicatievaardigheden en het begrijpen van de onderliggende oorzaken van scheldgedrag kunnen helpen om dit gedrag te verminderen. Als een discussie/overleg tijdens het werk verzandt in schelden, is de eindconclusie vaak dat één of beide personen in de toekomst het team/de opdracht/het project dienen te verlaten. Het vertrouwen is zover beschadigd dat reparatie onmogelijk is. Het is belangrijk om in deze onrepareerbare situatie te voorkomen. Mocht een situatie zover escaleren waarbij schelden een gevaar gaat worden, stop dan eerder met praten. Neem anderen mee naar het overleg, zodat je er niet alleen voor staat en de ander helpt om het gesprek eerder te beëindigen. Indien vanuit de inhoud niet meer tot oplossing kan worden gekomen, is het handig om de situatie te escaleren naar een hoger niveau waarbij er minder vanuit de inhoud een besluit wordt genomen. Hiermee blijft het mogelijk om met elkaar vanuit de inhoud te blijven samenwerken. in deze (potentiele) situatie is het gebruik van provocerende communicatie niet aan te bevelen (lees de ruimte, voel de spanning).

Opzeggen van Vertrouwen:
Wanneer iemand het vertrouwen in iemand anders opzegt, is de samenwerking beëindigd. De afhandeling van deze samenwerking kan nog doorlopen, maar dit is tijdelijk. Indien samenwerkingen toch worden voortgezet, is backstabbing of schelden een heel groot risico. Het uitgangspunt van eenieder wordt dat eigen belang beschermd dient te worden, bijvoorbeeld vanuit inhoud of vanuit samenwerkingen. De kans is groot dat er kampen gaan ontstaan. Wees bewust van het gevolg als het vertrouwen wordt opgezegd. Dit kan met veel mensen iets doen (i.r.t. is het nog wel veilig in de organisatie/het team) en kan grote ongewenste gevolgen hebben als de samenwerking daarna toch nog dient voort te zetten. Om dit te voorkomen, kan je bijvoorbeeld werken met samenwerkingen met een begin en einde. Indien de samenwerking minder goed verloopt dan eerder verwacht, zal je bij een nieuw project waarschijnlijk anderen gaan betrekken. Een andere optie is om de emotie met professionaliteit te scheiden, wat heel veel van de mens vereist en niet altijd voor eenieder haalbaar is.

Self-Fulfilling Prophecy:
Een gemene benadering om iemand het team/de organisatie uit te werken, is middels de self-Fulfilling prophecy. De kwaliteit van een persoon wordt in twijfel getrokken, zodat die persoon zich gaat verdedigen. Wat er ook gedaan wordt, er blijven vragen komen gericht op de kwaliteit van de medewerker. Doordat er veel tijd gaat zitten in de afhandeling van deze aanvallen, blijft er minder tijd over voor het werk zelf. Als deze werktijd voldoende afneemt, zal uiteindelijk blijken dat de persoon inderdaad de verwachtingen niet kan waarmaken. "Zie je wel, ik wist het dat het niet goed ging." Daar komt bij dat er niet veel personen zijn die energie halen uit aangevallen worden. Deze negativiteit stimuleert de ander andere teams/of organisaties op te zoeken waar samenwerking beter is. Deze methode wordt helaas veel gebruikt, waarbij dit ook vaak onbewust is.

Conclusie:
Als team/organisatie wil je het zo ver niet laten komen. Er is geen win-win scenario voor bovenstaande mogelijke ontwikkelingen. Blijf met elkaar in gesprek, spot tijdig mogelijke knelpunten. Stimuleer teamsucces. Blijf met elkaar in gesprek, spot tijdig mogelijke knelpunten. Stimuleer team succes. blijf met elkaar in verbinding. Escaleer tijdig. Bepaalde gedragingen komen voort uit WIVEA-verwachtingen, waar vervolgens geen aandacht aan wordt gegeven. Zorg voor informatie in tweevoud, zodat jij maar ook anderen altijd tijdig weten wat er kan spelen en daar tijdig op kunnen inhaken. Samen ben je sterker.

Naar: A. Persoonlijk
Naar: B. Team
Naar: D. Gevoel

Gedachte experiment:

  • Heb je dergelijk gedrag in de organisatie gezien, hoe ben je daar mee omgegaan?
  • Ervaar je wel eens frustraties die geen goede plek lijken te krijgen, hoe ga je daarmee om?
  • Is het wel eens gelukt om toch samen succesvol uit één van bovenstaande situaties te komen, hoe is dat verlopen?
  •  

Zelfreflectie en anderen overtuigen: In deze uitwerking gaat het erover hoe jij tegen de wereld aankijkt. Dit beeld over jezelf kan helpen om te bepalen wat een goede opvolgactie kan zijn om weer een volgende stap te zetten in je ontwikkeling. Praat je veel in de jij-vorm (je kunt dit het beste zo of zo doen) of in de ik-vorm (ik vind dit of dat)?

De ik-vorm:
Als je meer de ik-vorm gebruikt, ben je wellicht iemand die meer kijkt naar wat anderen voor jou betekenen. Iemand die graag over dingen nadenkt. Iemand die goed kan luisteren. Iemand die anderen wil helpen. Je bent mogelijk iets introverter. Zelfreflectie en persoonlijke groei liggen je wellicht al goed.

De jij-vorm:
Als je meer de jij-vorm gebruikt, ben je wellicht meer iemand die anderen iets uitlegt. Iemand die een visie wil delen. Iemand die graag richting geeft. Iemand die graag een eigen beeld wil delen met anderen. Je kunt wellicht jezelf goed verwoorden en anderen luisteren meer naar jou; je bent mogelijk iets extraverter. Het is leuk om je dromen in werkelijkheid te zien als je plan in de grotere samenwerking weer eens gelukt is.

Jij groei:
Voor de personen die iets meer in de jij-vorm praten, kan het in de zelfreflectie tot meer nieuwe inzichten leiden. Luister naar wat anderen vinden en hoe jij ervaringen van gisteren en verder terug in de tijd kunt gebruiken voor jouw groei. Hoe zou je het morgen doen als die situatie zich weer voordoet?

Ik groei:
Als je iets meer aan de ik-vorm zit, kan het interessant zijn om meer hardop te denken, je bevindingen meer te delen met anderen, zodat jouw inzichten ook de groep (eerder) kunnen helpen. Mail wat minder, praat wat meer. geef een ander eens een extra compliment. Altijd leuk om in de zelfreflectie spiegel te kijken, maar op welke manier kun jij anderen helpen in hun groei of hoe kunnen jouw dromen weer een stap verder worden gebracht? Deze acties geven ook inzichten voor je eigen persoonlijke groei die je later weer tegen de zelfreflectie kunt houden. Het gaat in deze uitwerking over de ik/jij-balans, jouw evenwicht hierin. Het uitstapje naar die andere benadering zal (als je dit minder vaak doet) mogelijk niet de makkelijkste zijn, maar hier zijn wel mooie kansen te vinden.

Naar: A. Persoonlijk
Naar: B. Team

Gedachte experiment:

  • Hoe zie jij de wereld?
  • Wie in het team praat vanuit welke verwoording en welke positie neemt deze in in het gesprek?

E-mail is niet het handigste middel om mee te praten. E-mail kan negatiever worden gelezen dan bedoeld. De klemtoon en bijhorende non-verbale signialen dat je in de toelichting gebruikt, ontbreken helaas op papier. Bij elke e-mail die je ontvangt is het de vraag hoe de zender in de boodschap staat. Het kan voorkomen dat de zender vrolijker is dan je dacht, wat waarschijnlijk iets met je doet als je dat weet. Als e-mail wordt gelezen, ga je als lezer jezelf ook (onbewust) wapenen om onderschatting van de situatie te voorkomen. Hoe langer je iemand niet gezien hebt des te meer je beeld over iemand een eigen leven kan gaan leiden.

Om te voorkomen dat de e-mail anders wordt geïnterpreteerd dan bedoeld, kun je het volgende toepassen:

  • Leg wat meer context uit bij de situatie. Wat is de situatie in het kort en wat wil je bereiken met je vraag?
  • Maak het wat persoonlijker, losser en informeler.
  • Vermijd negatieve woorden als 'moet', 'spoed', 'iedereen vindt'.
  • Maak er geen boekwerk van.
  • Spreek vaker af op kantoor.
  • Last but not least, zou het ook zonder een mail kunnen?

Naar: A. Persoonlijk
Naar: B. Team

Gedachte Experiment

  • Hoe wordt er in de organisatie met mail omgegaan?

Jip en Janneke taal
Dit staat voor een eenvoudige en goed te begrijpen uitleg. In de Jip en Janneke boekjes word voor iedereen begrijpelijk taal gebruikt. Gebruik hele korte zinnen. Dit is voor het eerst gebruikt door Peter Zuijdgeest eind jaren 80 voorlichter bij de gemeente Voorburg.

Wat er (te) vaak gebeurt als er iets uitgelegd wordt is dat ingewikkelde termen gebruikt wordt. Dit gebeurd soms bewust om vragen af te schrikken. De ontvanger van de boodschap denkt ik begrijp het niet, het zal wel dom zijn om vragen te stellen. Het is moeilijk peilbaar of anderen die er ook bij staan wel begrijpen wat er gezegd wordt. In dat geval wordt er door de zender interessant en deskundig gedaan, maar snapt het merendeel niet wat er gezegd wordt. Het is onduidelijk of en wie het eens is met de inhoudt. Aangezien je zelf het verhaal ook aan het aanhoren bent kan je ook de beredenering hanteren "als ik het snap dan snapt de ander het ook, als ik het niet snap dan snapt een ander het ook niet". Vooral als er containerbegrippen of vaktermen worden gebruikt is dit snel het geval. Hier staat tegenover dat de zender ook kan denken kundig over te komen tegenover bv vakgenoten die de uitleg wel begrijpen.

Containerbegrippen
Containerbegrippen zijn algemene termen of abstracte concepten die vaak worden gebruikt in communicatie, maar die verschillende interpretaties kunnen hebben afhankelijk van de context. Deze termen zijn vaak breed en vaag, waardoor ze voor verschillende mensen verschillende betekenissen kunnen hebben. Het gebruik van containerbegrippen kan leiden tot verwarring en misverstanden, vooral als de spreker en luisteraar niet dezelfde interpretatie hebben. Voorbeeld: "iedereen weet wel wat ik daarmee bedoel" is een hele vage zin. Deze zin heeft tot doel het publiek de mond te snoeren, je wil niet dom overkomen dus zal de zender vast gelijk hebben wat het ook is wat deze probeert te zeggen.

Vaktermen
Een andere methode om de ander gedachtedood te maken is het gebruik maken van vaktermen. Er wordt niet uitgelegd maar juist het tegenovergestelde. Het wordt ingewikkelder. Dit kan (on)bewust worden gedaan om te voorkomen dat de ander nog zelf een eigen mening kan vormen over wat er gezegd wordt. Als het de bedoeling is dat zoveel mogelijk ontvangers snappen wat je zegt, voorkom dan deze termen of leg uit wat de term betekent in het verhaal.

Als je zoveel mogelijk mensen wil bereiken met een bepaalde boodschap hou het dan simpel. Stel vragen als je het niet snapt. Het is aan de zender van de boodschap de opdracht om dit begrijpelijk te maken en begrijpelijk te houden. Als dit in groepsverband lastig is (het is een heel verhaal) dan kan het 1 op 1 gesprek helpen of kan je een scenario analyse vragen, waarmee je de boodschap waarschijnlijk beter/ op maat kan uitleggen. Als de zender van de boodschap niet duidelijker wil worden, kan het zomaar zo zijn dat deze ook zijn verhaal niet scherp heeft. Deze hoopt dat door het vaag te houden vragen voorkomen kunnen worden. Door gebruik van moeilijke woorden hoopt de spreker deskundig over te komen zodat vertrouwen niet verloren gaat.

Naar: A. Persoonlijk
Naar: B. Team
Naar: C5. Implementatiefase 2

Gedachte experiment:

  • Hoe leg jij complexe informatie uit in begrijpelijke taal?
  • Gebruik je veel containerbegrippen?
  • Worden er vragen gesteld als je iets uitlegt?

Als één persoon iets tegen je zegt wat mogelijk net wat gevoelig ligt, zijn er 10 andere personen dit ook dachten. Kan het signaal worden genegeerd of is dit iets om juist serieus te nemen. Je kan denken, de rest zei niks, dit is een uitzondering dat kan ik negeren. Hoe weet je zeker dat dat ook zo is? Als er een hiërarchisch functie verschil is of je bent de spreker in een groep dan is de kans groter dat er meer personen zijn die niet hun eigen mening zullen delen. Ben zeker in die situaties blij als anderen zich ook uitspreken.

Waarom kan je hier blij om zijn:

  • Niet iedereen is van nature even uitgesproken.
  • Sommige personen vinden het zowiezo onprettig om iets in groepsverband te zeggen.
  • Het kan gevaarlijk zijn om een eigen mening te hebben (gevaar van ontslag).
  • Het kan zijn dat er wordt gedacht ik wordt toch niet gehoord.
  • Het kan verboden zijn om fouten te maken. Men is niet zeker genoeg of hun mening fout is of niet.

Tips die hierbij kunnen helpen:

  • Neem elk signaal serieus, bedenk dat het niet 1 mening is maar dat het 10 meningen zijn. Haal de eventuele emotie uit de mening, bekijk de voor's en tegens. Laat of maak zelf een scenario analyse om te kijken wat de voors en tegens zijn.
  • Ga eens wat vaker koffie halen. Als er veel wandelgang informatie is, is het minder veilig, is er minder uitgesproken mening in de groep.
  • Check of het voor komt dat er personen ontslagen worden. Zo ja, dan kan je verwachten dat de meesten zich minder zullen uitspreken, vooral als er een hiërarchisch verschil is.
  • Laat iemand het non-verbaal gedrag lezen als er iets nieuws verteld wordt en stem het geobserveerde later samen af.
  • Verbeter de veiligheid/ stimuleer groei van sterke teams.
  • Stimuleer/ check of er beschermers zijn voor personen die zich durven uit te spreken.

Naar: A. Persoonlijk
Naar: B. Team

Gedachte experiment:

  • Hoe is de betrokkenheid als ideeën worden gedeeld?
  • Wat is de reactie van de groep bij presentaties?

1. SMART
Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdsgebonden. Een makkelijk begrip, zie Wikipedia, maar wellicht lastig toe te passen. In de voortgang van het gesprek kan de gedachte zijn dat het niet prettig is om e.e.a.  "even" smart te maken. Het gesprek gaat immers op en neer met plussen, minnen en sprongetjes naar andere onderwerpen, geen tijd om het samen te formuleren. Het doorvragen of nee zeggen kan sociaal onacceptabel gevonden worden (of men denkt dat dit niet gewenst is). Het samen smart maken van de afspraak juist als er bv. een actie benoemd wordt, kan anderen ook even een momentje van rust opleveren om de gedachten weer op een rij te zetten. Dit kan positief werken op de kwaliteit van het gesprek, omdat in dit korte rustmomentje men naast argumenten voor het eigen verhaal ook even heeft kunnen nadenken over wat de andere probeerde te vertellen. Probeer daarom juist tijdens overleggen e.e.a. toch smart te krijgen. Mocht dat de eerste keer niet lukken (ook niet als men vooraf weet dat je dat gaat doen), dan kan je in de uitwerking van de acties deze zelf SMART maken en vragen of je het goed begrepen hebt.

2. Underpromise - Overdeliver
Let op dat je niet teveel beloofd, maar wanneer is iets teveel? Zorg bij beloften er voor dat je nog voldoende tijd over houdt om ook onverwachte dingen die er tussen kunnen komen worden opgepakt. Hoe sneller je dient te leveren des te kleiner de belofte. Als je meerdere dagen de tijd hebt kan je ook meer beloven. Er kan zomaar iets onverwachts tussen komen en het lukt niet. Een uitgangspunt underpromise, overdeliver kan hierbij zeker helpen. Je hoeft het allemaal niet te beloven, maar dat wil niet zeggen dat je zelf wel de ambitie hebt om iets waar te maken en een ander positief te verrassen.

3. Onlogische deadline
Het komt helaas voor dat er intern deadlines worden opgelegd waarbij je gestraft wordt als je deze waar maakt. De oorzaak hierbij is vaak dat de deadline eerder wordt gezet dan nodig waarbij jij het dan op tijd af hebt, maar anderen die niet op tijd zijn extra tijd krijgen om het als nog waar te maken, een straf voor jou. Daarom is het handig om bij het vaststellen van deadlines zelf het beeld goed te hebben hoe het tijdspad ook daarna is. Is de deadline wel echt een deadline en hoe gaan anderen hiermee om?

4. Updates
Bij afspraken horen ook updates. Mocht een afspraak een langere doorlooptijd hebben, bijvoorbeeld 2 of meer weken. Geef dan tussendoor updates zodat de ander weet hoe e.e.a. er voor staat. Een kleine afstemming tussendoor kan de ander geruststellen. Acties die jij uitvoert zijn onderdeel van een verantwoordelijkheid van een iemand anders. Als deze persoon ook verantwoordelijkheid wil pakken, dan dient deze tijdig te informeren naar de status van de uitwerking. Het navragen is iets wat ook druk verhoogt bij degene die het uitvoert. Dat is een reden waarom hier vaak terughoudend mee om wordt gegaan. Licht zelf de ander in, zodat die weet hoe het er voor staat. Zeker als er achterstanden zijn is het belangrijk om dit niet te verbergen maar juist kenbaar te maken. Een achterstand betekend niet dat het niet gaat lukken. De verantwoordelijke kan wellicht helpen (ook met andere activiteiten of met prioriteren). De verantwoordelijke kan ook zijn managers alvast inlichten zodat verrassingen kunnen worden voorkomen. Hoe eerder men weet hoe het er voor staat des te lager de mogelijke weerstand.

Naar: A. Persoonlijk
Naar: B. Team
Naar: C5. Implementatiefase 2
Naar: E. Benaderingen

Gedachte experiment:

  • Wat is voor jou het beste moment om vragen smart te maken?
  • Niks zeggen is ook een mening hebben (staat vaak gelijk aan het er mee eens zijn of iets accepteren), ga jij hier bewust mee om?
  • Hoe ga jij om met afspraken maken en tussentijds informeren?
  • Weet jij wanneer jouw uitwerking door jouw manager nodig is en waarom?

Onderschatten
Onderschatten betekent dat je iets positiever inschat dan wat het werkelijk gaat worden. Dit komt vaak voor bij prognoses voor de toekomst, waarbij factoren zoals ziekte, tegenwerking, gebrek aan middelen, besluitvorming, enzovoort niet volledig worden meegenomen bij de planning. Om dit te voorkomen, kan je bij het maken van een afspraak een factor x2 hanteren. Schat het hoger in dan je in eerste instantie denkt. Mocht het resultaat dan uiteindelijk sneller, beter, of eerder klaar zijn dan ingeschat, dan wordt het een meevaller. Dit helpt om te voorkomen dat je in een proces van continue tegenvallers terechtkomt. Het principe hier is: Underpromise - Overdeliver.

Overdrijven
Overdrijven gebeurt vaak wanneer er een mooi succes is bereikt of iets is tegengevallen. In gesprekken kan de situatie mooier of erger worden voorgesteld dan het werkelijk was. Dit gebeurt vaak onbewust, vergelijkbaar met het fenomeen van het 'schaven' van herinneringen. Om uitspraken op waarde te schatten, kan je ervan uitgaan dat er ongeveer 33% overdreven wordt. Het exacte percentage doet er niet toe; het belangrijkste is dat je je bewust bent van de mogelijkheid van overdrijving. Dit bewustzijn helpt bij het op waarde schatten van informatie, vooral gezien de enorme hoeveelheid (Non) verbale gegevens die de hele dag door binnenkomen.

Naar: A. Persoonlijk
Naar: B. Team

Gedachte experiment:

  • Kan jij achterhalen hoeveel iemand onderschat?
  • In welke situaties wordt er het meest onderschat, is dat voor iedereen even duidelijk?
  • Wat is het gevolg van onderschatten, kan dat worden voorkomen?

De manager groeifases: Als iemand start in de rol van manager, doorloopt deze vaak een 4 tal fases van junior tot senior manager. Vaak zie je dat iemand die inhoudelijk zeer bekwaam is, uiteindelijk door groeit naar een management functie. Dat maakt die persoon echter niet automatisch een (people) manager. Er volgt een vier stappen leerproces. Het is de hoop dat binnen de organisatie voldoende aandacht is voor de ontwikkeling en begeleiding van de (nieuwe) manager, zodat deze zo vloeiend mogelijk de benodigde ervaring op kan doen. Het komt voor dat de begeleiding/ groei minder soepel verloopt dat gehoopt. De vier fases/ stappen zijn als volgt:

Fase 1: De credits
De manager wil graag bekend staan als iemand die weet waar deze mee bezig is. Bij binnenkomst wordt vaak gezegd: "Alles blijft zoals het was," maar de nieuwe manager wil wel graag kundig/ vakbekwaam over komen voor de organisatie en het team. De uitdaging voor de manager is om de aanwezige senioriteit/ het succes in het eigen werkveld van vroeger te vertalen naar managen van een team nu. Dit kan een behoorlijke uitdaging zijn. De manager voert veranderingen door, om aan de organisatie te laten zien dat de juiste keuze is gemaakt. Het is positief als voorheen de samenwerking bijvoorbeeld niet goed verliep of als er iets anders wordt aangepakt wat echt een goede verbetering teweeg brengt. Het (super)senior zijn helpt dan om de eerste stap te kunnen zetten voor een grotere verantwoordelijkheid. Er zijn ook situaties waarin alles al goed loopt. Het team werkt al goed samen, en iedereen neemt zijn eigen verantwoordelijkheid. In dat geval wordt het lastiger om nog verbeteringen door te voeren. Een verandering door de manager kan tot verslechtering leiden en ten koste gaan van de sfeer. Na die tegenvaller zal de prestatiedrang van de manager mogelijk zelfs toenemen, er is een stukje status verloren dat dient snel gerepareerd te worden. De manager wil meer dan ooit laten blijken dat de organisatie echt de juiste keuze heeft gemaakt. Als de organisatie een wat minder veilige omgeving is (waar weleens ontslagen vallen) dan kan deze drang nog groter zijn. Dit betekent dat het voor het team niet makkelijker zal worden. In dat geval kan het nuttig zijn om een paar ingebakken vliegen te serveren. De manager kan de toegevoegde waarde bieden, zodat de spanning kan afnemen. Doordat de manager kan ervaren nuttig te zijn, kan de manager ook beter gaan bepalen hoe en wat de toekomstige rol kan worden. De opwaartse stroom kan worden gestart.

Fase 2: De inhoud in
De manager is verantwoordelijk voor meer werk dan deze alleen aan kan. Daarom is de manager onderdeel van een team. Sommige werkzaamheden zijn bekend, maar er zijn ook werkzaamheden die nieuw zullen zijn. De manager weet niet precies wat het werk inhoudt. Je ziet vaak dat managers in dat geval graag het werk inhoudelijk zelf willen doen. Op deze manier kunnen ze zelf leren wat het inhoudt. Ze zijn verantwoordelijk voor het eindproduct en willen zelf begrijpen hoe dit in elkaar steekt. Het werk wordt niet gedelegeerd, maar mogelijk zelfs overgenomen. Dit gebeurt niet altijd even bewust. De manager krijgt vragen van het sturingsteam waar deze deel van uitmaakt, of van elders in de organisatie, en gaat zelf aan de slag om deze vragen te beantwoorden. De informatie wordt niet gedeeld, er ontstaan onbedoelde geheimen. De deskundige/ expert in het team die normaal gesproken met deze gedelegeerde verantwoordelijkheid belast is, wordt weinig of niet betrokken. De manager ziet een een mooie kans om zelf te leren (waarbij ook foutengemaakt kunnen worden die voorkomen hadden kunnen worden). Als de output van het team (zoals de buitenstaanders dat zien) meer fouten gaat leveren dan voorheen, kunnen controles gaan toenemen. Het werk van het team neemt toe, er komen meer sturingswensen bij de manager, maar de manager heeft geen tijd (is bezig met stukjes inhoud). De waan van de dag neemt toe. Sommige dingen gaan goed, andere niet, maar we doen ons best. Het team krijgt minder mee van wat er gebeurt. Men ervaart een verlaging van betrokkenheid, er komt minder informatie aan. De manager is druk bezet en vaak in overleg. In deze fase komt het geven van ongevraagd advies meer onder de aandacht van de specialist/expert. Probeer als teamlid de benodigde informatie direct of indirect te blijven ontvangen (focus op 2 informatie bronnen blijven behouden) en geef advies. Uitwerkingen van scenario's en afstemmingen hierover met de manager kunnen snel meer inzicht bieden. Als de manager input krijgt die hij kan meenemen naar zijn overleggen, staat hij beter voorbereid voor de vragen die mogelijk nog niet gesteld zijn. Als de manager merkt dat het informatie betreft en het in zijn voordeel werkt, zal deze waarschijnlijk in de toekomst meer willen afstemmen. De manager wil nog immer zichzelf bewijzen op de inhoud en zal mogelijk minder snel geholpen willen worden, maar tegelijk is deze ook zwemmende, hoe kom je daar uit zonder status te verliezen. Een kans kan zijn dat als je merkt dat je manager meer van jouw vak wil leren je afspreekt dat deze jouw back-up is voor zolang deze behoefte er is. Daarmee is de kans groter dat informatie voor de discipline bij elkaar blijft en kan de manager door jou ondersteund de kneepjes van de discipline leren + wellicht haal je er zelf ook iets uit. Als fase 1 en 2 te lang duren, grote impact hebben binnen het team, dan kan het ook zo zijn dat er inmiddels teamlid wisselingen hebben plaatsgevonden. Blijf goed met elkaar, de escalatie/ verantwoording/ discipline lijn praten, zodat mogelijke frictie zo vroeg mogelijk wordt herkent en waar mogelijk wordt vertaald naar glans.

Fase 3: Delegeren
De manager wil graag grip hebben op de verantwoordelijkheid. Zelf de inhoud in duiken heeft tot gevolg dat het totaal moeilijk te overzien is. Daar komt bij dat sturen op proces gecombineerd met zelf inhoud doen altijd uitdagend is. Als het werk gedelegeerd wordt, hoe weet je dan zeker dat het product op tijd wordt geleverd? Als het er niet op tijd is, hoe zorg je er dan voor dat de verantwoordelijkheid alsnog wordt waargemaakt? Hoe meer de manager weet hoe het proces in elkaar steekt en hoe je afspraken kunt nakomen als het minder soepel loopt dan bedacht, des te groter wordt de kans dat het werk gedelegeerd wordt. Er ontstaat ruimte bij de manager, waardoor informatie beter verdeeld kan worden en er gekeken kan worden naar hoe het totaal verloopt. In situaties waarin ergens hulp nodig is, kan dat geregeld worden of kan de manager zelf bijspringen. Teamleden kunnen aan de slag met hun eigen groei kansen. Als er fouten worden gemaakt zijn de hulpmogelijkheden groter (de manager kan zelf bijspringen indien noodzakelijk als andere hulp niet gevonden kan worden).

Fase 4: Successen gunnen
Uiteindelijk wordt de manager een expert in het managen. De manager heeft erkenning ontvangen van de organisatie en het team. De behoefte om successen te claimen op basis van eindverantwoordelijkheid neemt steeds verder af. Successen worden toegeschreven aan de inhoudelijk betrokkenen die het werk achter de schermen hebben gedaan. Je ziet vaak dat de manager vaak het succes toegeschreven krijgt, omdat deze in de schijnwerpers staat. Het gaat om het geheel en niet om de individuele onderdelen van het succes. Een manager die een sterk team voor ogen heeft, zal successen met het team delen en zal minder bezig zijn met een eigen positie. Mocht je willen weten waar jouw manager staat, dan zijn deze succesmomentjes mooie graatmeters. Als de manager vervolgens door gaat naar een nieuwe functie, zullen bovenstaande fasen waarschijnlijk minder doorlopen hoeven te worden. De manager is iets meer mensen mens geworden, is eigen vak specialisme overstegen en ervarener om samen met een team te werken aan successen.

Natural born leaders
Er zijn ook natural born leaders die sowieso al direct weten hoe ze moeten managen, voor hen lijken deze fasen niet te bestaan. Elke situatie is uniek met meer of minder van de kansen en valkuilen zoals hier beschreven.

De overpromotie-val
Er zijn helaas ook gepromoveerde werknemers die "eindigen" op een functie die ze helaas niet aan kunnen, hoe goed de intentie ook is. Het verder groeien in de lijn is niet meer mogelijk, een demotie vindt ook niet plaats, het werk voldoen (net). Dit is voor de persoon en ook voor de organisatie niet echt een wenselijke situatie. Mocht je ervaren dat je in het verleden een promotie hebt ontvangen, maar dat je nu veel minder gelukkig bent met het werk. Dan is het te overwegen om toch weer terug te gaan naar het werk waar je wel helemaal in je element was. Wellicht heb je dan iets minder salaris, status e.d. dan wat je zou willen, maar je bent overall wel gelukkiger met de rol en wat je voor de organisatie kan betekenen (ik vind het altijd heel knap als mensen dit dan ook doen, het is zeker makkelijker gezegd dan gedaan).

Naar: A. Persoonlijk
Naar: B. Team
Naar: C1. Het team

Gedachte experiment:

  • Waar staat jouw manager in deze uiteenzetting?
  • Waar sta jij als manager?
  • Waar blijkt dat uit?
  • Wat zou je willen veranderen + hoe ga je dat doen?

Hoe een ‘snoeppot’-mentaliteit mooie voordelen biedt

Creëer mogelijkheden

Door jezelf uniek te maken, kan je ruimte creëren binnen de organisatie om dingen te mogen oppakken die anders niet bij jou terecht waren gekomen. Dit werkt als volgt: zelf heb ik in het verleden op de tafel een snoeppot gezet. Deze pot is elke dag aangevuld tot de max, waardoor deze "nooit" leeg is. Het doel is om een positieve en verrassende sfeer te creëren die anderen aantrekt. Een snoeppot zelf is niet zo uniek. Maar dat deze gevuld blijft en dat ik er zelf snoep in blijf doen wel. De kosten hiervan zijn op zich niet extreem groot (ca 15 euro per maand). Als anderen hun schuldgevoel willen inlossen mag dat, door snoep aan mij te geven. Ik bepaal zelf welke snoep wel of niet in de pot terecht komt. Hiermee wil ik voorkomen dat het iets negatiefs wordt (de ene draagt wel bij de ander niet). Er is geen verwachting, er is niks af te lossen er is alleen "de snoeppot". Dit experiment heeft aardig wat voordelen opgeleverd:

Voordelen:

  • Je valt op doordat je anders bent/ doet. Het is niet gebruikelijk dat je zelf aanvult en geen verwachtingen naar anderen hebt.
  • Je stimuleert creativiteit, innovatie, groepsbinding in je omgeving. Het maakt anderen ook creatiever om buiten de normale kaders te denken. Zo kwam er in de loop van de tijd ook een Barbecue bij iemand thuis, een noten pot (ook wel de nootpot genoemd) en andere initiatieven. Deze dragen bij aan een positieve sfeer.
  • Omdat ik iets "aparts" deed, was het minder verrassend als ik m.b.t. het werk ook iets erbij pak wat niet direct mijn werk is. De mogelijkheden namen toe op meerdere fronten.
  • Er was op de dag aardig wat aanloop van mensen die even langs komen. Dit zijn de zichtbare mensen en onzichtbare mensen (ookwel dag en nachtmensen genoemd in dit experiment). De dagmensen komen langs als ik er ook ben en de nachtmensen komen als anderen het niet zien om even snel een snoepje te scoren. Doordat anderen even van hun plek af komen ontstond er leuke interactie, hoor je nog eens wat of kan je makkelijker de vraag stellen waar je anders voor zou gaan mailen.
  • De pot kreeg al snel een eigen leven, het werd iets van van de groep. Men vond er iets van als anderen niet van de groep er iets uit pakte (waarbij als ik dat hoorde ik aangaf dat ze daar niks over te zeggen hebben + ik vind het goed als anderen ook een snoepje willen pakken. Ik kan er immers ook voor kiezen deze pot niet op tafel te zetten. De projectmanager had het idee om de pot van mijn tafel te verplaatsen naar het koffiezetapparaat, want dat was veel makkelijker. Dat is overigens niet gebeurd, want het is mijn pot en mijn vulling, maar leuk dat het zo leeft. Er werden normen en waarden aan geplakt, wat is normaal om te pakken wat niet, is snoep niet iets slechts moet de vulling niet iets anders zijn enz. Het gaf leuke gespreksstof.
  • Als ik op vakantie ging werd ik gemist + werd er nogmaals gevoeld dat die pot echt niet zo normaal is als dat het lijkt. De pot raakt leeg, suikerbehoefte blijft. Als er dan iemand de pot vulde met 1 zakje snoep bleek dat alleen de bodem gevuld was en niet het totaal. De pot was snel weer leeg (schaarste doet zijn werk => als er weinig van iets is, wil je er meer van hebben/ niet mispakken, gaat het sneller op).
  • Je creëert een open sfeer waarin mensen zich vrij voelen om bij te dragen.
  • Deze aanpak sloot verder heel goed aan op de aanpak van de plezierige ambitie waar werk en plezier een mooie combi heeft.
  • Door iets aparts te mogen doen, kan er ervaren worden hoe veilig het is om zoiets te mogen doen. Is het gepast, wordt er ingegrepen? Als het mag en kan draagt het bij aan de veiligheidsbeleving van het team.

De snoeppot was/ is iets wat voor mij werkt. Uiteraard zijn hier ook andere initiatieven op te bedenken. Vergelijkbare mogelijkheden:

  • Techniek-item van de week: Kies een technisch of interessant object en laat anderen raden wat het is. Het prikkelt nieuwsgierigheid en stimuleert interactie.
  • Vos van de week: Plaats elke week een foto van een vos (of ander (grappig) thema) in een appgroep. Het zorgt voor luchtigheid en betrokkenheid.
  • Happy Friday-post: Deel elke vrijdag een positieve of humoristische post. Dit kan een mooie afsluiting van de werkweek zijn.
  • Vrijdagmiddag snackmoment: Organiseer een informele samenkomst met snacks om de week af te sluiten en te verbinden.

Kortom, een ‘snoeppot’-mentaliteit draait niet alleen om iets lekkers aanbieden, maar vooral om ruimte creëren voor verbinding, groei en innovatie. Het zijn de kleine, verrassende gebaren die een groot verschil kunnen maken in je omgeving. Begin met iets dat bij jou past en zie wat het je oplevert!

Naar: A. Persoonlijk
Naar: B. Team

Gedachte experiment:

  • Zijn er in de werkomgeving dergelijke initiatieven aanwezig (wat vind jij daarvan)?
  • Zou jij een dergelijk initiatief starten (waarom wel/ waarom niet)?
  • Wat zou jij kunnen starten wat relatief makkelijk lang vol te houden is?

Heb ik een overbodige baan? ‍
Als de productieketen niet wordt onderbroken van begin tot eindproduct zonder jouw inzet, dan heb je mogelijk een overbodige baan. In dat geval is je baan waarschijnlijk meer gericht op randvoorwaarden zoals kostenbesparing, snelheid of hogere kwaliteit, wat zeker ook belangrijk kan zijn.

Componenten van overbodige banen zijn onder andere:

  • Overleggen zonder zichtbare/ duidelijke toevoeging aan het eindproduct
  • Uitvoeren van controles
  • Stellen van vragen via e-mail
  • Opstellen van uitwerkingen waar nooit vragen op volgen
  • Het niet ontvangen van hulpvragen
  • Het inzetten van veto's op onderdelen die niet tot je eigen functie behoren
  • Vertragingen in systemen/ het niet creëren/ werken met linkjes/ sneltoetsen e.d.
  • Het overtikken van geprinte data

De (minder) overbodige baan: ‍
Er lijken steeds meer schakels in de keten van grondstof tot eindproduct te ontstaan, waaronder afdelingen, bedrijven, disciplineteams en lijnmanagement, waar jij ook deel van uitmaakt. Banen worden gecreëerd die gekoppeld zijn aan controles, management en specialisaties. Maar deze schakels in de keten kosten tijd, geld en leveren ook werk op voor anderen binnen de processen. Kortom: wat zou er gebeuren als mijn baan er niet zou zijn? Wat is mijn invloed in de keten en hoe kan ik nog meer bijdragen aan dit proces van begin tot eind? Dit kan betekenen dat er minder vragen door jou, maar ook door anderen, gesteld hoeven te worden. Wanneer heb je voor het laatst in de groep hierover gesproken? Hoe wordt bij jullie bewaakt dat processen kort worden gehouden en dat de benodigde kwaliteit wordt gehaald?"

Het idee dat banen, processen of activiteiten binnen een organisatie dienen bij te dragen aan toegevoegde waarde en efficiëntie is geworteld in verschillende management- en organisatietheorieën. Hier zijn enkele theorieën en concepten die relevant kunnen zijn:

  1. Lean Manufacturing/Lean Management: Deze benadering richt zich op het elimineren van verspillingen in het productieproces. Activiteiten die geen waarde toevoegen voor de klant worden als verspilling beschouwd en moeten worden verminderd of geëlimineerd.
  2. Toegevoegde Waarde Theorie: Deze theorie stelt dat organisaties waarde moeten toevoegen aan hun producten of diensten gedurende het productieproces. Activiteiten die geen waarde toevoegen, moeten worden heroverwogen.
  3. Business Process Reengineering (BPR): BPR houdt in dat organisaties hun processen opnieuw ontwerpen om efficiënter te worden. Overbodige stappen en activiteiten worden geëlimineerd om de algehele prestaties te verbeteren.
  4. Theory of Constraints (TOC): Deze theorie benadrukt het identificeren en beheren van beperkingen binnen een systeem om de algehele efficiëntie te verbeteren. Activiteiten die niet bijdragen aan het overwinnen van beperkingen worden in twijfel getrokken.
  5. Agile Management: In een agile benadering van management ligt de nadruk op adaptiviteit, samenwerking en continue verbetering. Overleggen, controles en andere activiteiten worden regelmatig beoordeeld op hun waarde.
  6. Total Quality Management (TQM): TQM richt zich op het verbeteren van de kwaliteit van processen en producten. Overbodige activiteiten die geen bijdrage leveren aan kwaliteitsverbetering worden geïdentificeerd en aangepakt.
  7. Kaizen: Dit is een Japanse filosofie van continue verbetering. Het moedigt werknemers aan om voortdurend te streven naar kleine, incrementele verbeteringen in processen.

De genoemde concepten variëren in hun benaderingen, maar ze delen het idee dat organisaties streven naar optimalisatie, efficiëntie en het toevoegen van waarde. Het bewustzijn van de eigen rol in de organisatorische keten en het kritisch kijken naar activiteiten die niet bijdragen aan de algehele doelstellingen zijn sleutelprincipes in deze theorieën.

Door gebruik te maken van het MEC concept tijdens overleggen, kunnen doorstroomtijden worden verkort.

Naar: A. Persoonlijk
Naar: B. Team

Gedachte experiment:

  • Wat is jouw aandeel in de keten, wat gebeurt er als jouw rol wegvalt?
  • Hoe kan jij er voor zorgen dat jouw aandeel in de keten groeit?
  • Hoe ver in de keten heb jij contacten/ verbindingen met anderen (waarom wel of niet)?
  • Is het mogelijk om over de grenzen heen werk met anderen in de keten efficiënter te maken?

De organisatie helden/ inspirators zijn vaak charismatische persoonlijkheden waar anderen tegenop kijken. Personen waar men meer voor willen doen waar men bij wil horen. Het hebben van een of meerdere personen met deze charismatische gave kan van enorme toegevoegde waarde zijn om bv. sneller de teambuilding stappen te doorlopen. Er zijn hele grote voordelen maar ook grote potentiele valkuilen.

Valkuilen

  • Spiegelen: De belangrijkste valkuil van op een voetstuk gezet worden is te denken dat je beter/meer bent dan een ander. Er ontstaat zelfingenomenheid die wordt toegelaten, terwijl dat minder wordt geaccepteerd van anderen. Het helpt niet om op een voetstuk gezet te worden. Je staat daar alleen en het is lastiger om met anderen te schakelen. Het helpt wel om bij deze charismatische persoonlijkheden minimaal 1 persoon te zetten die goed als spiegel kan acteren.
  • Kampen: indien er meerdere charismatische leiders aanwezig zijn kunnen er kampen worden gevormd om deze persoonlijkheden heen. Voorkom dat deze personen in elkaars vaarwater (kunnen) zitten. Ga met hen samen in gesprek hoe e.e.a. het beste kan worden ingericht/ verdeeld om kampvorming te voorkomen, en teambuilding juist te stimuleren. Is het mogelijk om werkzaamheden op afdeling, discipline, tijd, locatie te verdelen of de krachten juist te bundelen naar één geheel?
  • Daad bij woord: Een goede prater is nog niet direct een goede schrijver. Koppel iemand die juist wel beter is om acties, besluiten goed vast te leggen. Iemand die vervolgens ook helpt om de beloften die worden aangegaan onder de aandacht worden gehouden bij deze charismatische persoonlijkheden. Het is goed mogelijk dat deze invulling wordt gedaan door de persoon die ook de spiegel functie inneemt.

Personen met een grote charisma kunnen bewust of onbewust zijn van deze uitstraling.

  • Bewust: Deze personen zijn bewust van het feit dat ze veel invloed op anderen hebben/ dat anderen tegen hen opkijken. Het kan zijn dat deze personen meer gebruik maken van de gave voor team belang, maar ook voor eigen belang wat niet perse in het voordeel is van het team/ de organisatie.
  • Onbewust: Deze personen zijn (nog) niet bewust van het effect dat ze op anderen hebben. Het onbewust zijn van hun eigen impact kan hierbij zelfs een nog verder versterkend effect hebben op anderen (een soort ontschuldigheid). De valkuil hierbij is dat desbetreffend persoon niet weet wat voor invloed deze op een ander heeft wat tot gevolg kan hebben dat een actie ingezet voor de persoon zelf onbedoelde effecten voor anderen tot gevolg heeft (De rest liep mee, maar het was de bedoeling dat ze iets anders gingen doen). Het dubio hierin kan zijn dat bij bewustmaking de charismatische kracht kan afnemen (het onschuldige gaat er vanaf), maar dat de personen wel bewuster omgaat met het effect van de eigen acties. Een goede begeleiding in dit traject is zeker aan te bevelen.

Charisma en vaardigheid: Charismatisch (een goed overkomen verbaal en non-verbaal) is nog niet hetzelfde als vaardig

  • Vaardig: Kijk wat je vaardigheden zijn en zet deze in op de plekken waar deze goed tot uiting komen. Dat kan het werk zijn, maar de passie kan ook privé in je hobby zitten. Let op dat anderen zich relatief makkelijker laten beïnvloeden, laat het in dat geval vooral gaan om waar je ook vaardig in bent.
  • Niet vaardig: Een grote uitstraling wil nog niet zeggen dat de persoon ook heel vaardig is en het team per definitie de goede richting op stuurt. Als deze persoonlijkheden het aandurven te luisteren naar anderen en hulp te accepteren, dan zijn deze personen alsnog van grote toegevoegde waarde voor het team. Als luisteren echt niet tot de aanwezige vaardigheden behoord, kan je met een hele kleine groepsbezetting (bv 3 personen) waaronder deze persoon samen de plannen/ acties/ besluiten afstemmen - voor bespreken om zo samen het pad voor de toekomst af te stemmen.  

Tips :

  1. Bewustzijn van valkuilen: het is belangrijk om te weten wat je valkuilen zijn. Aangezien je veel effect op anderen kan hebben is het handig om de valkuilen zo goed mogelijk (in team verband samen) te ondervangen.
  2. Alleen: Charismatische persoonlijkheden worden makkelijk op sokkel gezet (waar je dan vervolgens alleen staat). Zorg dat de noodzakelijke informatie nog altijd binnen blijft komen.
  3. Vaardigheidsontwikkeling: Het hebben van een platform is mooi om je vaardigheden op in te zetten. Blijf vaardigheden verder ontwikkelen en zet deze waar mogelijk in.
  4. Bewustwording is een keuze: Bescherm het team of de onbewust charismatische persoonlijkheid voor bijhorende valkuilen. Het onbewuste is een hele sterke kracht en valkuil tegelijk.
  5. Luisteren naar het team: Luister waar mogelijk. Als je op een sokkel staat hoor je minder.
  6. Ontwikkel een gezamenlijk doel: Werk samen met het team om een gezamenlijk doel te ontwikkelen. Deze personen kunnen de drijvende kracht zijn achter het formuleren van een visie die iedereen in het team inspireert.
  7. Dubbelingen: check of er meerdere charismatische persoonlijkheden actief zijn op eenzelfde gebied. Tweestrijd kan grotere gevolgen hebben aangezien andere zich makkelijker hierbij laten betrekken.

Naar: A. Persoonlijk
Naar: B. Team

Gedachte experiment:

  • Wie herken je in bovenstaande uitwerking?
  • Zijn deze bewust of niet bewust?
  • Gebruiken deze personen hun vaardigheden of zijn ze juist actief op een ander gebied?
  • Welke voordelen heb jij ervaren van deze personen, wat doet het met anderen?

Loyaal aan de organisatie:
Voor een organisatie is het wenselijk dat medewerkers een hoge trouw hebben aan de organisatie. Medewerkers die een loyaliteit voelen welke gebaseerd is op het het doel van de organisatie of het product van de organisatie, met een zo hoog mogelijk niveau van zelfopoffering. Dit wil niet zeggen dat de organisatie ook graag loyaal wil zijn aan de medewerkers, maar deze eenzijdige commitment maakt het mogelijk zoveel mogelijk te werken conform de organisatie doelen. Echter, in de praktijk blijken deze loyaliteit niet altijd van twee kanten te komen. Vaak worden organisaties gedreven door financiële motieven of machtsposities binnen de organisatie. Wanneer er verlies wordt geleden of de winst achterblijft bij de verwachtingen, vinden managers binnen de organisatie vaak redenen om minder loyaal te zijn naar hun werknemers dan andersom. Indien een medewerker van (grote) waarde is voor de organisatie, dan kan deze blijven. Wanneer dat stopt (bv. langdurig ziek, het wil even niet lukken, persoonlijke situatie maakt het voor de medewerker nu lastiger), de te groter dat de kans is dat er afscheid wordt genomen van de medewerker. Er zijn voor de organisatie geldige redenen om afscheid te nemen van werknemers, aangezien niets vanzelfsprekend is in het bedrijfsleven, maar dit maakt het er helaas niet menselijker op en minder gefocusseerd op de lange termijn. Het is belangrijk om te onthouden dat het management van een organisatie niet hetzelfde is als het merk, imago of product waar een werknemer zich aan verbindt. De reden hiervoor ligt niet in het feit dat het management kwaadaardig is, maar dit effect wordt door marktwerking veroorzaakt en macht. Geld is schaars en organisaties streven ernaar om winst te maken of zo efficiënt mogelijk gebruik te maken van de beschikbare middelen. Als een concurrerende organisatie kan profiteren ten koste van jouw organisatie, zal dat zeker gebeuren. Hoe groter de afstand tussen medewerkers qua positie, locatie, enzovoort, des te meer andere overwegingen spelen bij de loyaliteit ten opzichte van jouw baan. Als je nuttig en onmisbaar bent, mag je blijven; zo niet, dan moet je plaatsmaken. Ook binnen de organisatie gebeurd dit. Als jij het minder doet kan er iemand anders op de loer liggen om jouw werk over te nemen en de groei stap te maken om aan te tonen dat deze de betere keuze is voor de organisatie (als dat ook aangemoedigd wordt). Hoewel dit een harde wereld is, is het lang niet overal zo erg, en is het in de praktijk ook lang niet zo extreem als het hier nu staat. Het systeem heeft een balans tussen de waarden en een constante inflatie van loyaliteit van beide kanten.

Een makkelijke spelregel: Hoe kleiner de organisatie/ hoe meer vanuit de teamgedachte gewerkt wordt des te hoger de wederzijdse loyaliteit. Hoe groter de organisatie, hoe meer lagen en teams des te lager de organisatieloyaliteit.

Monopolies:
Monopolies zijn hierop een uitzondering, aangezien zij minder afhankelijk zijn van de marktwerking en zich meer richten op de mensen in de organisatie. Dit betekent echter niet dat er voor deze organisaties geen verantwoordingsplicht is, aangezien zelfs overheidsinstanties verantwoording moeten afleggen aan bijvoorbeeld de tweede Kamer/ de bevolking. We streven naar menselijkheid, maar tegelijkertijd moeten organisaties efficiënt, kosteneffectief en nuttig zijn. Als geld niet optimaal wordt benut, worden er snel vragen gesteld. Aangezien de afstand tot de afrekening groter is, kan het zijn dat binnen de monopolie er menselijker met elkaar wordt omgegaan. Hier kan overigens dan ook andersom misbruik ontstaan. Als iemand niet productief is maar toch mag blijven werken kan dat anderen die hard werken demotiveren en kan de productie dalen. Jammer dat het zo is, maar het is vaker zo dat als er iets misbruikt kan worden dat dat dan ook wordt opgezocht welke kant het ook betreft. hier worden we ons hele leven al voor getraind en beloond, niet vreemd dat ook dat gebeurd. (nog een ander artikel van maken om dat verder toe te lichten).

Loyaal aan het team
Binnen organisaties kan je ook loyaal zijn aan het team, aan de helden, de inspirators, aan de leiders, enzovoort. Als je ergens onderdeel van uit maakt wat je goed bevalt, zal je dat niet snel gaan afvallen. Je voelt je gecommitteerd en de anderen zijn ook gecommitteerd aan jou. Dit is een benadering die de organisatie zeker kan waarderen. Een makkelijkere vorm om mensen aan de organisatie gekoppeld te houden/ krijgen die niks kost. Het verkrijgen van een organisatie brede cultuur en commitment maakt de organisatie sterk en draagt zorg voor de verhoging van de loyaliteitslat. Het verhogen van deze banden kan worden bereikt middels de sturingsdobbelsteen. Er is overigens niks mis mee om samen ergens voor te staan, dit kan ik alleen maar waarderen. De menselijke kant van de organisatie is enorm belangrijk voor de organisatie maar ook voor elke individu. Nu hopen dat de koppeling tussen organisatie, management en deze cultuur een mooie menselijke vorm mag krijgen en houden.

Loyaliteit van de medewerker
De loyaliteit van medewerkers naar de organisatie en vice versa blijft in beweging. In Nederland is het gemiddelde aantal jaren dat mensen bij dezelfde werkgever blijven, vergelijkbaar met het wereldwijde gemiddelde van ongeveer 4 tot 5 jaar. Dit is echter een algemeen gemiddelde en kan variëren afhankelijk van verschillende factoren, waaronder de sector, leeftijd, en individuele loopbaanvoorkeuren. Sommige sectoren in Nederland, zoals de zakelijke dienstverlening, technologie en consultancy, staan bekend om hun hoge mate van arbeidsmobiliteit, waarbij werknemers vaak van baan veranderen om hun carrière te bevorderen of nieuwe uitdagingen aan te gaan. In deze sectoren kan het gemiddelde aantal jaren bij dezelfde werkgever lager liggen dan het nationale gemiddelde. Aan de andere kant zijn er sectoren zoals de overheid, gezondheidszorg en onderwijs, waar de werkzekerheid over het algemeen hoger is en werknemers mogelijk langer bij dezelfde werkgever blijven. In deze sectoren kan het gemiddelde aantal jaren bij dezelfde werkgever iets hoger liggen dan het nationale gemiddelde. Over het algemeen is er een trend naar kortere dienstverbanden in vergelijking met vroeger, waarbij werknemers vaker van baan wisselen om hun loopbaanontwikkeling te stimuleren, nieuwe vaardigheden op te doen en hun werk- en levensbalans te verbeteren. Dit is geen probleem, aangezien loyaliteit van beide kanten moet komen.

Doel van deze uitwerking
Deze uiteenzetting is bedoeld om bewustwording te creëren over hoe loyaliteit werkt. Het is prima om loyaal te zijn, maar wees niet blind voor de realiteit. Terwijl organisaties graag zien dat werknemers waarde toevoegen, mogen werknemers ook verwachten dat de organisatie hen waardeert door middel van persoonlijke groei, uitdagend werk en passende beloningen. Als de loyaliteit van medewerkers groter is dan die van de organisatie, heeft dit ook gevolgen die werknemers zich bewust moeten zijn. Werknemers die nooit vertrekken uit loyaliteit worden mogelijk niet beloond door de organisatie. Aan de andere kant worden ontrouwe werknemers in sectoren zoals de financiële sector beloond omdat organisaties hen graag willen behouden. Dit zou niet zo moeten zijn, maar het illustreert hoe schaarste werkt en wat de gevolgen zijn van de keuzes die worden gemaakt. Dit betekent niet dat iedereen zijn baan moet opzeggen, maar wees je bewust van hoe het systeem werkt en maak weloverwogen keuzes voor jezelf. Jouw inzet is waardevol en verdient erkenning, zelfs als het slechts af en toe in de vorm van een compliment is.

Voordelen:

  1. Een cultuur van loyaliteit kan de betrokkenheid en motivatie van werknemers vergroten, wat kan leiden tot hogere productiviteit en prestaties.
  2. Loyaliteit zorgt voor stabiliteit binnen het personeelsbestand, wat de kosten van werving en training kan verlagen.
  3. Medewerkers die zich loyaal voelen aan de organisatie zijn over het algemeen meer geneigd om zich in te zetten voor het behalen van de organisatiedoelen en het leveren van kwalitatief hoogstaand werk.
  4. Loyaliteit kan een positieve invloed hebben op het imago van de organisatie, zowel intern als extern, wat kan leiden tot een grotere aantrekkingskracht op talent en klanten.

Tips:

  1. Investeer in de ontwikkeling en groei van je medewerkers, zodat ze zich gewaardeerd en gestimuleerd voelen.
  2. Communiceer openlijk en transparant over de visie, doelen en beslissingen van de organisatie, om het gevoel van betrokkenheid en begrip te vergroten.
  3. Erken en beloon de bijdragen van je medewerkers op een consistente en gepersonaliseerde manier, om hun loyaliteit te bevestigen en te versterken.
  4. Creëer een ondersteunende en inclusieve werkomgeving waarin medewerkers zich gehoord, gerespecteerd en gewaardeerd voelen.

Naar: A. Persoonlijk
Naar: B. Team

Gedachte experiment:

  • Hoe voel jij je over de mate van loyaliteit die je ervaart binnen jouw organisatie?
  • Op welke manieren draag jij bij aan het bevorderen van een cultuur van loyaliteit binnen jouw team of afdeling?
  • Welke aspecten van jouw werkervaring zorgen ervoor dat je je meer of minder loyaal voelt aan de organisatie?
  • Hoe zou je de loyaliteit van medewerkers binnen jouw organisatie kunnen versterken of verbeteren?

Kunnen we stoppen met controles?
Controles zijn bedoeld om fouten op te sporen. Als deze worden gestopt, dient het werk "first time right" te zijn. Controles verminderen echter ook het gevoel van eigen verantwoordelijkheid. Controles vertragen het proces. Hoe meer controles op iemands output, des te lager het eigenaarschap.

Nadelen bij controles
Een controle is een middel om mogelijke fouten tijdig te signaleren. Controles hebben echter ook nadelen die wel eens vergeten worden:

  1. Verminderd eigenaarschap: Controles kunnen leiden tot een verlaagde inzet. Als er relatief makkelijk/ veel/ andere kritiek komt op een uitwerking, zal de opsteller minder moeite doen voor de vervolguitwerkingen (het is toch nooit goed genoeg). Het geloof in iemands kwaliteiten wordt ondermijnd.
  2. Vertraging: elke controle kost extra tijd + levert extra processtappen op. Het eindpunt raakt uit beeld door teveel stappen.
  3. Kwaliteitsverlies: Als de gedachte is, het wordt nog gelezen de lezer zal het vast verder verbeteren, dan wordt er minder moeite gedaan voor de uitwerking.
  4. Vertrouwen: Controles hebben invloed in het vertrouwen. Als iemand veel gecontroleerd wordt zal het vertrouwen dat deze persoon voelt minder worden.
  5. Gelijkheid: Controles kunnen niet evenredig zijn. Als in een organisatie de ene persoon constant onder de vergrootglas ligt met veel controles en de ander niet, dan kan gelijkheid van deze personen worden aangetast. De een gaat zich meer voelen dan de ander.
  6. Verwachtingen: indien elke keer op een andere manier gecontroleerd wordt of elke keer andere aandachtspunten zijn in de controle, is het lastig om aan de verwachtingen te voldoen. De eisen/ verwachtingen vooraf kunnen onduidelijk zijn.

Loslaten:
Stop met alle mens gerichte controles. Geef de medewerker vertrouwen. Hiermee kan het eigenaarschap van de uitwerkingen en kwaliteit voor de opsteller toenemen. Hiermee is daarna lang niet alles helemaal goed. Er gaan gezonde fouten gemaakt worden. Voor deze nieuwe fouten kan je een controle toevoegen. De medewerker bepaald zijn eigen acties die de controle na afronding overbodig gaat maken. Na bv 1 jaar laat je wederom alle controles los. Je kan zo kijken welke controles echt noodzakelijk blijven (elke keer toch toegevoegd dienen te worden). De eigenaar van het werk kan werken aan de kwaliteit waarmee de controles uiteindelijk helemaal overbodig worden. Neem met je adviseur bijvoorbeeld 5 keer per jaar een uur de tijd om de samenwerking voortgang, verwachtingen nader af te stemmen. Met aandacht voor de mens kan het teamgevoel verder toenemen.

Naar: Persoonlijke groei
Naar: Team groei

Gedachte experiment:

  • Hoeveel controles zijn er in jouw werk?
  • Ken je het doel van elke controle?
  • Welke controle kan worden losgelaten?
  • Kan je het leren van gezonde fouten aanmoedigen?

Waar houdt jouw manager zich mee bezig?
Ga eens op de figuurlijke stoel van je manager zitten. Waar word jij dan vrolijk van, waar zie jij kansen en beren?

Niet alles loopt in de organisatie even soepel. Het kan zijn dat jij daar ook last van ondervindt. Een mogelijkheid om hier een stukje uit te komen is zo af en toe eens op de figuurlijke stoel van je manager te gaan zitten. Hoe zou jij alles inrichten en waarom? Waar zou je op escaleren en hoe zorg jij ervoor dat niet alles een escalatie wordt, maar binnen het team wordt opgelost?

Door je in de schoenen van een ander te verplaatsen kan het zijn dat dit jou extra inzichten geeft. Deze inzichten kun jij gebruiken om je eigen aandeel in deze puzzel te vergroten. Jij kunt helpen om het allemaal net wat makkelijker te maken. Voor jouw manager is het altijd een uitdaging om aan het team nieuw bedachte plannen voor te leggen. Als jij op bepaalde punten het al eens bent, kun jij van de ontvangende kant hierop aansluiten. De rest van de groep hoort nu twee signalen met betrekking tot het brengen van het plan, waardoor acceptatie van het idee makkelijker wordt.

Nu je deze gedachten hebt doorgenomen, stap je van die stoel af en ga je kijken hoe jij vanuit jouw rol een steentje kan bijdragen om één zorg weer net iets kleiner te maken.

De rol van de manager:
Als manager bescherm je de mensen in je team die dit soort acties durven te ondernemen. Het is voor de ander niet altijd even makkelijk om uit de veilige eigen werkwereld te stappen om te onderzoeken hoe alles in elkaar past. Zet af en toe de back-up in om zo samen sterker te zijn in de rol en verantwoordelijkheden. Informatie beschikbaarheid is een voorwaarde voor de ander om jouw acties, plannen en dergelijke te snappen en te vertalen naar de eigen werkwereld.

Naar: Persoonlijke groei
Naar: Team groei

Gedachte experiment:

  • Ga jij wel eens op de stoel van je manager zitten?
  • Waarom wel/ waarom niet?
  • Wat doet dat met anderen in het team?
  • Gaat het daardoor beter/ niet beter, geen verschil?

Hoe kun je zorgdragen voor jouw vak ontwikkeling, herijking van processen, of een frisse blik op zoals je altijd al werkt?
Zet je back-up in en ga op vakantie.

Gedurende het jaar ben je op het werk met van alles en nog wat aan de slag. Dit zijn alledaagse taken en bijzondere gevallen. Zonder dat je het in de gaten hebt, blijven bepaalde werkzaamheden liggen. Daarnaast kunnen processen als de werkdruk hoog is in de tijd net wat minder logisch worden dan eerder bedacht. Om dit eens goed aan te pakken, kun je het volgende doen: ga lekker met vakantie en zet de back-up in de lead!

Dit biedt de volgende mogelijkheden:

  • Proces check: De back-up kan de gebruikte processen doorlopen en kijken of ze ook zo werken.
  • Ongeschreven delen check: Niet alles zal een procesbeschrijving hebben; leg deze uit en waarom doen we wat we doen. Het uitleggen maakt het voor jou ook scherp waarom het ook alweer zo was.
  • Alternatieven check: Je back-up zal bepaalde dingen anders doen. Leuk om te kijken hoe en waarom, wellicht mooie ideeën om zelf ook te gebruiken (er zijn vaak meerdere afhandelingsmogelijkheden die gebruikt kunnen worden, niet blind staren op je eigen trukendoos).
  • Doel check: Een aantal zaken blijken na je vakantie anders afgehandeld te zijn dan je mogelijk had gehoopt. Leuk om daar samen naar te kijken en te bepalen wat het beste gedaan kan worden voor de toekomst (bijvoorbeeld proces bijwerken), zodat als je bijvoorbeeld ziek wordt, het werk wel goed door kan blijven gaan.
  • Logica check: Bij het inwerken van de back-up ga je uitleggen waarom wat wordt gedaan. Het (kunnen) uitleggen waarom gedaan wordt wat er wordt gedaan is een goede logica check. Soms worden we teveel geleefd in de waan van de dag, waardoor bepaalde logica in de haast kan verdwijnen. Dit kan een ineffectiever vervolgproces tot gevolg hebben.

Kortom, jouw vakantie is een kans voor een frisse blik + je komt weer lekker opgeladen terug.

Andere voordelen:

  • Eigen ontwikkeling: Jij krijgt tijd voor andere dingen/ uitdagingen, je eigen ontwikkeling of om bij een rode stroom team mee te doen.
  • Raakvlak koppeling: De back-up die waarschijnlijk in de buurt werkzaam is op een net wat ander gebied, krijgt meer mee waarom dit werk wordt gedaan en wat het effect is op de andere werkvelden daaromheen. Hoe meer we van het totaal snappen des te effectiever de inzet kan worden in de toekomst.
  • Super senior: voorkom het super senior effect, je kan altijd blijven leren.
  • Senioriteit: de ander krijgt een stuk extra verantwoordelijkheid waardoor de expertise/ senioriteit kan groeien.
  • Vloeiende overgang: De back-up is mogelijk de vak-eigenaar voor de toekomst. Het is lekker om alvast in die wereld rond te mogen neuzen, te ontwikkelen, successen te halen en gezonde fouten te mogen maken. Mocht jij tijdelijk uitvallen bijvoorbeeld vanwege ziekte, dan weet je dat jouw werk in goede handen is.
  • Werkdruk check: Het overnemen van het werk als back-up kost tijd. Als jouw baan al zo vol zit dat dit niet lukt, dan levert dat spanning op die maar beter nu aan het licht kan komen. dit is een goede werkdruk check.
  • Back-up check: Het hebben van een (ingewerkte) back-up is een luxe die mogelijk niet iedereen al heeft. Dit maakt het proces kwetsbaar. Als deze persoon uitvalt weten anderen niet hoe het werk overgenomen dient te worden. Niemand is onmisbaar, maar het is wel fijn als e.e.a. door gaat zonder schade voor het team en de organisatie.

Naar: Persoonlijke groei
Naar: Team groei
Naar: Implementatiefase 2

Gedachte experiment:

  • Wanneer heb jij voor het laatst de back-up ingezet?
  • Heb je wel eens een back-up ingezet zodat jij je handen vrij hebt voor een andere uitdaging of eigen ontwikkeltraject?
  • Wat is er uit de evaluatie gekomen van deze periode?

Hoe vertel je in de organisatie dat veiligheid een punt van zorg is?
Doe dit niet rechtstreeks tegen de personen bij wie jij je niet veilig voelt, maar laat het informele communicatiesysteem werken (als het niet persoonlijk is waar je het over wilt hebben). Nu kun je denken: sinds wanneer willen wij dat communicatie op deze manier verloopt? Theoretisch gezien willen we dit niet, maar in de praktijk werkt het al wel zo. Als het zo werkt, gebruik het dan.

Wandelgangen: de zender
Stel je hebt ergens een mening over, maar je durft dit niet te uiten omdat de gebruikelijke plaatsen niet veilig aanvoelen (bijvoorbeeld in een overleg waar iedereen luistert en dit eigenlijk aan bod zou moeten komen) of nog erger, je werkt in een organisatie waar mensen soms worden ontslagen of uit hun functie worden gezet zonder duidelijke reden. Als je je niet veilig genoeg voelt om je ideeën in de groep te uiten, is er nog een andere oplossing mogelijk. Hier hebben wij een geweldige tool voor beschikbaar die we vaak gebruiken (met een praktisch nut zo blijkt): de roddel, de wandelganggesprekken. Vertel je inspiratie tegen personen bij wie je je wel veilig voelt en start de wandelganggesprekken. Op die manier, bijvoorbeeld tijdens koffiepauzes, informele gesprekken op de gang of bij het secretariaat, kun jij je verhaal kwijt.

Wandelgangen: de ontvanger
Als manager wil je graag op de hoogte zijn van wat er speelt, wat mensen bezighoudt en hoe dat zich verhoudt tot de eigen werkzaamheden. Hiervoor heb je gesprekken met de direct betrokkenen door langs te gaan en in "formele" overleggen. Aangezien je graag wilt weten of het klopt wat er gezegd wordt, is het fijn als informatie altijd in tweevoud aankomt. Als er twee informatiekanalen zijn met betrekking tot belangrijke informatie, dan weet je dat informatie ook aankomt (als één informatiekanaal niet werkt, kijk dan hoe je dat kunt repareren). Als je maar één informatiekanaal hebt, weet je minder snel dat bepaalde informatie niet aankomt (er is geen tweede kanaal om te checken). De vraag is: waar haal ik een tweede informatiekanaal vandaan? Daarvoor kun je ook de meer informele bronnen gebruiken. Ga in gesprek met collega's bij het koffiezetapparaat, bij het secretariaat, en luister naar wat er kan spelen. Mocht het zo zijn dat er verrassend veel informatie is waar je al veel van afweet of frisse ideeën te vinden zijn, het kan zomaar zijn dat er een persoonlijk veiligheidsprobleem speelt in jouw organisatie. Kijk of jij kan helpen om dit weer te repareren op een formelere informatie-route als het kan of op een informelere route als jij je daar ook minder veilig bij voelt.

Deze uitwerking staat los van zaken waarbij je beter naar je vertrouwenspersoon toe kan gaan.

Naar: Persoonlijke groei
Naar: Team groei
Naar: Implementatiefase 2
Naar: Waterpas (gevoel)

Gedachte experiment:

  • Hoe wordt bij jullie directe en indirecte communicatie gebruikt?
  • Maak jij hier ook (bewust) gebruik van?
  • Wat zijn jouw mogelijkheden?

Hoe kun je het werk dat tussen twee werkvelden of afdelingen ligt beter oppakken?
Door je eigen werkaandeel van jouw werkveld of afdeling groter te maken. Kijk over de grenzen van jouw wereld en zet net één stapje extra. Als het niet duidelijk is wie dit werk eigenlijk dient op te pakken en niemand dat doet, kan het niet anders dan dat het minder goed gaat dan je gezamenlijk hoopt.

Raakvlakken:
Als persoon heb je in je baan taken en verantwoordelijkheden. Dit zijn werkzaamheden waar e.e.a. in bijvoorbeeld werkvelden wordt afgeschermd. Het zetten van deze cirkels heeft als voordeel dat je weet waar je op aangesproken kan worden. De optelling van alle cirkels van de teamleden maakt een totaalplaatje waarbij jij weet waar je wel van bent en ook waar niet. Een manager is vaak verantwoordelijk voor alle gaten tussen de cirkels, maar de manager staat vaak ook op afstand van de inhoud. Conclusie is het mogelijk om net verder te kijken dan je eigen taak en verantwoordelijkheid zodat aansluiting tussen vakgebieden net wat makkelijker gaat.

Mogelijke aanpak:
Pak dan een paar dingen op, maar niet alles. Kijk of anderen hiermee geholpen zijn, ga het gesprek daarover aan en wie weet doet goed voorbeeld andere volgen. Samen maak je het werk makkelijker. Als je samen verder kijkt dan je eigen verantwoordelijkheid, is de kans veel kleiner dat er iets ongewenst tussendoor glipt wat er niet tussendoor hoort te glippen.

Naar: Persoonlijke groei
Naar: Team groei

Gedachte experiment:

  • Wat zijn de grijze gebieden waar niemand van is?
  • Waarom pak jij dit wel of niet op?
  • Heb je het met de ander over als je dit wel of niet oppakt?

Hoe kunnen we voorkomen dat persoonlijke valkuilen de groepsdynamiek beïnvloeden?
Een effectieve strategie is om de taken die gekoppeld zijn aan iemands valkuil, indien mogelijk, door een ander teamlid te laten uitvoeren. Dit helpt niet alleen om de negatieve impact van de valkuil te verminderen, maar bevordert ook een gezonde samenwerking.

Kwaliteiten en valkuilen
Kwaliteiten en valkuilen variëren sterk van persoon tot persoon, aangezien we allemaal unieke ervaringen en methoden hebben. Het erkennen van onze individuele kwaliteiten is essentieel, maar het is even belangrijk om bewust te zijn van de bijbehorende valkuilen, uitdagingen en allergieën. Met de tijd kan zich hierin ontwikkeling voordoen, vaak in relatie tot groepssamenstellingen en de dynamiek waarmee we gedurende langere tijd te maken hebben.

Het is waardevol om regelmatig naar onszelf te kijken en te reflecteren. Welke kwaliteiten brengen we mee, en welke valkuilen, uitdagingen en allergieën horen daarbij? Het bewustzijn van deze aspecten stelt ons in staat om er bewuster mee om te gaan en onze interacties te verbeteren. Een gezonde dosis zelfreflectie draagt bij aan persoonlijke groei en effectievere samenwerking binnen het team.

Een aanvullende strategie is om binnen het team te erkennen welke kwaliteiten elk teamlid bezit. Door de sterke punten van anderen te herkennen en te benutten, kunnen we een omgeving creëren waarin individuen minder last hebben van hun valkuilen en allergieën. Het delen van deze inzichten, het herverdelen van de werkzaamheden en samenwerken op basis van elkaars sterke punten draagt bij aan een veerkrachtig team dat effectiever omgaat met de uitdagingen die zich voordoen.

Naar: Persoonlijke groei
Naar: Team groei

Gedachte experiment:

  • Wanneer heb jij op deze manier voor het laatst naar jezelf gekeken?
  • In welke samenwerking zou jij graag hier op deze manier het gesprek willen aangaan?


Wat is voor de opdrachtgever het belangrijkste om op te sturen? Stel de mens centraal, want de mens is het belangrijkste productiemiddel in welke keten dan ook. Dit hoeft niet ten koste te gaan van andere aspecten zoals winst of kwaliteit.

Als verantwoordelijke opdrachtgever ben je meer dan alleen een partij of persoon die van alles mag verwachten. Het is van essentieel belang om ervoor te zorgen dat je als opdrachtgever een goede, veilige en plezierige werkomgeving creëert waarin het werk gerealiseerd kan worden. Een belangrijke regel die ik zelf hanteer is: Mensen zijn niet vervangbaar! Je hebt iemand aangenomen waarin je gelooft, dus maak en houd het werkend. Dit kan betekenen dat je samen op zoek gaat naar de krachten en valkuilen van eenieder, investeert in groei en zoekt naar manieren om het werkplezier te vergroten. In sommige gevallen kan het voorkomen dat samenwerkingen eindigen. Niets is oneindig, maar zorg er dan wel voor dat de betrokkenen met meer plezier de toekomst tegemoet gaan. Als opdrachtgever speel je hierin een cruciale rol.

Binnen de werkstructuur is het belangrijk om een aparte escalatie laag in te richten om knelpunten waar het team niet uitkomt te adresseren. Voor deze laag, die meer op afstand staat van het werk (met als valkuil dat het onpersoonlijker wordt), is het van groot belang om de mens centraal te blijven stellen. Als iets niet werkt op de ene manier, probeer dan een andere aanpak. Creativiteit en de mogelijkheid voor persoonlijke en teamgroei zijn essentieel om tot succes te komen.

Er zijn echter enkele valkuilen die opdrachtgevers helaas wel vaker tegenkomen in hun relatie tot opdrachtnemers:

  1. Afname van werk na optimalisatie: Na het optimaliseren van processen wordt het werk soms eenzijdig afgenomen en teruggegeven aan "eigen" mensen in de organisatie. Dit gebeurt zelfs voordat de opdracht is afgerond, wat het werk bij de opdrachtnemer minder effectief maakt en ontwikkelingsgericht werk bestraft.
  2. Toenemende controle na verbeteringen: Wanneer processen zijn verbeterd, neemt de controle vanuit de opdrachtgever toe. Dit kan leiden tot meer controles en hogere verwachtingen, waardoor een winst van gisteren een tekort voor morgen wordt.
  3. Onrealistische verwachtingen na optimalisatie: Het optimaliseren van processen is een voordeel voor de opdrachtnemer, maar kan leiden tot onrealistische verwachtingen en extra eisen op lange termijn. Er wordt vergeten dat er afspraken en verwachtingen zijn tussen opdrachtgever en opdrachtnemer die niet noodzakelijkerwijs overeenkomen met de interne werkwijzen van de opdrachtgever.
  4. Onvoldoende gedefinieerde verwachtingen: Verwachtingen worden soms niet duidelijk en SMART gemaakt, wat leidt tot obstakels bij de afhandeling van het geleverde werk. Het niet SMART maken van verwachtingen mag niet het probleem van de opdrachtnemer worden.
  5. Verwarring door matrixorganisaties: Het gebruik van matrixorganisaties kan leiden tot verwarring over verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Een teveel aan verwachtingen en meningen vergroot de doorlooptijd en bemoeilijkt de afhandeling van het werk.

Deze effecten in contracten kunnen leiden tot verminderde pro-activiteit en betrokkenheid, wat de uiteindelijke resultaten kan beïnvloeden. Bij samenwerkingsverbanden waarin interactie en betrokkenheid essentieel zijn, kan de opdrachtgever ervoor kiezen om de personen als directe collega's te beschouwen, wat de samenwerking ten goede kan komen. Gezamenlijke sturing op vastgestelde afspraken en betrokkenheid is van belang voor blijvend succes.

De opdrachtnemer:
Als opdrachtnemer heb je altijd de keus te willen werken voor een partij die zich niet als verantwoord opdrachtgever opstelt of niet. Wees geen slachtoffer, kies bewust. Iedereen verdient een goede werkgever die jouw inzet waard is. mocht een opdrachtgever zich niet goed gedragen dan kunnen opdrachten gestopt worden. Kan je kiezen niet mee te gaan in verlengingen enz. Ook voor jou blijft het altijd een keuze. Blijf voor een goede keuze altijd ver vooruit kijken. wat nu klein is kan groeien, wat is acceptabel wat niet. Waar sta jij voor.

Naar: Persoonlijke groei
Naar: Team groei

Gedachte experiment:

  • Hoe ervaar jij jouw rol als opdrachtgever en/ of opdrachtnemer?
  • Wat zijn de voordelen van de benaderingen die jij hierbij hanteert?
  • Hoe bescherm je jezelf en wat betekend dat voor je werkplezier en commitment?
  • Hoe acteer jij in jouw omgeving waarbij het spel opdrachtgever/ opdrachtnemer spel gespeeld wordt?

Hoeveel procent van onze communicatie is non-verbaal? Er zijn onderzoeken met percentages oplopend tot ca 93% non-verbale communicatie. Nu is dat percentage waarschijnlijk niet juist, maar onze non-verbale communicatie is wel veel in ieder geval. Het kan daarom handig zijn om hier zoveel mogelijk van op te pikken.

Non-verbale communicatie lezen:
Communicatie is het gesproken woord, maar ook het niet gesproken woord. Je bent niet altijd aan het praten, maar je bent er wel altijd. Je houding, blik in je ogen, kleding, locatie, enzovoort, geven aan ontvangers een boodschap af. Dit is een belangrijke informatiebron waar je voor, tijdens en na gesprekken gebruik van kunt maken. Non-verbale communicatie is ook een middel om een dubbelcheck te kunnen doen over wat er gezegd wordt. Je kan woorden bekrachtigen, sarcastisch bedoelen, ontkrachten. Overigens is het vaak zo dat je non-verbaal eerlijker bent dan verbaal (dit is bijvoorbeeld zichtbaar in het gezicht). Het is een mooi middel om uitspraken meer op waarde te kunnen schatten. Tips voor de non-verbaal lezer:

  • Mirroring: Er is in een groep een flinke discussie gaande waar 2 kampen zich vormen. Wie zit er nu in welk kamp? Hoe staat de actieve spreker ("boven voor" Roos van Leary)? Staat deze al lang zo, hoe staat de rest? => Wist je dat als je het met iemand eens bent in een discussie je de kans hebt dat je dezelfde houding gaat aannemen als degene waar jij het mee eens bent? Dit fenomeen wordt "mirroring" genoemd.
  • Gaze Cueing: Je bent in een gesprek waarbij er een onderwerp wordt besproken waar je liever niks bij wilt zeggen. Sterker nog, het zou fijn zijn als niemand straks nog weet dat jij erbij was. De oplossing is eenvoudig: maak jezelf onzichtbaar. => wist je dat als iemand naar jou kijkt en jij dan vervolgens naar iemand anders kijkt, deze persoon zijn blikveld zal verschuiven naar die persoon. Op die manier kan je ogen van je afwenden, net als ze bv. op het punt staan jou het woord te geven.
  • Knikken: Als je wilt dat iemand met je instemt of ja zegt, probeer dan subtiel te knikken tijdens het spreken. Vaak zal de andere persoon onbewust hetzelfde doen.
  • Handdruk: Een stevige, zelfverzekerde handdruk kan vertrouwen en kracht communiceren. Pas echter op dat het niet te sterk wordt, want dit kan als agressief worden ervaren.
  • Oogcontact: Als je wilt dat mensen je als zelfverzekerd en betrouwbaar beschouwen, zorg dan voor een gepaste hoeveelheid oogcontact. Te weinig kan onzekerheid overbrengen, terwijl te veel als indringend kan worden ervaren.
  • Open lichaamshouding: Houd je armen niet gekruist en vermijd het bedekken van vitale delen van je lichaam. Een open houding geeft aan dat je toegankelijk en bereid bent om te luisteren.
  • Spiegelen en synchroniseren: Als je merkt dat iemand een specifieke beweging maakt, probeer dan subtiel hetzelfde te doen. Dit kan een gevoel van connectie en overeenstemming creëren.
  • Lachen: Een oprechte glimlach kan een positieve sfeer bevorderen en anderen op hun gemak stellen. Let op dat je glimlach natuurlijk overkomt.
  • Hoofdkanteling: Een lichte hoofdkanteling kan interesse en begrip tonen. Dit wordt vaak gebruikt om aan te geven dat je aandachtig luistert.
  • Afstand bewaren: Let op de persoonlijke ruimte van anderen. Te dichtbij komen kan als bedreigend worden ervaren, terwijl te ver weg afstandelijkheid kan suggereren.
  • Vingerwijzing: Als je wilt dat iemand de aandacht ergens op richt, kun je subtiel met je vingers naar dat object wijzen. Mensen hebben de neiging de richting van de vinger te volgen.
  • Gebruik van handen bij spreken: Expressieve handgebaren kunnen je woorden kracht bijzetten en je boodschap versterken. Wees echter voorzichtig dat het niet te overdreven wordt.
  • Achterover leunen kan duiden op ontspanning en minder betrokkenheid bij het onderwerp. De persoon voelt zich mogelijk comfortabel en minder geneigd om actief deel te nemen aan het gesprek.
  • Naar voren leunen geeft doorgaans een actievere betrokkenheid en interesse aan. De persoon is wellicht meer gefocust en klaar om deel te nemen aan het gesprek of zijn mening te uiten.

Hier zijn enkele andere voorbeelden van hoe non-verbale communicatie een rol speelt:

  • Lichaamshouding: Hoe je zit of staat, leunt naar voren of naar achteren, kan veel zeggen over je betrokkenheid en interesse in het gesprek.
  • Gezichtsuitdrukkingen: Expressies zoals glimlachen, fronsen of oogrollen kunnen sterke indicatoren zijn van emoties en meningen.
  • Gebaren: Handbewegingen kunnen de gesproken woorden ondersteunen of aanvullen, waardoor de boodschap wordt versterkt.
  • Spreekvolume en intonatie: Hoe luid je praat en de toonhoogte van je stem kunnen nuances toevoegen aan je woorden en de emotie achter de boodschap overbrengen.
  • Kleding en uiterlijk: De keuze van kleding, accessoires en persoonlijke stijl kan ook informatie verschaffen over iemands persoonlijkheid en zelfexpressie.

Aangezien er veel te halen is uit de non-verbale communicatie is het handig om elkaar regelmatig te blijven zien en met elkaar te blijven praten. Thuis werken heeft voordelen maar samen op kantoor werken ook.

Naar: Persoonlijke groei
Naar: Team groei

Gedachte experiment:

  • Wanneer heb jij hier bewust gebruik van gemaakt?
  • Van non-verbale signalen ben jij je bewust?

Wat is de optimale samenstelling van een team bij de aanpak van een probleem?
Een benadering kan zijn om gelijkgestemde individuen te verzamelen waarmee je samenwerkt. Je hebt immers vergelijkbare denkbeelden en dat vergemakkelijkt de samenwerking. Als het team echter op zoek is naar alle puzzelstukjes, kan het waardevol zijn om ook teamleden te hebben die de wereld net iets anders bekijken.

Eén van de honderd‍
Welke personen in jouw omgeving hebben soms een verrassende invalshoek die je juist kunt gebruiken om een totaalbeeld te creëren van mogelijkheden, problemen, symptomen, gevoelens, en belevingen? Deze potentiële teamleden kunnen helpen om tot nieuwe inspirerende inzichten te komen die je als groep anders nooit zou ontdekken.

Waar vind je deze personen?‍
Kijk naar de mens. Niveau, kennis van de inhoud, uitvoerend of management zijn allemaal hokjes die we gebruiken om ons "te beschermen", maar deze hokjes beperken de kansen en mogelijkheden. Bijvoorbeeld: een teamlid dat niets begrijpt van de inhoud kan toch helpen als andere teamleden "gedwongen" worden om het werk in eenvoudige taal uit te leggen. Dit geeft de rest van de groep triggers (waarom doen we dit eigenlijk, waarom is dit moeilijk te begrijpen, kan het eenvoudiger, wat is de kern waar het om gaat).

Naar: Team groei
Naar: Het team

Gedachte experiment:

  • Welke teamleden zou je graag willen verzamelen als je met een team iets wil ondernemen?
  • Wie ken jij in je omgeving die net een ander beeld heeft en jouw groep kan helpen om meer te zien?

Hoe kunnen normen en waarden binnen de organisatie worden ontwikkeld? Door aandacht te besteden aan de generatiegroepen die in de organisatie aanwezig zijn en hoe deze onderling samenwerken.

De ideale generatiemix in een team:
Binnen de organisatie zijn waarschijnlijk verschillende generaties medewerkers actief. Elke generatie heeft zijn eigen set normen en waarden, die zowel kunnen bijdragen aan de samenwerking als potentiële conflicten kunnen veroorzaken. Onderzoek wat elke generatie kan bijdragen aan de samenwerking binnen het team. Een gesprek kan bijvoorbeeld worden gestart vanuit een generatiebenadering. Laat elke generatie haar eigen sterke punten benoemen en begrijp waar deze vandaan komen. Kijk hoe deze krachten optimaal benut kunnen worden. Deze aanpak geeft direct inzicht in de achtergrond van het team, wat de groep weer sterker kan maken. Hoe beter we begrijpen waarom anderen handelen zoals ze doen, hoe beter we onze eigen acties en inzet kunnen afstemmen.

Generatie-indeling:

  • Baby Boomers/ Protest (1940-1954): Bouwden na de Tweede Wereldoorlog aan de nieuwe wereld. Belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen waren democratie en vrijheid van meningsuiting. Deze generatie wordt gekenmerkt door dominante mannen.
  • Generatie X/ Verbindend (1955-1969): Begonnen hun carrière tijdens economische crises. Deze generatie was getuige van de opkomst van de eerste computers en wordt vaak gezien als een verbindende generatie, die verschillen kan overbruggen. Momenteel is dit vaak de leidende generatie.
  • Pragmaten (1970-1984): Deze generatie ervaarde economische bloei en de opkomst van werkcomputers. Ze staan bekend als rationele doeners en versnellers. Vrouwen waren hoger opgeleid, en velen van hen bekleden nu leidinggevende posities.
  • Generatie Y/ Millennials (1985-1999): Tijdens hun opkomst was er sprake van systeemcrises, privécomputers, en de opkomst van sociale media. Deze generatie waardeert diversiteit en authenticiteit. Veel Millennials werken momenteel in vergrijzende bedrijven.
  • Generatie Z/ Digital Natives (2000-2014): Ook zij ervoeren een systeemcrisis en groeiden op met computers en sociale media. Deze generatie staat bekend als zeer bewust, rationeel en intuïtief.

Voordelen van de ideale generatiemix:

  1. Diversiteit van perspectieven: Door verschillende generaties in het team te hebben, krijg je toegang tot diverse invalshoeken en denkpatronen. Dit kan leiden tot innovatieve oplossingen en creatieve benaderingen van problemen.
  2. Kennisoverdracht: Oudere generaties brengen vaak waardevolle ervaring en kennis met zich mee, terwijl jongere generaties op de hoogte zijn van de nieuwste technologieën en trends. Dit zorgt voor een uitwisseling van kennis en bevordert een continu leerproces.
  3. Sterkere teamdynamiek: Het begrijpen van elkaars achtergrond en waarden kan leiden tot een sterkere teamdynamiek en betere samenwerking. Teams kunnen effectiever communiceren en conflicten verminderen door inzicht in elkaars perspectieven.
  4. Aantrekkelijkheid voor diverse klanten: Een divers team weerspiegelt een diverse klantenkring. Het kan de organisatie helpen om beter in te spelen op de behoeften van diverse doelgroepen en een breder publiek aan te spreken.

Tips voor het beheren van een generatiegemengd team:

  1. Open communicatie bevorderen: Creëer een open cultuur waarin teamleden vrijuit kunnen praten over hun ervaringen, verwachtingen en ideeën. Moedig respectvolle dialoog aan om misverstanden te voorkomen.
  2. Flexibele werkstijlen omarmen: Verschillende generaties hebben vaak verschillende voorkeuren voor werkomgevingen en -stijlen. Flexibiliteit in werkuren en -omstandigheden kan helpen om aan verschillende behoeften tegemoet te komen.
  3. Mentorschap aanmoedigen: Implementeer mentorprogramma's waarbij oudere werknemers hun kennis en ervaring delen met jongere collega's. Dit bevordert een positieve samenwerking en kennisoverdracht.
  4. Training in generatiebewustzijn: Bied training aan die gericht is op het begrijpen van generatieverschillen. Dit kan de bewustwording vergroten en teamleden helpen effectiever met elkaar om te gaan.

Naar: Team groei
Naar: Benaderingen

Gedachte experiment

  • Hoe worden de krachten en valkuilen van de generaties bij jou in de organisatie benut?
  • Wat waardeer je het meest aan de bijdragen van teamleden uit een andere generatie?
  • zijn er bepaalde generatie specifieke kwaliteiten die je meer zou willen benutten?

Complimenten zijn krachtige instrumenten om positiviteit te verspreiden, relaties te versterken en een gezonde werkomgeving te bevorderen. Het lijkt er vaak op alsof complimenten verdiend moeten worden. Er is niks mis mee om waardering uit te spreken, hoe klein ook. Een compliment draagt bij aan een positieve sfeer in teams en organisaties. Als je weet dat je gewaardeerd wordt, je gezien wordt, jij er toe doet in de organisatie doet dat veel met jouw welzijn.

Voordelen van Complimenten:

  1. Motivatie en productiviteit: Complimenten zijn een bron van positieve bekrachtiging. Je voelt je gewaardeerd en gemotiveerd wanneer er erkenning is voor inspanningen, wat de algehele productiviteit ten goede komt. Ook als het regulier herhalend werk is wat je eerder ook al gedaan hebt. Wat voor jou vanzelfsprekend is is voor een ander heel bijzonder.
  2. Teamgeest en samenwerking: Complimenten bevorderen een cultuur van samenwerking. Wanneer teamleden elkaars successen erkennen, ontstaat er een gevoel van saamhorigheid en wordt de teamgeest versterkt.
  3. Verbeterde werkrelaties: Door waardering uit te spreken, bouwen collega's onderling sterkere banden op. Positieve werkrelaties zijn essentieel voor een gezonde werkomgeving. Dit kan een uitgesproken waardering zijn of bij veel herhaling een gevoel van blijvende waardering bij langere samenwerkingen. Dit kan dan een meer ludiek/ confronterend/ provocerend karakter krijgen, wat dan nog immer complimenteus bedoeld is in een creatief jasje.
  4. Mentaal Welzijn: Complimenten hebben niet alleen invloed op het professionele leven, maar ook op het mentale welzijn van individuen. Ze verminderen stress, verhogen het zelfvertrouwen en bevorderen een positieve kijk op het werk.
  5. Talentbehoud: Werknemers die regelmatig complimenten ontvangen, voelen zich meer gewaardeerd. Dit draagt bij aan talentbehoud, omdat werknemers minder geneigd zijn de organisatie te verlaten als ze zich erkend en gewaardeerd voelen.

Tips voor Effectieve Complimenten:

  1. Wees specifiek: Maak je complimenten specifiek. Benoem welke actie of bijdrage je waardeert. Dit maakt het compliment persoonlijker en geloofwaardiger.
  2. Wees oprecht: Laat je complimenten oprecht zijn. Mensen kunnen meestal het verschil voelen tussen een oprecht compliment en een holle lofzang. Kies je woorden zorgvuldig en wees gemeend.
  3. Timing is belangrijk: Geef complimenten op het juiste moment. Wacht niet te lang, maar geef ze ook niet te snel. Een goed getimed compliment kan meer impact hebben.
  4. Diversifieer je complimenten: Varieer je complimenten. Richt je niet alleen op grote prestaties, maar waardeer ook kleine inspanningen. Diversiteit in complimenten houdt de waardering fris en relevant.
  5. Geef publiekelijk en privé: Sommige complimenten verdienen publieke erkenning, terwijl andere misschien beter privé gegeven kunnen worden. Begrijp de situatie en kies de juiste setting.
  6. Stimuleer een complimentencultuur: Moedig anderen aan om ook complimenten te geven. Een cultuur waarin waardering wordt gedeeld, is waardevol voor het hele team.
  7. Gratis: en compliment is gratis, kost niks niemand wordt hier slechter van. Leg de lat niet te hoog om jouw complimenten te moeten verdienen.

Complimenten ontvangen:
Wanneer iemand de moeite neemt om je een compliment te geven, is er één krachtig antwoord dat de waardering op de juiste manier reflecteert: "dank je wel." Het ontvangen van een compliment is niet alleen een erkenning van je prestaties, maar ook een kans om waardering te accepteren en een positieve interactie te cultiveren.

Vaak hebben mensen de neiging om hun acties te minimaliseren wanneer ze een compliment ontvangen. Ze zeggen dingen als "oh, dat was niets" of "het stelde niet zoveel voor." Het is echter belangrijk om te onthouden dat een compliment geen lichte waardering is; het is een oprechte erkenning van iemands waarneming van jouw prestaties.

Door simpelweg "dank je wel" te zeggen, geef je niet alleen aan dat je het compliment hebt gehoord, maar toon je ook respect voor de tijd en moeite die de persoon heeft genomen om het uit te spreken. Het is een manier om de positieve energie te omarmen en een sfeer van wederzijdse waardering te bevorderen.

Dus, onthoud: maak hetgeen wat je doet niet kleiner. Accepteer complimenten met oprechte dankbaarheid en erken de waarde van de erkenning die je ontvangt. Een eenvoudig "dank je wel" draagt bij aan het versterken van relaties en het creëren van een positieve dynamiek in je interacties met anderen.

Naar: Persoonlijke groei
Naar: Team groei
Naar: Implementatie fase 2

Gedachte experiment:

  • Heb je vandaag al iemand een compliment gegeven?
  • Heb je deze week al 7 complimenten gegeven?
  • Wat dien je te doen om jouw complimenten te verdienen?
  • Hoe laat jij jouw waardering blijken?
  • Heb je complimenten ontvangen, wat deed dat met jou?

Tijd van verandering is altijd lastig. Hoe ga je om met de teamleden als je vertrekt naar een nieuwe uitdaging, hoe rondt je je werk af en hoe begin je bij je nieuwe werkplek. Het (aankondigen van ) vertrek heeft invloed op het verdere verloop van het werk. Het volgende kan zich voordoen:

1. Verschuiving van loyaliteit

Als je begint met zoeken naar een nieuwe baan, zal de trouw aan de huidige organisatie en de teams waar je onderdeel van uitmaakt (verder) afnemen. Je hebt in gedachte de organisatie al verlaten (anders zou je niet op zoek gaan). Dit betekend dat je prioritering gaat verschuiven (trouw opbouwen naar de teams waar je in de toekomst nog onderdeel van zal blijven maken). Het gevolg kan zijn dat motivatie (verder) afneemt, verlaging van inzet, verlaging van betrokkenheid.

2. Afname van informatie overdracht

Als het bekend is dat je gaat vertrekken kan ook vanuit de andere medewerkers de betrokkenheid worden verlaagd. Er wordt minder gedeeld/ afgestemd met jou, want je bent toch van plan te vertrekken (waarom zouden we de info delen als dat in de toekomst toch niet meer van toepassing is voor jou). De kans dat je nu gaat vertrekken neemt toe (het verlies van informatie en betrokkenheid vergroot een foutkans en verlaagd het commitment aan het team/ de organisatie).

3. Netjes achterlaten:

Je hebt afgelopen tijden (hard) gewerkt aan wat je tot nu toe bereikt hebt en je wilt dit netjes overdragen aan de opvolger. De kans wordt daarmee bv vergroot dat de methoden zoals het nu werkt ook in de toekomst nog gebruikt (kunnen) worden. Je kan met een goed gevoel de organisatie verlaten. Het wereldje is op een aantal vlakken klein, in de toekomst kan je anderen zomaar weer tijdens het werk treffen. De verbanden kunnen worden aangehouden.

4. Goed - slecht - goed

Stel het werk gaat heel goed, anderen zijn heel blij met jouw inzet, maar je gaat de organisatie verlaten. Dan kan het zomaar zo zijn dat je opvolger een zware tijd tegemoet gaat. De opvolger zal een aantal kinderziektes nog gaan overwinnen, vertrouwen nog moeten opbouwen. De linkjes met anderen nog dienen op te bouwen. De achterblijvers waren verwend met hoe soepel alles inmiddels liep en de invulling op maat die ontvangen werd. Elke keer dat bij nieuwe vragen dit niet deze norm haalt kan het zomaar zo zijn dat men terug denkt aan hoe goed het voorheen was (waarbij het positieve beeld van die persoon verder kan toenemen). Voor de vervanger zal de motivatie op de proef worden gesteld. Eén van de manieren waarbij dit nadeel relatief snel overwonnen kan worden is het aannemen van iemand die de uitdaging niet gaat waarmaken. Er wordt snel een negatieve beleving opgebouwd bij de invulling door die persoon, waarna deze persoon relatief snel de organisatie weer verlaat. De opvolger die daarna wordt aangenomen heeft wel weer de benodigde skillset, zodat deze de uitdagingen kan waarmaken. Hierbij wordt door de andere betrokkenen de meetlat naar de oorspronkelijke vertrekkende medewerker niet meer gemaakt, maar wordt er gekeken naar de verbetering t.o.v. de persoon die net weg is gegaan. Een positievere associatie is dan makkelijker gemaakt. Dit is totaal niet een schoon pad, waarbij iemand al verdoemd is bij aanvang. Dit zal nooit mijn keuze zijn, maar pad wordt helaas vaker (onbewust/ bewust) bewandeld dan gedacht, zoals bv. inzet van de HRM directeur.

5. Een lange adem

Een andere oplossingsvariant bij vertrek van iemand in een geoliede machine betreft een lange adem: de persoon kan nog niet acteren zoals het voorheen ging, er zijn drempels die overwonnen dienen te worden. Maar op langere termijn wordt ook deze persoon onderdeel van de machine. Men kan niet eeuwig treurig blijven, uiteindelijk gaat alles ook gewoon door. Het samen problemen overwinnen draagt bij aan de teamgroei.

6. Beperking van beloften:

Je wil (bij vertrek) niet in het vaarwater van je opvolger gaan zitten. De trajecten die gestart kunnen worden met een langere doorlooptijd waarbij jij de verantwoordelijke bent om dit tot een goed resultaat te brengen worden afgehouden. Je wil de ander niet belasten met jouw beloften, zodat deze een eigen pad kan kiezen.

7. Beslissingsgat

Het nadeel bij beperken van de belofte is dat de organisatie behoefte groot kan zijn. Het afhouden van noodzakelijke commitmentbeloften/ het maken van belangrijke keuzes heeft gevolgen. Een (mogelijke lange) inwerktijd van de opvolger/ de kinderziektes die de nieuwe medewerker nog gaat krijgen tot gevolg kunnen hebben dat het bereiken van de verandering voor een te lange tijd een groot negatief gevolg van de organisatie kunnen hebben. Nergens voor gaan is dan schadelijker dan iets starten al in rij en gelid zetten waarbij tussendoor het stokje wordt overgedragen.

Teamlidwisselingen bieden ook kansen. In welke mate kunnen knelpunten worden opgevangen. Hoe worden nieuwe medewerkers ontvangen en onderdeel van het team. Welke krachten komen er binnen en hoe kunnen deze het werk en anderen in de toekomst helpen?

Naar: Team

Gedachte experiment:

  • Wie is als laatste de organisatie verlaten, hoe is dat verlopen?
  • Op welke manier ga jij de organisatie verlaten (hoe wil je daar invulling op gaan geven)?

In een dynamische zakelijke omgeving is het behouden van een integrale benadering van de organisatie van cruciaal belang. Excellerende teams kunnen echter het risico lopen zich te isoleren, waardoor de bredere organisatiecultuur in het gedrang komt. Om dit tegen te gaan lijkt het dat er in de top van de organisatie regelmatig met een dobbelsteen wordt gegooid. Elke zijde vertegenwoordigt een strategische organisatiekeuze, waarmee regelmatige veranderingen worden ingebracht om de organisatie op lange termijn te versterken en te integreren.

  1. Decentraliseren: Decentralisatie is meer dan alleen het verdelen van taken. Het staat voor het delegeren van verantwoordelijkheden naar kleinere eenheden, waardoor er flexibiliteit ontstaat en teams zelfstandiger opereren. Dit kan de samenwerking bevorderen en het aanpassingsvermogen vergroten.
  2. Centraliseren: Aan de andere kant van het spectrum bevindt zich centralisatie. Hierbij worden bepaalde functies of processen gecentraliseerd om uniformiteit te waarborgen. Dit kan de efficiëntie vergroten en een gestroomlijnde communicatie bevorderen.
  3. Werken vanuit vak expertise: Het benutten van vak expertise plaatst de focus op de diepgaande kennis binnen teams. Dit bevordert specialisatie en innovatie op specifieke gebieden, wat kan leiden tot hoogwaardige output en toonaangevende prestaties.
  4. Werken vanuit de Keten: Wanneer teams werken vanuit de keten, wordt de nadruk gelegd op het optimaliseren van end-to-end processen. Hierdoor wordt de algehele efficiëntie vergroot en wordt het mogelijk om snel en effectief te reageren op veranderingen in de omgeving.
  5. Nieuwe afdelingen: Het introduceren van nieuwe afdelingen stimuleert frisse perspectieven en biedt ruimte voor innovatie. Dit kan de organisatie wendbaarder maken en nieuwe kansen identificeren die voorheen misschien over het hoofd werden gezien.
  6. Minder afdelingen: Het verminderen van het aantal afdelingen kan leiden tot vereenvoudiging en een meer gestroomlijnde organisatiestructuur. Dit bevordert een snellere besluitvorming en verbetert de communicatie tussen overgebleven afdelingen.

Voordelen van de Organisatiedobbelsteen:

  1. Dynamische aanpassing: Door de dobbelsteen regelmatig te werpen, ontstaat er een dynamische aanpassing aan veranderende omstandigheden, waardoor de organisatie veerkrachtig blijft.
  2. Voorkomen van isolatie: Teams die te lang samenwerken, kunnen zich isoleren. De dobbelsteen voorkomt dit door regelmatige veranderingen te stimuleren, waardoor teams worden uitgedaagd zich opnieuw aan te passen.
  3. Strategische innovatie: De verschillende organisatiekeuzes vertegenwoordigd op de dobbelsteen bevorderen strategische innovatie en stellen de organisatie in staat om nieuwe benaderingen te verkennen.
  4. Cultivering van eenheid: Door alle zes zijden van de dobbelsteen te benutten, wordt een integrale benadering gecultiveerd. Dit draagt bij aan een organisatiecultuur die diversiteit waardeert en gezamenlijke doelen nastreeft.

De organisatiedobbelsteen is niet slechts een spel, maar eerder een krachtig instrument voor organisatorische ontwikkeling. Door regelmatig te dobbelen, omarmt de organisatie verandering en versterkt ze haar fundament op een manier die niet alleen innovatief is maar ook de integrale samenhang van de organisatie bevordert. Het dobbelen met strategische keuzes wordt zo een tastbaar symbool voor het voortdurende streven naar een wendbare, veerkrachtige en geïntegreerde organisatie.

Naar: Team groei
Naar: Implementatiefase 2

Gedachte experiment:

  • Wanneer is het de laatste keer geweest dat er met de organisatie dobbelsteen is gegooid?
  • Wat waren de nadelen en wat waren de voordelen van deze grote organisatie verandering?
  • Wat heeft dit betekend voor jou?

Als je doet wat je deed krijg je wat je kreeg
Veel problemen ontstaan door herhaling. Hoewel een eerder knelpunt succesvol is opgelost, kan de gebruikte oplossing onbedoelde gevolgen hebben die nog niet zichtbaar zijn. Het is bemoedigend dat de huidige grote problemen zijn aangepakt, maar het is essentieel om te beseffen dat toekomstige uitdagingen kunnen ontstaan als gevolg van deze oplossingskeuze.

Het risico is dat we ons richten op het heden en de mogelijke gevolgen voor de toekomst over het hoofd zien. We dienen alert te blijven op de effectiviteit van de oplossingen en voortdurend te evalueren of we de juiste aanpak hanteren.

De uitspraak "als je doet wat je deed, krijg je wat je kreeg" wordt relevant wanneer een eerder klein ongewenst effect zich heeft ontwikkeld tot iets dat nu pijn gaat doen. Deze pijn dient als signaal om de cyclus van herhaling te doorbreken en het probleem opnieuw aan te pakken. Doe je niks dan wordt de pijn steeds groter.

Een vergelijkbaar patroon kan optreden bij het vasthouden aan een beproefde methode. Hoewel een nieuwe aanpak oorspronkelijk tot inzichten heeft geleid, kan herhaling van deze methode op langere termijn leiden tot het missen van nieuwe problemen die nu niet meer worden opgemerkt. Het vasthouden aan vastomlijnde rollen kan ook beperkend zijn, vooral op raakvlakken waar samenwerking cruciaal is.

Het is raadzaam om regelmatig van aanpak te veranderen, andere methoden te proberen en samenwerkingen te verkennen om te waarborgen dat zowel de huidige als toekomstige problemen adequaat worden aangepakt. Sterke teams met zelfredzaamheid en pro-activiteit zijn essentieel om te voorkomen dat ze vastroesten in vaste denkpatronen.

Het bevorderen van een cultuur van voortdurende evaluatie en aanpassing is cruciaal voor duurzaam succes.

Dit effect geldt op meerdere fronten. Als er een methode is gevonden die tot heel veel inzicht heeft geleid, is iedereen heel enthousiast. Er is eindelijk iets goeds gevonden. Er ontstaat geloof in de werkwijze. De werkwijze wordt herhaald, eenieder raakt hier steeds vertrouwder mee. Er komen minder nieuwe inzichten binnen. Op korte termijn is e.e.a. wel goed verbeterd, dus het moet wel goed zijn. De aanpassingen worden helemaal tot in de puntjes uitgewerkt, alles gaat top. Toch kan het zijn dat op langere termijn er weer nieuwe problemen ontstaan die nu niet meer worden opgemerkt. Het blikveld staat van de betrokkenen één bepaalde kant op, waardoor de rest buiten beeld verdwijnt.

Rolvastheid
Rolvastheid is een andere benadering die op langere termijn tot deze knelpunten leidt. In deze benadering doe je alleen wat bij jouw rol hoort en laat je datgene wat niet bij jouw rol hoort met rust. Dit klinkt heel leuk als we een mooi afgebakend werkgebied hebben zonder raakvlakken. Op de raakvlakken mis je op langere termijn de aansluiting. De benadering stimuleert niet het nadenken over wat er buiten jouw rol gebeurt. Dat is op een aantal fronten zeker handig. Deze benadering is minder stimulerend als het belangrijk is dat jij weet wat het effect van jouw rol is op het werk van anderen. Het nadenken over grenzen wordt ontmoedigd. Rolvastheid heeft op een aantal onderdelen zeker voordelen, maar het is een gevaarlijke term om te gebruiken. Het signaal is: denk niet mee over grenzen heen van jouw rol, dat wordt niet gewaardeerd.

Tijdelijke herhaling
Het vinden van een nieuwe methode biedt oplossingen voor de problemen van nu. Het is goed om hier de grote winst te pakken. Ga met deze methode door. Blijf waakzaam op je blikveld; heb je alles te pakken? Om te weten of dat het geval is, verander je regelmatig van aanpak. Pak ook andere methoden, uitwerkingen, samenwerkingen, enzovoort, zodat je kunt ervaren of je de problemen van nu, maar nog belangrijker, ook de problemen van de toekomst aanpakt.

  • Het hebben van sterke teams helpt. De zelfredzaamheid, betrokkenheid en pro-activiteit van deze teams zorgen voor inspiratie en het waakzaam zijn voor de problemen van morgen. Deze teams roesten minder snel vast in vaste gedachte patronen.
  • Maak geregeld gebruik proefballonnen. Nieuwe benaderingen geven nieuwe inzichten of bevestiging dat wat je doet al goed is.
  • Maak gebruik van GBV. Blijf nadenken. Als jij het niet snapt, snapt iemand anders het ook niet. Leun niet op anderen, blijf zelf nadenken.
  • Gooi eens een keertje met de sturingsdobbelsteen.
  • Check of het goed voelt.

Naar: Team Groei
Naar: Puzzelstukjes
Naar: Implementatie fase 2
Naar: Persoonlijke groei

Gedachte experiment

  • Hoe lang is het geleden dat er echt nieuwe inzichten kwamen?
  • Welke problemen gaan er over 1 jaar zichtbaar worden waar nu al rekening mee gehouden kan worden?
  • Welke methode/ overleggen worden er nu gebruikt waarbij je je afvraagt wat het nut er van is?

et zoals bij het kopen van nieuwe producten geldt voor het werk ook dat als je meer binding met het werk wilt hebben, het het beste is om het werk fysiek ook af en toe aan te raken. Dit is uiteindelijk waar het allemaal om draait, de essentie van alle inzet van de teamleden komt hier samen. Met de vele kantoorbanen kan het eindproduct soms uit het zicht verdwijnen. We streven ernaar productief te zijn en onze toegevoegde waarde te laten gelden. Dit kan betekenen dat we vaardig zijn in het bedenken van veel vragen en hard werken om al die vragen te beantwoorden. Als we het eindproduct iets vaker in beeld houden, kan het zomaar zijn dat de vragen ook iets meer focus krijgen, gekoppeld aan waar het uiteindelijk allemaal om draait.

Voordelen:

  1. Verhoogde betrokkenheid: Fysiek contact met het werk vergroot de betrokkenheid van teamleden. Ze voelen zich meer verbonden met het eindproduct en het doel van hun inspanningen.
  2. Focus op het einddoel: Door het eindproduct regelmatig in beeld te houden, krijgen vragen en taken meer richting en relevantie. Het team ziet duidelijker het grotere plaatje.
  3. Teamspirit en motivatie: Teamleden die het werk fysiek aanraken, ervaren vaak een verhoogd gevoel van teamspirit en motivatie. Ze begrijpen beter hoe hun bijdrage past in het geheel.

Tips:

  1. Organiseer werkbezoeken: Plan bezoeken aan de locaties waar het eindproduct wordt gemaakt of de laatste acties worden uitgevoerd. Dit biedt teamleden de kans om het werk daadwerkelijk aan te raken.
  2. Teamactiviteiten rond het eindproduct: Creëer teamactiviteiten die gerelateerd zijn aan het eindproduct. Dit kan variëren van gezamenlijke workshops tot teamuitjes die een directe link hebben met het werk.
  3. Incorporeren in overleggen: Integreer regelmatig momenten in team overleggen waar het eindproduct wordt besproken en zelfs fysiek getoond. Dit kan een tastbare herinnering zijn aan het gezamenlijke doel.

Naar: Persoonlijke groei
Naar: Team groei
Naar: Puzzelstukjes

Gedachte experiment:

  • Hoe vaak heb je in de afgelopen maand fysiek contact gehad met het eindproduct of de resultaten van je werk?
  • Heb je het gevoel dat je goed begrijpt hoe jouw bijdrage past in het uiteindelijke eindproduct? Waarom wel of niet?
  • Zijn er mogelijkheden binnen jouw team of organisatie om vaker het eindproduct te ervaren? Zo ja, welke stappen zou je kunnen ondernemen om dit te bevorderen?
  • Heb je ooit een situatie meegemaakt waarin het fysiek ervaren van het werk een positieve invloed had op de teamdynamiek? Wat was het resultaat?

We hebben de neiging om van alles te willen delen met onze omgeving, maar wanneer worden deze gedeelde gegevens eigenlijk informatie voor de ander?

Gegevens:
Dit omvat alles in je omgeving dat door de ontvanger kan worden waargenomen via de zintuigen: horen, zien, ruiken, proeven en voelen.

Informatie:
Dit is de verwerking van de ontvangen signalen tot kennis. In de meeste gevallen denk je na over wat binnenkomt en filter je wat op dat moment relevant is. Bijvoorbeeld, als je op een toetsenbord typt, ben je minder bewust van het gevoel aan je vingers, maar ben je meer gefocust op wat er op het scherm gebeurt. Dit filterproces is cruciaal, vooral in een wereld waarin we constant worden overspoeld met informatie.

In de context van gegevens - informatie filtering, praten, schrijven of tekenen we veel, waarbij niet alles als informatie wordt ontvangen, laat staan de essentie van de boodschap die we willen delen. Soms helpt meer praten niet, maar vereist het een andere aanpak.

Filter:
Aangezien we voortdurend worden blootgesteld aan een overvloed aan informatie, hebben we geleerd te filteren. De meeste gegevens gaan aan ons voorbij omdat we ons richten op slechts een klein deel van deze datamassa. Het verwijderen van onnodige informatie is van essentieel belang.

Ruis:
Ruis is alles wat verstorend werkt in het proces van gegevens naar informatie. Het kan moeilijk zijn om de ruis te ontdekken die jouw boodschap verstoort. Het verminderen van ruis vergroot de kans op succesvolle omzetting van gegevens naar informatie.

Hier zijn enkele tips om de kans op omzetting te vergroten:

  • Houd het kort.
  • Maak raakvlakken met persoonlijke interessegebieden.
  • Betrek de ontvanger in de uitwisseling.
  • Creëer 'Pavlov'-reacties.
  • Spreek de interesse van de groep aan.
  • Gebruik visuals en humor.
  • Koppel aan de behoeften volgens Maslow.
  • Vertaal naar wat het voor de persoon kan betekenen.
  • Sluit aan op persoonlijke triggerwoorden.
  • Herhaal en gebruik meerdere argumenten.

De mate waarin de gegevens voor de ander informatie worden, hangt af van factoren zoals luisterbereidheid en acceptatie van de boodschap.

Om te bepalen of het informatie is geworden, kun je twee richtingen overwegen:

Vanuit de ontvanger, zoals:

  • Teruggeven in eigen woorden wat er is gezegd.
  • Teruggeven van eigen beelden/visie op de ontvangen informatie.
  • Verwerken van de informatie in het product.

Vanuit de zender, zoals:

  • Toetsen/proefwerken.
  • Via controles checken of het begrepen is.
  • Mentimeter quiz.
  • Het oppakken van vervolgtaken door de persoon aan wie het is uitgelegd.

Deze methoden zijn bruikbaar om te meten wat wel en niet is vertaald van gegevens naar informatie. Op basis van deze informatie kun je bepalen hoe verder te gaan, of het nodig is bepaalde aspecten te herhalen, en of de informatie voldoende is begrepen om verdere stappen te zetten.

Naar: Persoonlijke groei
Naar: Team groei
Naar: Puzzelstukjes

Gedachte experiment:

  • Welke methoden gebruik je om informatie te verwerken en hoe beïnvloeden ze je perceptie?
  • Hoe verminder je 'ruis' in je communicatie om begrip te vergroten?
  • Welke tip om gegevens naar informatie om te zetten is het meest effectief in jouw context?
  • Denk aan een recente communicatie-ervaring. Wat waren de signalen van de ontvanger dat de gegevens effectief werden omgezet? Wat zou je de volgende keer anders doen?

Proces OF inhoud
Het is niet altijd even makkelijk om gezamenlijk de voortgang te bereiken die vooraf bedacht is. Een van de valkuilen betreft het ontbreken van scheiding tussen inhoud en proces. Als je een inhoudelijke taak hebt waarbij je ook de voortgang moet bewaken (proces), dan is het natuurlijk dat je pas actief gaat najagen als je zelf je eigen werk hebt gedaan. Je wilt immers niet iemand anders tot last zijn als je zelf het ook nog niet lukt om het werk gedaan te hebben. Het najagen zelf is echter ook een belangrijke actie om gezamenlijk de planning te halen.

Splits de inhoudelijke taken (uitwerkingen maken) van de proces taken (bewaken dat het doel tijdig wordt gehaald). Als alle personen die aan de inhoud werken gezamenlijk worden aangespoord, kunnen ze elkaar stimuleren, de focus kan groeien en de haalbaarheid van de plannen wordt vergroot. Hoe meer het geloof in voortgang groeit, des te actiever worden personen om ook zelf hun eigen steentje bij te dragen. Het is leuk en nuttig om hier een ludiek tintje aan te geven, wat extra stimulans kan opleveren. Zo kan de procesbewaker die iedereen aanspoort bijvoorbeeld koeken uitdelen als de planning op tijd wordt gehaald. Zelf ben ik als aanjager bekogeld met waterballonnen en taart, en heb ik teamleden letterlijk een worst voorgehouden (die gewonnen kan worden) of zijn teams aan de slag geweest om spijkers in balken te slaan (de voortgang was letterlijk hoorbaar).

  1. Duidelijke verantwoordelijkheden: Door taken op te splitsen in inhoudelijke taken en procesgerichte taken, wordt het duidelijker wie verantwoordelijk is voor welk aspect van het project. Dit voorkomt verwarring en dubbel werk.
  2. Efficiëntie: Teamleden kunnen zich beter concentreren op specifieke aspecten van het project, waardoor ze efficiënter kunnen werken. Dit zorgt voor een snellere voltooiing van taken en een kortere doorlooptijd van het project.
  3. Betere planning: Het onderscheiden van inhoud en proces maakt een betere planning mogelijk. Processen zoals het opstellen van schema's, het bijhouden van voortgang en het identificeren van mogelijke knelpunten kunnen afzonderlijk worden beheerd en geoptimaliseerd.
  4. Verbeterde focus: Teamleden kunnen zich beter concentreren op de inhoud van hun taken zonder zich zorgen te hoeven maken over het proces. Dit verhoogt de kwaliteit van het werk en vermindert fouten.

Naar: Teamgroei
Naar: De puzzel
Naar: Implementatie fase 1

Gedachte experiment:

  • Wordt proces bewaking wel eens gescheiden van inhoudelijke voortgang?
  • Zijn dat expliciete keuzes?
  • Zijn er voordelen te behalen om deze scheiding bij bepaalde processen toe te passen?
  • Wat is er voor nodig om dat te starten?

Stel je wilt een advies uitbrengen waarbij er een keuze wordt aanbevolen. Hoe doe je dat dan? De ontvanger kan simpelweg je advies opvolgen en het besluit gelijk nemen op basis van het vertrouwen in jou. Het is echter beter en wenselijker dat de ontvanger ook begrijpt wat er wordt aanbevolen, achter de keuze staat en de keuze kan verdedigen. Indien er voldoende tijd is, kun je er zelfs voor kiezen om het idee te planten, zodat de ander zelf de aanbeveling vindt en gaat doorvoeren. In het geval je zelf de aanbeveling wil schrijven en het fijn is dat de ander de beredenering kan volgen, dan kan de scenarioanalyse hulp bieden.

Scenario analyse
Ga ervan uit dat de ontvanger in basis inhoudelijk onvoldoende betrokken is. Leg uit wat het knelpunt is waar je tegenaan loopt en wat de voordelen en nadelen van de beginsituatie zijn. Werk vervolgens minimaal 3 scenario's uit:

Scenario minimaal
Dit is de ondergrens met betrekking tot de mogelijke keuzes die genomen kunnen worden. Leg kort de variant uit en benoem de voor- en nadelen hiervan. Vaak zitten hier hele grote niet wenselijke nadelen aan. Het is voor de ontvanger fijn om deze beredenering te zien. Het is makkelijk om het hier samen over eens te zijn dat dit niet wenselijk is.

Scenario maximaal
Dit is de maximale keuze die genomen kan worden. Dit betreft bijvoorbeeld de situatie waarbij geld of tijd geen rol speelt en alles mogelijk is. Benoem de voor- en nadelen van deze variant. De conclusie kan zijn dat zelfs als geld geen beperking is, de nadelen toch niet 100% kunnen worden weggenomen. Ook voor deze variant is het vaak makkelijk om het hier samen over eens te zijn dat dit niet realistisch is.

Scenario meest haalbaar
Nu duidelijk is wat er minimaal en maximaal gedaan kan worden, kan er worden overgegaan op het in beeld brengen van de echte aanbeveling, de tussenweg. Benoem de voor- en nadelen van deze aanbeveling. Er kunnen vervolgens meerdere tussenvarianten worden voorgelegd, maar hou het behapbaar voor de ontvanger.

Schrijf vervolgens de conclusie en aanbeveling waarbij je de reden van de aanbeveling koppelt aan het beschreven knelpunt en de afwegingen die je beschreven hebt. Door deze uitwerking kan ook een inhoudelijk minder betrokken ontvanger volgen wat de afwegingen zijn en wat wel en niet acceptabel is voor het vervolgpad. Het helpt dat de minimale variant in de uitwerking is gebaseerd op "geen keuze maken/ niks doen". In dat geval kun je aangeven wat het ongewenste effect in de toekomst kan zijn. Mocht het zo zijn dat er daadwerkelijk geen keuze wordt gemaakt, en in de toekomst treedt jouw beschreven werkelijkheid op, dan kan het zomaar zijn dat jouw volgende advies wel gehoord gaat worden. Let bij de uitwerking op dat deze het publiek dient te bereiken. Jip en Janneke en de 30 seconden test kunnen hierbij helpen.

Naar: Teamgroei
Naar: De puzzel
‍Naar: Implementatiefase 1

Gedachte experiment:

  • Hoe heb je gemerkt dat scenario-analyse het begrip van de ontvanger heeft vergroot?
  • Wat zou je kunnen doen om de scenario-analyse nog effectiever toe te passen in jouw adviespraktijk?
  • Welke uitdagingen ben je tegengekomen bij het communiceren van scenario's aan minder betrokken belanghebbenden?
  • Kun je een specifiek voorbeeld delen waarbij het implementeren van een minimale variant van de aanbeveling in de toekomst wenselijk bleek?

Jouw woorden doen ertoe!
Hoi daar! Vandaag gaan we praten over iets super belangrijks: woorden. Woorden hebben kracht, ze kunnen iemand blij maken of juist niet zo blij. We hebben het over "triggerwoorden". Dat klinkt misschien ingewikkeld, maar het is eigenlijk best simpel.

Voordelen van positieve triggerwoorden:

  1. Happy vibes: Gebruik woorden die anderen blij maken. Als je dat doet, voelt iedereen zich fijn en dat maakt de sfeer meteen beter.
  2. Makkelijk verbinden: Als je luistert naar wat anderen zeggen en hun favoriete woorden gebruikt, wordt het net als een geheime handshake. Je maakt makkelijker vrienden en collega’s.
  3. Effectieve communicatie: In presentaties of gesprekken zijn positieve triggerwoorden als sterren. Ze maken je boodschap duidelijk en iedereen begrijpt je beter.

Tips voor slimme communicatie:

  1. Luister oortjes aan: Let op welke woorden anderen vaak gebruiken. Dit zijn hun favorieten. Gebruik die woorden als je met ze praat.
  2. Skip de negatieven: Sommige woorden maken mensen sip. Bijvoorbeeld, "moet" of "baas". Probeer die te vermijden en kies voor blije woorden.
  3. Cool blijven met taal: Taal verandert altijd. Blijf up-to-date zodat je in coole gesprekken kunt meedoen. Niemand wil klinken als een oude grammofoon, toch?

Onthoud: Jouw woorden hebben magische krachten. Ze kunnen een gewone dag speciaal maken. Dus, laten we samen slimme communicators worden en de wereld een beetje blijer maken met onze woorden! 🌟

Naar: Persoonlijke groei
Naar: Team groei
Naar: Puzzel
Naar: Implementatie fase 1

Gedachte experiment:

  • Welke woorden maken jou echt blij als je ze hoort?
  • Heb je ooit gemerkt dat bepaalde woorden je een goed gevoel geven? Welke zijn dat?
  • Probeer eens een weekje zonder "moet" te praten. Hoe voel je je dan?
  • Welke nieuwe woorden heb je geleerd of gehoord die je in je eigen praatjes kunt gebruiken?

Hoe groot mag een groep zijn als je gezamenlijk een zo breed mogelijk gedragen besluit wil nemen? De optimale groepsgrootte voor het nemen van beslissingen is beperkt tot 8 personen.

Besluitvorming:
Bij het nemen van besluiten brengt iedere deelnemer zijn of haar inzichten, meningen en visies aan tafel. Voor sommigen is het te nemen besluit van groter belang dan voor anderen, wat kan resulteren in meer of minder uitgesproken standpunten. Bij een te grote groep en een belangrijk besluit kunnen er te veel meningen zijn, wat de besluitvorming kan belemmeren. Het ontbreken van een besluit of richting kan soms schadelijker zijn dan het besluit zelf. Een overweging is om vooraf te bepalen wie namens wie aan tafel zit om het besluit te nemen. Het spanningsveld hierbij is dat minder mensen kunnen betekenen dat meningen niet goed vertegenwoordigd worden, terwijl te veel mensen de doorlooptijd verlengen en principepunten in nuanceringen veroorzaken. Het instellen van een escalatieniveau met bijvoorbeeld projectmanagers of directeuren als aanvulling kan handig zijn. Deze personen maken geen deel uit van de besluitvormende groep en kunnen objectievere afwegingen maken bij escalaties.

Waarom maximaal 8 personen?
De limiet van 8 personen is gebaseerd op de overweging dat de groep enerzijds niet te groot moet zijn om te veel nuanceringen en meningen te vermijden, en anderzijds groot genoeg moet zijn om vanuit diverse invalshoeken de elementen te benutten voor een weloverwogen besluit. Daarnaast wordt het lastiger om te observeren hoe eenieder reageert op ingebrachte input naarmate de groep groter wordt. Spreektijd is beperkt, niet iedereen kan tegelijk spreken, en het is belangrijk dat er voldoende tijd is voor alle deelnemers om bij te dragen tijdens overleggen. Groepsgrootte heeft invloed op het uiten van meningen; niet iedereen voelt zich even comfortabel om tegen een grote groep te spreken, waardoor waardevolle input verloren kan gaan. Buiten de formele bijeenkomsten is het ook lastiger om achter de schermen consensus te bereiken in grotere groepen, wat de geloofwaardigheid en betrokkenheid kan verminderen.

Hoewel er geen specifieke theorie is die uitsluitend is gericht op besluitvorming door maximaal 8 personen, zijn er enkele algemene principes en modellen die relevant kunnen zijn. Hier zijn enkele voorbeelden:

  1. Dunbar's Getal: Deze theorie, ontwikkeld door de antropoloog Robin Dunbar, stelt dat mensen cognitief in staat zijn om stabiele sociale relaties te onderhouden met ongeveer 150 mensen. Binnen deze bredere sociale cirkel zouden er kleinere subgroepen zijn, waarbij 8 personen als een gemiddelde grootte wordt gezien voor nauwere relaties. Hoewel het niet specifiek gericht is op besluitvorming, benadrukt het de rol van groepsgrootte in sociale interactie en cohesie.
  2. Tuckman's Groepsontwikkelingsmodel: Bruce Tuckman stelde het model van groepsontwikkeling voor, dat fasen identificeert waarin een groep evolueert. In de fase van 'Norming' wordt aandacht besteed aan het ontwikkelen van normen en het bepalen van rollen binnen de groep. Het model suggereert dat te grote groepen de norming-fase kunnen bemoeilijken, wat van invloed kan zijn op besluitvormingsprocessen.
  3. Social Impact Theory: Dit model, voorgesteld door Bibb Latané, stelt dat de impact van individuen in een groep afneemt naarmate de groep groter wordt. Het benadrukt het idee dat naarmate de groep groter wordt, de invloed van individuen afneemt, wat van invloed kan zijn op de besluitvormingsdynamiek.

Hoewel deze theorieën niet specifiek gericht zijn op groepen van maximaal 8 personen, bieden ze inzichten in sociale processen en interacties binnen groepen. Besluitvorming is vaak afhankelijk van factoren zoals communicatie, cohesie en invloed binnen een groep, en deze theorieën kunnen helpen bij het begrijpen van deze dynamieken in verschillende contexten.

Naar: Team groei
‍Naar: Implementatiefase 1

Gedachte experiment:

  • Hoe zorg je er voor dat besluitvorming efficiënt verloopt?
  • Met hoeveel personen tegelijk worden er nu besluiten genomen? Wat zijn de voordelen en wat zijn de nadelen?
  • Is het een expliciete keuze wie mee het besluit neemt?
  • Is er een escalatie niveau ingericht voor het geval besluitvorming niet lukt maar samenwerking geborgd blijft?

Bilat of sessie:
Als je beter wilt weten wat eenieder denkt, kan bilat helpen; als uniforme kennisdeling de voorkeur heeft, is sessie meer passend. Stel je hebt een plan en je wilt dat plan graag klankborden met anderen. Wat is dan een kansrijke aanpak? Ga je dit pitchen in een groep of ga je dit één op één doorspreken met de anderen? Deze twee afstemvormen hebben beiden voor- en nadelen die je kunt meenemen om te bepalen wat voor jou het beste werkt.

Voordelen per podium:

Sessie:

  • Iedereen tegelijk dezelfde informatie
  • Minder diepgaande informatie, meer de hoofdlijnen.
  • Makkelijk podium om te zenden: wat is het plan, wat zijn de achterliggers
  • Kort in doorlooptijd
  • Minder geschikt als emotie in de afstemming een rol speelt.

Bilat:

  • Directe terugkoppeling van de ander (verbaal + non verbaal)
  • Je kunt beter bepalen wat de persoon zelf vindt van het plan, zonder dat de mening aangepast wordt voor wat de groep wil horen.
  • Mogelijkheid om je plan verder te optimaliseren per pitch; je weet elke keer net een nuance meer dat je kunt meenemen bij de volgende pitch
  • Je kunt voor elke persoon meer inzoomen naar wat het voor die persoon betekent
  • Gedetailleerdere achterliggers samen afstemmen
  • Heel geschikt indien emotie in de afstemming een rol speelt.

Een mogelijke aanpak:
Presenteer in duo-vorm waarbij jij begint en de medepresentator de eerste vragen of verduidelijking oppakt. Hierbij heb je de kans om het plan te presenteren op de methode die je zelf voor ogen hebt en kun je naar de groep kijken om te bepalen wat het idee (non-)verbaal doet. Waar gaat het goed, waar zijn (uitgesproken) zorgpunten, enzovoort. Ga in de presentatie zo weinig mogelijk discussies aan, neem zorgen mee/schrijf ze op, kom er later op terug. Bij een discussie in groepsverband ben je vaak aan het praten met één persoon, maar zie je niet hoe de afstemming overkomt op anderen. Wat de ene hierbij kan volgen, kan voor een ander een paar stappen te snel gaan waardoor deze afhaken en meer op basis van emotie ten opzichte van de twee actieve sprekers hun keuze gaan bepalen. Na de sessie evalueer je de sessie met je gesprekspartner: wie zei wat, wie zei er niks, wat vond eenieder, wat was de inhoudelijke terugkoppeling? Op basis van deze info ga je in bilat-vorm verder. De zorgen/inhoudelijke punten die daaruit volgen, kun je één op één afstemmen, zodat er op inhoud verder wordt gewerkt. Als alles afgestemd is, komt het weer in de groep om samen het besluit te kunnen nemen. Het benoemen van het groeipad en hoe de inbreng van eenieder een plekje heeft gekregen op hoofdlijnen kan helpen om het groepsbesluit verder te bekrachtigen.

Hoewel er in bovenstaande uitwerking geen specifieke theorie wordt genoemd, zijn er enkele principes en modellen die resoneren met de beschreven keuze tussen bilaterale communicatie (bilat) en groepssessies (sessie). Hier zijn enkele relevante concepten:

  1. Communication accommodation theory: Deze theorie, voorgesteld door Howard Giles, benadrukt de aanpassing van communicatiestijlen om de interactie effectiever te maken. In de beschreven context zou het kiezen tussen bilaterale communicatie en groepssessies kunnen worden gezien als een vorm van communicatieaanpassing op basis van het doel (individuele gedachten begrijpen of uniforme kennisdeling).
  2. Groupthink: De tekst lijkt bewust te vermijden dat groepsdiscussies leiden tot discussies en emotiegedreven beslissingen. Dit kan gekoppeld worden aan het concept van Groupthink, waarin groepscohesie en druk om consensus te bereiken de kwaliteit van besluitvorming kunnen beïnvloeden.
  3. Social influence theory: De overweging van verbale en non-verbale feedback in bilaterale communicatie sluit aan bij theorieën over sociale invloed. Het benoemt hoe directe terugkoppeling en observatie van reacties van anderen invloed kunnen hebben op verdere optimalisatie van plannen en presentaties.
  4. Dual-process theory: De afwisseling tussen groepssessies en bilaterale afstemming lijkt op de principes van dual-process theory, waarbij snelle besluitvorming en intuïtieve processen worden afgewisseld met meer bewuste en systematische overwegingen.

Naar: Persoonlijke groei
Naar: Team groei
‍Naar: Implementatiefase 1

Gedachte experiment:

  • Wanneer gebruik jij een bilat en wanneer gebruik jij een sessie?
  • Is dit een expliciete keuze?
  • Is dit jouw keuze?
  • Wat kan je nog meer uit de methode halen als je alles zelf kan bepalen?

Verslag, Acties en besluiten, wat zijn de voor en nadelen:

Verslag:
Een verslag is goed om terug te lezen wat er in hoofdlijnen besproken is. Wat is er behandelt en wat niet. Let hierbij wel op dat de beleving van eenieder bij een verslag anders kan zijn, zie ook herinnering schaven. Om de beleving voor zover mogelijk bij eenieder gelijk te houden helpt het om snel na het overleg het verslag te verspreiden, zie ook 60% versie.

Acties en Besluiten
Wat in een overleg in ieder geval relatief makkelijk gehaald kan worden is de definitie van acties en besluiten. Het meest praktisch hierbij is de volgende aanpak: 1. zet op een (separaat) scherm de actie en besluitenlijst open. Indien er een actie of besluit wordt benoemd dan wordt in het overleg deze op dat moment gedefinieerd. Dit klinkt minder effectief maar de voordelen hiervan zijn als volgt:

  1. Iedereen ziet wat er geschreven wordt, dit voorkomt achteraf discussie over de actie of besluit.
  2. Er is een adempauze in het overleg, zodat de aanwezigen ook even kunnen nadenken (klopt het, wil ik het, is het volledig e.d.)
  3. Het staat gelijk op papier, na afronding van het overleg kan dit direct verspreid worden (nog fijner is dat het middels een link al beschikbaar is) zodat actiehouders hun acties gelijk concreet mee krijgen en persoonlijke krabbels die wel of niet gezet worden minder snel worden vergeten.
  4. Acties kunnen met een lijstje makkelijker smart worden gemaakt, zodat het geen half werk wordt en verwachtingen voor zover mogelijk duidelijk zijn. Sta hierbij goed stil bij de haalbaarheid van de acties.

Grootste mogelijk nadelen:

  • Acties: indien de acties in een actielijst komen die in volgend overleg worden doorgenomen kan het zijn dat dat onderwerp lang de tijd krijgt en het nut van separatie achterstallige acties steeds vager wordt. Acties zijn voor de persoon zelf om op te pakken. In overleggen gaat het in gezamenlijkheid over einddoelen en wat er nodig is om dat te behalen (wat in acties vertaald kan worden). De actielijst is daarmee een stukje service voor de personen in het overleg iets wat ze eigenlijk zelf ook kunnen opschrijven.
  • Besluiten: Grootste nadeel bij een gezamenlijke definitie van een besluit is dat er ter plekke iets bedacht wordt waarbij je achteraf denkt dat kan beter, heeft teveel of te weinig uitsluitingen. Voor dit soort grotere besluiten is een vooraf aangeleverde voorbereiding met keuze mogelijkheden handiger.

Verslag methode:
Het team van adviseurs die om het management team heen adviseert heeft behoefte aan aanvullende informatie. Hoe komen besluiten tot stand, wat is er nog meer besproken in overleggen. Voor jouw achterban kan het handig zijn om het volgende te doen: Bereid voorafgaand van het overleg een mail voor met daarin het volgende opgenomen:

  • aan alle adviseurs die je wil meenemen in wat er besproken is.
  • bijlagen: agenda van het overleg + stukken
  • inhoud van de mail: de adviseur rollen als noemer. Onder deze noemer de punten waarbij jij denkt handig voor mijn adviseur. Hanteer hierbij alleen steekwoorden niet alles wat besproken wordt. Je kan na het overleg altijd nog aanvullend toelichten wat je bedoeld als deze steekwoorden vragen oproepen. Het herhalen van het besprokene is daarbij handig ook om voor jezelf e.e.a. nog iets scherper te krijgen (zolang het gesprek niet te beladen was).
  • Tijdens het overleg kan je hiermee ook luisteren namens je adviseurs en het gedachtegoed tijdens het overleg ook inbrengen in de gesprekken.
  • Verstuur na afloop van het overleg gelijk deze mail, maak er geen boekwerk van. Het snel beschikbaar hebben van informatie kan belangrijker zijn dan de 100% compleetheid van de uitwerking. Je kan altijd nog aanvullend toelichten.

Naar: Team groei
Naar: Implementatie fase 2

Gedachte experiment:

  • Worden er (veel) verslagen gemaakt/ gemaild?
  • Is het te merken dat deze verslagen toegevoegde waarde hebben (worden deze gebruikt)?
  • Zijn de verslagen tijdig/ kan je terughoudend zijn in overleggen om eigen aantekeningen te maken omdat het verslag spoedig volgt?
  • Is het verslag vooral voor de vastlegging/ heeft het overleg een groot contractueel jasje waar deze vastlegging wenselijk is?
  • Worden acties in gezamenlijkheid gedefinieerd?

Waar ben jij met je gedachten vandaag?
Als anderen weten dat je bijvoorbeeld een mindere dag hebt omdat je moeder vannacht naar het ziekenhuis is gegaan (maar alles is als het goed is toch weer oké), dan begrijpen anderen dat je vandaag mogelijk niet zo scherp bent. De verwachtingen voor de dag worden bijgesteld, waardoor je net wat soepeler de dag door kunt komen. Het hoeft niet te betekenen dat alles wat er aan de hand is besproken moet worden (het melden dat er privé iets speelt kan al genoeg zijn). Deze afstemming maakt het werk weer net iets menselijker.

Wat houdt jou bezig?
Op het werk is de gedachte vaak dat alles efficiënt en effectief moet zijn. Geen lange vergaderingen, maar productie maken. Door dit denkpatroon zijn we soms net iets minder menselijk. De mens wordt immers als een resource gezien binnen HRM, of als een productiemiddel bij een "productenbenadering". Voorstellen zoals "ik zal je met rust laten zodat je meer kunt werken" klinken productief, maar maken ons ook weer net iets meer machine. Mijn visie is dat we geen "productiemiddelen" zijn maar mensen. En het is mooi als we ons als mens mogen gedragen, dat geeft meer plezier en versterkt onze gedrevenheid en verantwoordelijkheidsgevoel. Meer aandacht voor de mens kan bijvoorbeeld door bij een weekstart, dagstart, koffiemomentje of een pauze het met elkaar te hebben over de vraag "wat houdt jou bezig?". Deze vraag geeft eenieder de kans om ook eens te vertellen waar hij of zij voornamelijk mee bezig is. Dit kan helpen om werkspanningen te verminderen en verwachtingen van de dag bij te stellen. Het is belangrijk je veilig en vrij te voelen om dit te uiten. zie ook barometer/ thermometer. Zorg er ook voor dat je de tijd hebt om je af en toe net wat minder te voelen. Als je 100% effectief dient bezig te zijn dan kan het niet anders dat er ergens de spanning een keer enorm gaat oplopen als het even wat minder gaat. Er ontstaat een achterstand die niet meer ingehaald kan worden, dat niet helpt i.r.t. je werkplezier.

Naar: Teamgroei
Naar: Waterpas (gevoel)

Gedachte experiment:

  • Weet jij wat anderen bezig houdt?
  • Betreft het werk of iets anders?
  • Hoe ga jij hiermee om?

De concepten van de "barometer" en "thermometer" in teamoverleggen richten zich op het meten en begrijpen van twee belangrijke aspecten: de werkdruk (barometer) en het welzijn van individuele teamleden (thermometer).

  1. Barometer (Werkdruk): De barometer is gericht op het meten van de werkdruk binnen het team. Dit omvat de hoeveelheid werk en de complexiteit ervan, evenals de druk die teamleden ervaren om taken en doelen te bereiken. Een hoge werkdruk kan een indicatie zijn van verschillende problemen, zoals toenemende overbelasting van teamleden, onverwachte ontwikkelingen, of een niet-stabiele scope.
  2. Thermometer (Welzijn): De thermometer is gericht op het meten van hoe individuele teamleden zich voelen en hoe ze zich emotioneel en mentaal aanpassen aan hun werk. Het welzijn van teamleden is van cruciaal belang voor het behoud van een gezonde werkomgeving. Het kan wijzen op aspecten zoals (on)tevredenheid, betrokkenheid, stressniveaus, en de algehele tevredenheid van teamleden met hun werk.

Het meetbaar maken van deze factoren heeft verschillende voordelen:

  • Peilen van teamgezondheid: Door de barometer en thermometer meetbaar te maken, kun je een indicatie krijgen van de algehele gezondheid van het team.
  • Identificeren van oorzaken: Een hoge werkdruk kan verschillende oorzaken hebben, zoals onverwachte ontwikkelingen of structureel te weinig capaciteit. Door dit meetbaar te maken, kunnen de specifieke oorzaken geïdentificeerd worden en gerichte maatregelen worden getroffen.
  • Preventie van burn-out: Een te hoge werkdruk gedurende een langere periode kan leiden tot burn-out bij teamleden. Door regelmatig te meten, kunnen potentiële problemen worden opgespoord voordat ze ernstig worden en preventieve maatregelen nemen.
  • Verbetering van teamdynamiek: Het welzijn van individuele teamleden is cruciaal voor een gezonde teamdynamiek. Door de thermometer te gebruiken, kunnen leiders factoren identificeren die van invloed zijn op het welzijn en streven naar verbeteringen in de teamcultuur.

In het kort, door gebruik te maken van de barometer en thermometer, kunnen teams beter begrijpen hoe ze presteren en kunnen leiders proactief stappen ondernemen om de teamdynamiek te verbeteren en eventuele problemen aan te pakken.

Naar: Team groei
Naar: Waterpas (gevoel)

Gedachte experiment:

  • Hoe hoog is de werkdruk bij jou in het team, is dat al lang zo, waar wordt dat door veroorzaakt?
  • Hoe zitten mensen in hun vel hebben ze veel energie of is iedereen weer blij als ze thuis zijn, hoe komt dat?

De reis van competentie: een diepere blik op de vier stadia van bekwaamheid
Deze theorie, ook wel de "Johari-vensters" genoemd, beschrijft de vier stadia van bekwaamheid of bewustzijn in het leren van nieuwe vaardigheden. In onze zoektocht naar persoonlijke ontwikkeling en groei, bewandelen we vaak de weg van onbewust onbekwaam naar onbewust bekwaam. De 'Vier Stadia van Competentie' bieden een raamwerk dat ons helpt begrijpen hoe we leren en groeien op verschillende gebieden van ons leven.

De vier stadia van competentie:

  1. Onbewust onbekwaam (Links onder): Personen zijn zich niet bewust van hun incompetentie op een bepaald gebied. Voorbeelden hiervan zijn taken uitvoeren zonder te begrijpen waarom of hoe ze het doen.
  2. Bewust onbekwaam (Links boven): Bewustwording van het ontbreken van bepaalde vaardigheden. Dit stadium markeert het begin van gerichte inspanningen om te leren en te groeien.
  3. Bewust bekwaam (Rechts boven): Competentie wordt bereikt, maar vereist nog steeds bewuste inspanning en aandacht. Begrip van wat wordt gedaan en waarom is cruciaal.
  4. Onbewust bekwaam (Rechts onder): Bekwaamheid wordt bijna automatisch toegepast, zonder intensieve bewuste inspanning. De vaardigheden zijn volledig geïntegreerd.

Voordelen van begrip:
Het begrijpen van deze stadia biedt verschillende voordelen:

  • Effectiever leren: Door bewust te zijn van je huidige stadium, kun je je leerproces beter sturen.
  • Geduld en zelfcompassie: Realiseer je dat incompetentie een natuurlijk onderdeel is van het leerproces, wat leidt tot meer geduld en zelfcompassie.
  • Mentale voorbereiding: Herkenning van de stadia helpt bij het voorbereiden op uitdagingen en mogelijke obstakels.

Tips voor persoonlijke groei:

  1. Zelfreflectie: Neem regelmatig de tijd om je bewust te worden van je eigen competentieniveau op verschillende gebieden van je leven.
  2. Doelgerichte planning: Identificeer specifieke vaardigheden die je wilt ontwikkelen en maak een plan om bewust bekwaam te worden.
  3. Leer van anderen: Zoek mentoren of rolmodellen die zich al in het stadium van onbewust bekwaam bevinden op de gebieden waarin je wilt groeien.
  4. Omarm fouten: Begrijp dat fouten maken een inherent onderdeel is van het leerproces. Zie ze als kansen om bewuster bekwaam te worden.

Door deze stadia van bekwaamheid te begrijpen en actief te werken aan bewuste groei, kunnen we onszelf transformeren en meer voldoening halen uit het leerproces.

Naar: Persoonlijke groei
Naar: Team groei
‍Naar: Benaderingen

Gedachte experiment:

  • In welke gebieden van je leven ben je momenteel onbewust onbekwaam?
  • Hoe reageer je op het bewust worden van je eigen incompetentie? Welke emoties roept dit op?
  • Kun je een voorbeeld delen van een situatie waarin je bewust bekwaam moest handelen? Wat heb je geleerd?
  • Welke strategieën ga je gebruiken om bewuster bekwaam te worden op specifieke gebieden van je leven?

De Maslow ladder in organisaties: Streven naar zelfactualisatie
Abraham Maslow's hiërarchie van behoeften biedt inzicht in de verschillende niveaus van menselijke behoeften, variërend van basisbehoeften tot zelfactualisatie. Toepassing van deze theorie op organisaties werpt een unieke blik op de ontwikkeling van medewerkers en hun bijdrage aan het succes van de organisatie.

1. Lichamelijke behoeften: salaris en materiële zekerheid
Op het meest fundamentele niveau bevinden zich de lichamelijke behoeften. Een acceptabel salaris en materiële zekerheid vormen de basis, waardoor medewerkers financiële stabiliteit ervaren.

2. Veiligheid: Stabiliteit en bescherming
Het volgende niveau richt zich op veiligheid, waar medewerkers streven naar stabiliteit en bescherming tegen onzekere werkomstandigheden. Het creëren van een veilige werkomgeving bevordert het welzijn.

3. Sociaal contact: Interactie en teamdynamiek
Sociaal contact, het derde niveau, benadrukt het belang van interactie en positieve teamdynamiek. Een open communicatiecultuur en goede samenwerking dragen bij aan een positieve werkomgeving.

4. Erkenning en waardering: initiëren en erkend worden
Erkenning en waardering vormen het volgende niveau, waar medewerkers gestimuleerd worden om initiatieven te nemen en doelen te bereiken. Een cultuur van erkenning draagt bij aan de motivatie en betrokkenheid van medewerkers.

5. Zelfactualisatie: persoonlijke groei en ontplooiing
Het hoogste niveau op de Maslow-ladder is zelfactualisatie. Organisaties streven ernaar een omgeving te creëren waar medewerkers persoonlijke groei en zelfontplooiing kunnen ervaren door uitdagende taken en kansen.

De minimale Gewenste Niveaus:
Als organisatie is het cruciaal om minimaal op het derde niveau van de Maslow-ladder te staan, met aandacht voor:

  • Sociale interactie en teamdynamiek: Creëer een omgeving waarin medewerkers vrijelijk kunnen communiceren en waar teamrelaties worden ondersteund.
  • Erkenning en waardering: Bevorder een cultuur waarin initiatief nemen, plannen doorvoeren en doelen behalen worden erkend en gewaardeerd.

Naar: Team groei
Naar: Benaderingen

Gedachte experiment

  • Op welk niveau sta jij binnen deze ladder ?
  • Op welk niveau staan de mensen om jou heen?
  • Hoe wordt er in de organisatie hiermee omgegaan -=> is dat een expliciete/ bewuste keuze?

Management Drives is een benadering die gericht is op het begrijpen en optimaliseren van de drijfveren en motivaties van individuen en teams binnen een organisatie. Het is ontwikkeld om inzicht te bieden in wat mensen drijft, hoe ze beslissingen nemen en hoe ze effectiever kunnen samenwerken.

Belangrijkste kenmerken:

  1. Drijfveren als Basis: Management Drives richt zich op de psychologische drijfveren die het gedrag van mensen sturen. Het identificeert zes basale drijfveren die aanwezig zijn in individuen en teams.
  2. Kleurenmodel: De zes drijfveren worden weergegeven in een kleurenmodel, waarbij elke kleur staat voor een specifieke motivatie. De kleuren zijn rood, geel, groen, blauw, paars en oranje.
  3. Individueel en teamniveau: Het model kan op zowel individueel als teamniveau worden toegepast. Het geeft inzicht in de persoonlijke drijfveren van mensen en hoe deze drijfveren zich vertalen naar teamdynamiek.
  4. Effectiviteit in communicatie: Door te begrijpen welke drijfveren dominant zijn bij individuen, kunnen teams hun communicatie verbeteren, conflicten verminderen en effectiever samenwerken.
  5. Toepassing in organisaties: Management Drives wordt vaak gebruikt voor leiderschapsontwikkeling, teambuilding, verandermanagement en het verbeteren van de algehele prestaties binnen organisaties.

Het kleurenmodel:
In het Management Drives-model worden de drijfveren weergegeven door zes kleuren, elk met zijn eigen betekenis en kenmerken. Hier is een overzicht van de kleuren en wat ze vertegenwoordigen:

  1. Rood (Daadkracht): Rood staat voor actie, daadkracht en resultaatgerichtheid. Mensen met een sterke rode drijfveer zijn vaak competitief, doelgericht en willen graag de leiding nemen. Ze gedijen goed in uitdagende situaties en streven naar succes.
  2. Geel (Optimisme): Geel symboliseert optimisme, creativiteit en enthousiasme. Individuen met een dominante gele drijfveer zijn vaak visionair, vernieuwend en gericht op het verkennen van nieuwe mogelijkheden. Ze streven naar inspiratie en een positieve werkomgeving.
  3. Groen (Harmonie): Groen vertegenwoordigt harmonie, samenwerking en zorg voor anderen. Mensen met sterke groene drijfveren waarderen teamwork, empathie en een ondersteunende werkomgeving. Ze zijn vaak gericht op het opbouwen van relaties en het creëren van een gemeenschappelijk begrip.
  4. Blauw (Analyse): Blauw staat voor analyse, structuur en nauwkeurigheid. Individuen met een dominante blauwe drijfveer hechten waarde aan feiten, logica en een gestructureerde aanpak. Ze gedijen goed in een omgeving waarin duidelijke procedures en systemen worden gevolgd.
  5. Paars (Betekenis): Paars symboliseert betekenis, loyaliteit en traditie. Mensen met sterke paarse drijfveren hechten waarde aan verbondenheid, loyaliteit en betekenisvol werk. Ze gedijen goed in een omgeving waarin tradities en normen worden gerespecteerd.
  6. Oranje (Resultaat): Oranje vertegenwoordigt resultaatgerichtheid, competitie en onafhankelijkheid. Individuen met een sterke oranje drijfveer zijn vaak gedreven om doelen te bereiken, houden van uitdagingen en streven naar persoonlijk succes. Ze gedijen goed in een competitieve omgeving.

Voordelen van Management Drives:

  • Persoonlijke ontwikkeling: Individuen kunnen hun sterke punten ontdekken en werken aan gebieden die verbetering behoeven.
  • Teamharmonie: Door de drijfveren van teamleden te begrijpen, kan een team harmonieuzer samenwerken en elkaars verschillen waarderen.
  • Leiderschapsontwikkeling: Leiders kunnen hun leiderschapsstijl afstemmen op de behoeften en drijfveren van hun teamleden.

Toepassingen en Implementatie:

  • Workshops en training: Organisaties kunnen workshops en trainingen organiseren om het begrip van Management Drives te vergroten en de toepassing ervan te leren.
  • Teamcoaching: Management Drives kan worden gebruikt in teamcoaching om de teamdynamiek te verbeteren en de prestaties te optimaliseren.
  • Selectieprocedures: Bij het selecteren van teams of leiderschapsposities kan Management Drives inzicht bieden in de geschiktheid van individuen.

Naar: Persoonlijke groei
Naar: Team groei
Naar: Benaderingen

Gedachte experiment

  • Welke kleuren herken je het meest bij jezelf en bij je teamleden? Hoe beïnvloeden deze drijfveren de dynamiek binnen het team?
  • Op welke manier kunnen de verschillende kleuren effectief samenwerken om de doelen van het team te bereiken?
  • Hoe kun je de kennis van Management Drives gebruiken om de communicatie en samenwerking te verbeteren?
  • In hoeverre ben je bereid om aanpassingen te maken in je leiderschapsstijl op basis van de diverse drijfveren binnen je team?

Door de eeuwen heen is menselijke communicatie een intrigerend onderwerp geweest. Timothy Leary, een Amerikaanse psycholoog, introduceerde de Roos van Leary, een model dat de complexiteit van interpersoonlijke communicatie en gedrag verkent. De roos visualiseert verschillende gedragsposities en hoe deze elkaar beïnvloeden.

Achtergrond van de Roos van Leary
De Roos van Leary beschrijft acht basisposities verdeeld over vier kwadranten, gerangschikt op twee dimensies: samenwerking (samenwerken of tegenwerken) en dominantie (leidend of volgend). Hier zijn de posities kort samengevat:

  1. BS: Leidend (Boven Samenwerkend) + Besluitvaardig, + initiatiefrijk, - autoritair, dominant
  2. SB: Helpend (Samenwerkend Boven) + Ondersteunend, + meewerkend, - passief, - afhankelijk
  3. SO: Meewerkend (Samenwerkend Onder) + Coöperatief, + inschikkelijk, - onzeker, gebrek aan initiatief.
  4. OS: Volgend (Onder Samenwerkend) + Ontvankelijk, + meegaand, - passief, - afhankelijk.
  5. OT: Teruggetrokken (Onder Tegen) + Terughoudend, + reflectief, - afstandelijk, - vermijdend.
  6. TO: Opstandig (Tegen Onder)+ Assertief, + uitdagend, -conflictueus, - opstandig
  7. TB: Aanvallend (Tegen Boven) + Gedreven, + vastberaden, - confronterend, - vijandig
  8. BT: Concurrerend (Boven Tegen) +Competitief, + leidend, - ominant, vijandig.

Toepassingen van de Roos van Leary
Het model is dynamisch, waarbij mensen tussen posities kunnen verschuiven afhankelijk van de context en interacties. Het doel is bewustwording te creëren over gedrag en reacties in relaties, wat effectievere communicatie en samenwerking mogelijk maakt. Het wordt vaak ingezet in teambuilding, leiderschapsontwikkeling en communicatietraining.

Voordelen van de Roos van Leary:

  1. Bewustwording: Het model bevordert bewustwording van het eigen gedrag en dat van anderen.
  2. Effectievere communicatie: Het helpt bij het begrijpen van communicatiedynamieken en verbetert de interactie.
  3. Teamontwikkeling: Teams kunnen beter samenwerken door inzicht in elkaars gedragsstijlen.

Tips voor effectief gebruik:

  1. Zelfreflectie: Analyseer je eigen gedragsposities en reflecteer op hoe ze anderen beïnvloeden.
  2. Open dialoog: Stimuleer open gesprekken over gedragsdynamieken in het team.
  3. Contextbegrip: Begrijp dat gedragsposities contextafhankelijk zijn en kunnen verschuiven.

Naar: Team groei
Naar: Benaderingen

Gedachte experiment:

  • Welke positie(s) herken je het meest bij jezelf?
  • Hoe beïnvloeden verschillende posities de teamdynamiek tijdens vergaderingen?
  • Op welke manier kun je de Roos van Leary gebruiken om misverstanden te voorkomen?
  • In hoeverre ben je bereid je eigen gedrag aan te passen voor effectievere communicatie?

Lean is een managementfilosofie die oorspronkelijk is ontwikkeld binnen de productie-industrie, met name bij Toyota. Het doel van Lean is om maximale waarde te creëren voor de klant met minimale verspilling van middelen. In de context van projectbeheersing richt Lean-management zich op het identificeren en minimaliseren van verspillingen om efficiëntie en effectiviteit te verbeteren. De zeven verspillingen die zijn genoemd (bijvoorbeeld te veel vergaderen, wachttijden, overmatig micromanagement) zijn bekend als de "7 wastes" of "7 mudas" in Lean. Effectief projectbeheer is cruciaal voor het succes van elke onderneming. Echter, er zijn vaak verspillingen die het proces kunnen vertragen. Hieronder worden de zeven meest voorkomende verspillingen in projectbeheersing besproken, evenals tips om ze te minimaliseren.

1. Teveel vergaderen

Probleem: Overmatige vergaderingen kunnen leiden tot tijdverlies en verminderde productiviteit.

Oplossing:

  • Prioriteer vergaderingen en houd ze kort en gericht.
  • Overweeg alternatieve communicatiemiddelen zoals e-mails of projectmanagementtools.

2. Wachttijden

Probleem: Onnodige wachttijden vertragen het project.

Oplossing:

  • Identificeer bottlenecks en los ze snel op.
  • Optimaliseer de workflow om de doorlooptijd te verkorten.

3. Reistijd en op locatie werken

Probleem: Te veel tijd besteed aan reizen kan de efficiëntie verminderen.

Oplossing:

  • Overweeg flexibel werken en digitale samenwerkingsmiddelen.
  • Plan vergaderingen en werkzaamheden slim om reistijd te minimaliseren.

4. Teveel micromanagement

Probleem: Overmatige controle op details kan de voortgang belemmeren.

Oplossing:

  • Geef teamleden verantwoordelijkheid en vertrouwen.
  • Stel duidelijke doelen en verwachtingen om micromanagement te verminderen.

5. Frequentie van producten

Probleem: Overmatige productie zonder toegevoegde waarde verspilt middelen.

Oplossing:

  • Analyseer de vraag en pas de productiefrequentie aan.
  • Implementeer Lean-principes om de productiestroom te optimaliseren.

6. Capaciteit

Probleem: Onvoldoende of overmatige capaciteit kan tot inefficiënties leiden.

Oplossing:

  • Stel realistische werklasten en deadlines vast.
  • Monitor en pas de capaciteit aan op basis van de projectbehoeften.

7. Defecten

Probleem: Slechte uitvoering of onvoldoende vaardigheden kunnen tot fouten leiden.

Oplossing:

  • Zorg voor continue vaardigheidstraining.
  • Wijs taken toe op basis van individuele talenten en ervaring.

Tips voor Optimaal Projectbeheer:

  1. Continue evaluatie: Regelmatige evaluaties helpen verspillingen te identificeren en aan te pakken.
  2. Flexibiliteit: Pas het projectplan aan op basis van voortschrijdend inzicht en veranderende omstandigheden.
  3. Teamempowerment: Geef teamleden de vrijheid om problemen op te lossen en verbeteringen voor te stellen.

Naar: Team groei
Naar: Benaderingen

Gedachte experiment:

  • Welke verspillingen zijn het meest relevant voor ons project?
  • Hoe kunnen we onze vergaderingen efficiënter maken?
  • Op welke manieren kunnen we de capaciteit afstemmen op de projectbehoeften?
  • Welke maatregelen kunnen we nemen om de frequentie van producten te optimaliseren?